direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf
Plan: Buitengebied Wijchen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0296.BGBBuitengebied-DF02

Artikel 7 Bedrijf

7.1 Bestemmingsomschrijving
7.1.1 Algemeen

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. niet-agrarische bedrijven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "cultuurhistorische waarden": het behoud, beheer en herstel van de aanwezige cultuurhistorische en monumentale waarden van de gebouwen en de omgeving;

met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen en overeenkomstig de in 7.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

7.1.2 Nadere detaillering van de bestemming

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 7.1.1:

a Type bedrijf

Op de gronden met deze bestemming zijn ter plaatse van de onderstaande adressen of aanduiding, uitsluitend de bedrijven toegestaan die genoemd zijn in de navolgende Staat van niet-agrarische bedrijven.

Adres   Aard van de bedrijvigheid   Bebouwde oppervlakte (m²)  
 
Molendijk 17   antiekhandel   480  
Graafseweg 394   aannemersbedrijf   599  
Oud Woeziksestraat 4   bedrijfsopslagruimte   328  
Oosterweg 302A   bestratingsmateriaal / transportbedrijf   1310  
Heiveldweg 1   confectie-atelier   200  
Heiveldweg 11   confectie-atelier   185  
Graafseweg 916   caravanstalling   0  
Grotestraat 36   transportbedrijf / garagebedrijf t.b.v. vrachtwagens   2980  
Wezelsedijk 34   garagebedrijf   210  
Oosterweg 186   groothandel in bloemen   150  
Houtsestraat 11   groothandel in bestrijdingsmiddelen   1.600  
Hoogeerdstraat 22   groothandel in isolatiematerialen   250  
Graafseweg 37A   groothandel in vleeswaren   530  
Oosterweg 290 / 292   houtzagerij   390  
Heiveldweg 8   houtverwerkend bedrijf   770  
Munnekeveld 27A   houtverwerkend bedrijf   215  
Graafseweg 35   loodgietersbedrijf   750  
Grotestraat 70   molenmakers / aannemersbedrijf   1095  
Hoeveweg 14   machinehandel   100  
Groenestraat 53   steunpunt Provinciale Dienst Wegen   1335  
Leurseweg 13   systeemplafondbedrijf   430  
Hoogeerdstraat 15   reparatie / aaanleg en verhuur van pompinstallaties en compressoren   630  
Graafseweg ong, (naast 415)   opslag materialen tbv handel in zand, grintbestratingsmateriaal   -  
Kavelpad 1   pianohandel   280  
Graafseweg 84   transportbedrijf   90  
Graafseweg 946   transportbedrijf   650  
Groenewoudseweg 85A   transportbedrijf   480  
Boomsestraat 38   vee- en diervoederfabriek   2400  
De Dreef 5   winkel / reparatie-inrichting   290  
waterzuiveringsinstallatie (wz)   rioolwaterzuiveringsinstallatie   -  
Hoeveweg 21   dierenpension   780  
De Dreef 1   hoveniersbedrijf   286  
Oosterweg 279   tuinbedrijf   2675  
Houtsestraat 30   hoveniersbedrijf   1550  
Oud woeziksestraat 8   hoveniersbedrijf   430  
Weideweg 6   koetserij   524  
Torenstraat 21   landbouwmechanisatiebedrijf   1680  
Elzendweg 7/9   loonwerker / landbouwmuseum   1440  
Boskant 130   loonwerker   750  
Groenestraat 13   loonwerker   1890  
Hoekgaaf 14   loonwerker   450  
Meerenburg 4/ Molenhoek 2   loonwerker   1535  
Valendrieseweg 184   loonwerker   1940  
Laaksestraat 10   opslag- en koelbedrijf groente   560  
Grotestraat 72   paardendressuurbedrijf   3122  
Boskant 113   paardenpension   1450  
Munnekeveld 27   paardenpension   590  
Bullekamp 12   paardenpension / wormenkwekerij   800  
Aaldert 5   veehandelsbedrijf   470  
Aaldert 20   veehandelsbedrijf   1600  
Graafseweg 82   groothandel in dierbenodigdheden   550  
Hoekgraaf 17a   Koesignalencentrum   320 m2 incl. bedrijfs-
woning  
b Buitenopslag

Buitenopslag is niet toegestaan, tenzij dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden.

c Parkeren

Het parkeren dient plaats te vinden op het eigen terrein.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van deze bestemming.

