direct naar inhoud van 5.13 Toetsingscriteria
Plan: Buitengebied, Zaltbommel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0297.BGBBP20130009-VS02

5.13 Toetsingscriteria

Bij meerdere afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden is als voorwaarde opgenomen dat rekening moet worden gehouden met de omliggende waarden en functies. Met 'omliggende waarden' wordt bedoeld dat een gebouw of de functie in het omringende landschap moet worden ingepast, waarbij afstemming plaatsvindt op de context van het landschap en cultuurhistorie door middel van de architectuur en/of situering van het gebouw en de aanplant van streekeigen beplanting. De mate waarin deze landschappelijke inpassing moet plaatsvinden is maatwerk en afhankelijk van de aard van de afwijking, alsmede de specifieke locatie (bijv. is de locatie al wel of niet voorzien van adequate erfbeplanting). Als er alleen sprake is van een verandering van functie in bestaande bebouwing heeft dit meestal geen invloed op de landschappelijke waarden. Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid voor een mestsilo aansluitend aan het bouwvlak zal in veel gevallen het plaatsen van een afschermende groensingel wel van belang zijn.

Tevens wordt met 'omliggende waarden' gedoeld op de bescherming van de ecologische waarden. Beschermde soorten die onder de Flora- en Faunawet vallen mogen geen hinder ondervinden van de gewenste ontwikkeling. Ook mag de ontwikkeling niet leiden tot negatieve effecten om beschermde natuurgebieden, zoals de EHS en Natura2000-gebieden. Als hierover op voorhand geen uitsluitsel kan worden gegeven, dient hiertoe een ecologisch onderzoek te worden uitgevoerd.

Rekening houden met omliggende functies kan plaatsvinden door te beoordelen of de gevraagde ontwikkeling niet leidt tot (milieuhygiënische) belemmeringen voor omliggende bedrijven of anderszins niet leidt tot hinder op omliggende woningen en andere functies.