7.2.2 Relatie

Ter plaatse van de figuur "relatie" is sprake van een koppeling van twee bestemmingsvlakken. De bestemmingsvlakken met een dergelijke aanduiding worden, in het kader van de regels van dit bestemmingsplan, aangemerkt als een enkel bestemmingsvlak.

7.2.3 Bedrijfswoning

Voor bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. per bestemmingsvlak is één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a zijn ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-2 bedrijfswoningen", twee bedrijfswoningen toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b zijn ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf-3 bedrijfswoningen", drie bedrijfswoningen toegestaan;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder a is ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning uitgesloten", geen bedrijfswoning toegestaan.
7.2.4 Maatvoeringseisen

De bouwwerken dienen te voldoen aan de volgende maatvoeringseisen:

BEDRIJFSGEBOUWEN
 
MIN.   MAX.  
goothoogte   n.v.t.   6 m  
(nok)hoogte   n.v.t.   10 m  
afstand zijdelingse perceelsgrens   5 m   n.v.t.  
bebouwde oppervlakte   De bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan de bebouwde oppervlakte ,zoals die is opgenomen in de tabel bij 7.1.2 onder a + een eenmalige vergroting van maximaal 20%. met dien verstande dat de vergroting nooit meer mag bedragen dan 100 m2 .
De bebouwde oppervlakte is exclusief de bebouwde oppervlakte ten behoeve van een bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen (tenzij in 7.1.2. onder a anders vermeld)  

BEDRIJFSWONING
 
MAX.  
goothoogte   6 m  
(nok)hoogte   10 m  

BIJGEBOUWEN BIJ BEDRIJFSWONING   MAX.  
gezamenlijke oppervlakte per woning   120 m2, indien de bestaande oppervlakte groter is dan 120 m², geldt de bestaande oppervlakte als maximum.  
goothoogte   3 m  
(nok)hoogte   6 m  

BOUWWERKEN, GEEN GEBOUWEN ZIJNDE   MAX.  
hoogte afscheidingen   2 m  
hoogte van carports c.q. overkappingen   3 m  
oppervlakte van carports c.q. overkappingen   20 m²  
7.2.5 Inhoud bedrijfswoning

Voor de inhoud van bedrijfswoningen geldt het volgende:

  • a. indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 350 m3 maar kleiner dan 450 m3 dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 600 m3;
  • b. indien de bestaande inhoud van een woning groter is dan 450 m3 maar kleiner dan 800 m3, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 800 m3.
  • c. indien de bestaande inhoud van de bedrijfswoning groter is dan 800 m3, dan mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan deze bestaande inhoud.
7.2.6 Herbouw van bedrijfswoningen

Herbouw van bestaande bedrijfswoningen is, voor zover het de situering van de bedrijfswoning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voor zover:

  • a. de herbouw plaatsvindt op de bestaande fundamenten. Bij het ontbreken van de fundamenten vindt herbouw plaats op de (voormalige) bebouwingscontour;
  • b. de voorgevel van de te herbouwen bedrijfswoning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn.
  • c. herbouw vindt plaats in de bestaande bouwwijze.
7.2.7 Waterzuiveringsinstallatie

In afwijking van het bepaalde in 7.2, gelden ter plaatse van de aanduiding "waterzuiveringsinstallatie" de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 6,5 m;
  • b. het bebouwingspercentage mag ter plaatse van de aanduiding niet meer bedragen dan 32%.
7.2.8 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. ondergrondse bedrijfsgebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag en deze ondergrondse ruimten mogen uitsluitend facilitair van aard zijn, zoals opslagkelders, technische ruimtes e.d.;
  • b. de ondergrondse bedrijfgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van bestaande bovengrondse gebouwen;
  • c. ondergrondse ruimten (kelders) bij bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag en mogen uitsluitend worden gesitueerd onder de bedrijfswoning (met inbegrip van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen) dan wel tot maximaal 25 m2 buiten de bedrijfswoning, alsmede onder de vrijstaande bijgebouwen.
7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Omgevingsvergunning inhoud bedrijfswoning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.4 en 7.2.5 teneinde de toegestane inhoud van de bedrijfswoningen te vergroten, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 1000 m3;
  • b. de voorgeschreven goot- en bouwhoogte mag met maximaal 10% van de voorgeschreven maatvoering worden verhoogd;
  • c. de welstandscommissie wordt expliciet betrokken bij het besluit om al dan niet medewerking te verlenen aan de omgevingsvergunning;
  • d. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, dat wordt onderbouwd en gevisualiseerd in een terrein-/ beplantingsplan;
  • e. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • f. het plan mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven.
7.3.2 Omgevingsvergunning herbouw

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.6, teneinde verplaatsing of herbouw van een bedrijfswoning buiten de bestaande bebouwingscontour of fundamenten toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende bepalingen:

  • a. Er dient op enig punt aansluiting plaats te vinden op de bestaande funderingen; dit betekent dat de nieuwe situering van de te herbouwen bedrijfswoning in ieder geval dient aan te sluiten op de voormalige situering.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a. is het toegestaan de bedrijfswoning volledig buiten de bestaande fundamenten of bebouwingscontour te situeren, indien dit vanuit oogpunt van verkeersveiligheid noodzakelijk is.
  • c. De nieuwe situering van de bedrijfswoning is stedebouwkundig en milieukundig aanvaardbaar.
  • d. Door de herbouw wordt het landelijk karakter niet onevenredig aangetast.
  • e. De belangen van in de omgeving aanwezige functies en waarden mogen niet onevenredig worden geschaad.
7.3.3 Omgevingsvergunning kleine windturbines

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.4 teneinde ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" de oprichting van 1 kleine windturbine ten behoeve van (aanvullende) stroomverziening op het betreffende perceel mogelijk te maken, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de ashoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 15 m;
  • b. de tiphoogte van de kleine windturbine mag niet meer bedragen dan 20 m;
  • c. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. de omgevingsvergunning leidt niet tot een onevenredige aantasting van de in 7.1 genoemde waarden.
7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Strijdig gebruik

In aanvulling op het bepaalde van artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt onder gebruik strijdig met de bestemming in ieder geval begrepen het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. detailhandel, behoudens voorzover dit in 7.1.2 onder a is toegestaan;
  • c. (ondersteunende) horeca behoudens voorzover dit in 7.1.2 onder a is toegestaan;
  • d. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning en als afhankelijke woonruimte;
  • e. woondoeleinden, met uitzondering van de toegestane bedrijfswoningen;
  • f. het bewonen van bedrijfsruimte;
  • g. een seksinrichting en/of escortbedrijf.
  • h. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • i. risicovolle inrichtingen.
7.5 Afwijken van de gebruiksregels
7.5.1 Omgevingsvergunning mantelzorg

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4.1 onder d en e toestaan dat een (vrijstaand) bijgebouw wordt gebruikt als afhankelijke woonruimte ten behoeve van mantelzorg, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. een dergelijke bewoning is aantoonbaar nodig vanuit een oogpunt van mantelzorg. Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen vraagt het bevoegd gezag hieromtrent advies aan een onafhankelijk terzake deskundige instantie;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van in het geding zijnde belangen, waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
  • c. de afhankelijke woonruimte wordt ingepast binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen; met dien verstande dat de maximale oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen niet meer dan 120 m² mag bedragen;
  • d. er dient gebruik te worden gemaakt van het dichtst bij de hoofdwoning gelegen bijgebouw, tenzij op grond van doelmatigheidsmotieven een ander op het perceel gelegen bijgebouw/bedrijfsgebouw meer geschikt is;
  • e. de afhankelijke woonruimte dient te worden bewoond door degene(n) die de zorg nodig heeft/ hebben;
  • f. de voorziening dient te voldoen aan de eisen van het bouwbesluit;
  • g. zakenrechtelijke splitsing is niet toegestaan;
  • h. de afhankelijke woonruimte mag geen eigen ontsluiting hebben;
  • i. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden.
7.5.2 Omgevingsvergunning seksinrichting

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.4 onder g en toestaan dat gronden en/of bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de afstand tot de bebouwde kom bedraagt tenminste 250 m;
  • b. er is geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat;
  • c. de afstand tot gevoelige functies zoals scholen en religieuze functies bedraagt tenminste 250 m;
  • d. de afstand tussen seksinrichtingen onderling bedraagt tenminste 250 m;
  • e. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • f. er dient op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte;
  • g. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • h. het gebruik van opvallende licht en reclameborden is niet toegestaan.
7.6 Wijzigingsbevoegdheid
7.6.1 Wijziging naar andere vorm van niet-agrarisch bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen teneinde een andere vorm van niet-agrarische bedrijvigheid toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. uitsluitend zijn bedrijven toegestaan in de categorieën 1 en 2 van de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. er mag geen opslag buiten de gebouwen plaatsvinden;
  • c. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • d. een tweede bedrijfswoning, voor zover niet reeds aanwezig, is niet toegestaan;
  • e. voldaan moet worden aan de maatvoeringseisen uit 7.2.4;
  • f. detailhandel is niet toegestaan behoudens voor zover zulks in ondergeschikte vorm noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • g. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • h. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • i. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • j. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing. De initiatiefnemer dient hiertoe een door burgemeester en wethouders goed te keuren landschapsplan en realisatie overeenkomst te overleggen;
  • k. uit een over te leggen onderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie.
7.6.2 Wijziging in bestemming Wonen

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen in de bestemming Wonen, waarbij na bedrijfsbeeindiging de verbouw van een voormalige bedrijfswoning kan worden toegestaan, één en ander mits aan de volgende bepalingen wordt voldaan:

  • a. de bebouwde oppervlakte van de voormalige bedrijfswoning inclusief de inpandige bedrijfsgedeelte, mag niet worden vergroot, behoudens de reguliere bouwmogelijkheden van Artikel 21 Wonen - 1;
  • b. de bebouwde oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 120 m² per woning;
  • c. de bestaande situering van de bedrijfswoning mag niet worden gewijzigd;
  • d. de omvang van het bestemmingsvlak voor wonen wordt afgestemd op de functie en is doorgaans kleiner dan het bouwvlak voor het bedrijf; voor de gronden die niet binnen het bestemmingsvlak wonen vallen, dient de aangrenzende gebiedsbestemming (agrarisch) te worden opgenomen;
  • e. indien sprake is van een reductie van minimaal 50% van de oppervlakte van voormalige bedrijfsgebouwen, is hergebruik in de vorm van maximaal twee woongebouwen met maximaal 3 wooneenheden per woongebouw - naast de reeds bestaande (voormalige) bedrijfswoning - toegestaan. Bij hergebruik dient in ieder geval het voormalige agrarische hoofdgebouw waarin de voormalige bedrijfswoning is gelegen, te worden gebruikt. Alle gebouwen die niet voor woondoeleinden worden gebruikt dienen te worden gesloopt;
  • f. indien alle voormalige bedrijfsgebouwen - met uitzondering van het voormalige hoofdgebouw waarin de voormalige bedrijfswoning is gesitueerd en karakteristieke gebouwen als bedoeld onder g - worden gesloopt, is nieuwbouw in de vorm van maximaal twee woongebouwen met maximaal 3 wooneenheden per woongebouw -naast de reeds bestaande (voormalige) bedrijfswoning - toegestaan, waarbij sprake dient te zijn van een reductie van de bebouwde oppervlakte van het bouwvlak van minimaal 50%
  • g. sloop van karakteristieke gebouwen is niet toegestaan;
  • h. de woningen moeten een inhoud hebben van minimaal 300 m³ per wooneenheid;
  • i. de wijziging kan mede betrekking hebben op het toestaan van een woon-/werkeenheid in de vorm van een aan huis verbonden beroep danwel na omgevingsvergunning als bedoeld in 21.5.4 een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit;
  • j. de wijziging kan mede betrekking hebben op het hergebruik van bedrijfsbebouwing ten behoeve van inpandige opslag, hierbij wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. de aanduiding "opslag" wordt opgenomen;
    • 2. de activiteit dient plaats te vinden binnen de aanwezige gebouwen; er vindt geen uitbreiding van bebouwing ten behoeve van de activiteit plaats;
    • 3. de opslag mag niet plaatsvinden in kassen;
    • 4. er mag geen opslag buiten de gebouwen plaatsvinden;
    • 5. detailhandel is niet toegestaan;
  • k. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing. De initiatiefnemer dient hiertoe een door burgemeester en wethouders goed te keuren landschapsplan en realisatie overeenkomst te overleggen;
  • l. uit een onderzoek naar de bodemkwaliteit dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de nieuwe functie;
  • m. voldaan wordt aan de bepalingen bij of krachtens de Wet geluidhinder;
  • n. er wordt voldaan aan de geurnormen krachtens de Wet geurhinder en veehouderij, dan wel krachtens een op deze wet gebaseerde verordening;
  • o. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • p. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 7.1 omschreven waarden;
  • q. het gebruik mag niet leiden tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende agrarische bedrijven, voortvloeiende uit de milieu- en dierenwelzijnswetgeving;
  • r. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • s. de regels van Wonen - 1 worden van overeenkomstige toepassing verklaard.