Hoofdstuk 2 	Bestemmingsregels
						
							Artikel 3 	Wijziging artikel 1 Begrippen
							
								3.1 Toevoegen begrippen
							
							Aan artikel 1 'Begrippen' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' worden de volgende begrippen toegevoegd:
							
							
								- 
									1.8a agrarisch grondgebruik: 
								
								        gebruik van gronden in de open lucht voor het voortbrengen van plantaardige en/of             
								        dierlijke producten door bewerking van de natuurlijke en/of aangelegde bodem en/of           
								        door het houden van vee, met uitsluiting van gebouwen. 
							
							
							
								- 
									1.47a kennisecosysteem: 
									
										- 
											1. 
											Agro & Food sector: het geheel van verschillende bedrijven en/of instellingen die direct 
											of indirect betrokken zijn bij (of gelieerd zijn aan) de voedselproductie en onderzoek 
											en/of bedrijven en instellingen met disciplines of technologieën die ter ondersteuning 
											komen van en die direct of indirect (of gelieerd aan) toepassingen ontwikkelen en 
											diensten leveren voor betere, duurzamere, gezonde en veilige voedselproductie;
										
- 
											2. 
											Life Sciences: het geheel van verschillende bedrijven en/of instellingen met disciplines 
											of technologieën die ter ondersteuning komen van en die direct of indirect (of gelieerd 
											aan) actief zijn op het gebied van:
											
												- 
													a. 
													voedsel en voedsel productie (food and food production)
												
- 
													b. 
													leefomgeving en klimaat (living environment and climate)
												
- 
													c. 
													gezondheid (inclusief geneesmiddelen en voedingsmiddelen), leefstijl en 
													levensonderhoud (health, lifestyle and livelihood).
												
 
 
								- 
									1.47b kennisintensieve bedrijven en/of instellingen: bedrijven, instellingen en instituten, 
									die uitsluitend of in hoofdzaak hoogwaardig onderzoek verrichten en of technologisch 
									hoogwaardige producten, productiewijzen en/of processen ontwikkelen, onderzoeken, 
									vervaardigen, testen, evalueren of anderszins bewerken of verwerken, met inbegrip van 
									met deze activiteiten samenhangende advieswerkzaamheden.
								
								- 
									1.52a maatschappelijk ondernemer:
								
								        agrarisch grondgebruik van een ondernemer gespecialiseerd in tuinen en/ of  kwekerijen, 	
								        die met meerdere medewerkers, vrijwilligers of zorgcliënten werkt. Daarnaast kan er sprake   
								        zijn van een kleinschalig recreatief en/of educatief aanbod door middel van rondleidingen,  
								         tentoonstellingen, bijeenkomsten en lezingen.  Een en ander passend bij de rustieke              
								         uitstraling van het terrein en de omgeving met een rustige uitstraling. Feesten en partijen     
								         zijn niet toegestaan.
							
							
							
								- 1.60a onderwijs en onderzoek: voorzieningen ten behoeve van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek dan wel hieraan gerelateerde voorzieningen, waaronder:
										- 
											1. 
											praktijk- en lesruimten;
										
- 
											2. 
											laboratoria;
										
- 
											3. 
											congresfaciliteiten;
										
- 
											4. 
											niet-zelfstandige kantoren;
										
- 
											5. 
											dienstverlening.
										
 
								- 
									1.60b opslag- en schuilgelegenheid:
								
								        Een overdekte en eventueel afsluitbare ruimte, met als doel opslagruimte te bieden voor        
								        materialen ten behoeve van agrarisch grondgebruik en schuilgelegenheid te bieden aan       
								       personen die werkzaam zijn bij of bezoeker zijn van de maatschappelijk ondernemer.              
								       Stalling van dieren valt hier niet onder.
							
							
							
								- 
									1.72a synergiebedrijvigheid: bedrijven of instellingen die op zichzelf niet behoren tot het 
									kennisecosysteem, maar die goederen of diensten leveren aan onder meer bedrijven of 
									instellingen in het kennisecosysteem.
								
								- 
									1.90a yogacentrum: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig 
									of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, het beoefenen van yoga wordt aangeboden;
								
								- 
									1.90b woonzorgvoorziening: voorziening bestaande uit zorgwoningen in combinatie met 
									gemeenschappelijke voorzieningen, in hoofdzaak ten behoeve van de bewoners van deze 
									zorgwoningen;
								
								- 
									1.90c zorgwoning: een woning bestemd voor verzorgd wonen, die niet via de reguliere 
									woningdistributie beschikbaar komt, maar waarvan minimaal één van de bewoners 
									vanwege de beperkte zelfredzaamheid vanaf aanvang van bewoning - op basis van een 
									ter zake van overheidswege gehanteerd systeem - is geïndiceerd voor zorg, waarbij die 
									zorg beschikbaar is in de directe nabijheid van de woning en welke zorg door minimaal 
									één van de bewoners ook daadwerkelijk wordt afgenomen.
								
								3.2 Wijzigen begrippen
							
							In artikel 1 'Begrippen' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt het volgende begrip gewijzigd:
							
							
							
								het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de 
								bouwverordening is vast te stellen, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte bouwterrein;
							
							
								a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de 
								weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
							
							
								b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte 
								van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang;
							
							
								c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest 
								nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
							
							
						 
						
							Artikel 4 	Wijziging artikel  3 Agrarisch - Onderzoek en onderwijs
							Artikel 3 'Agrarisch - Onderzoek en onderwijs' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt als volgt gewijzigd: 
							
								- in 3.2.4: 
										Een bedrijfswoning is niet toegestaan.Alleen bestaande bedrijfswoningen zijn 
									toegestaan.
 
						
							Artikel 5 	Wijziging artikel 6 Agrarisch met waarden - Stadsrandgebied 
							Aan artikel 6 'Agrarisch met waarden - Stadsrandgebied' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toegevoegd danwel gewijzigd: 
							
							
								- in sublid 6.1.1 bepaling j: een maatschappelijk ondernemer, uitsluitend ter plaatse van de 
									aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - maatschappelijk ondernemer';
								
								- in sublid 6.1.1 bepaling k: een opslag- en schuilgelegenheid, uitsluitend ter plaatse van 
									de aanduiding 'specifieke vorm van agarisch - opslag- en schuilgelegenheid'; 
								
								- in sublid 6.1.1 bepaling m: een teeltondersteunende kas, uitsluitend ter plaatse van de 
									aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende kas' ten behoeve van de 
									bedrijfsvoering van een maatschappelijk ondernemer';
								
								- in sublid 6.2.2. wordt het gestelde onder a vervangen door: 
								Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' een opslag- en berging met een oppervlakte van 
								maximaal 2 m² per 50 m² volkstuin en een bouwhoogte van maximaal 1,5 meter;
							
							
							
								- in sublid 6.2.2. onder d: , uitgezonderd een teeltondersteunende kas, ter plaatse van de 
									aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende kas'. De bouwhoogte 
									van de teeltondersteunende kas bedraagt maximaal 2,5 meter, de oppervlakte maximaal 
									20 m². Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'en de aanduiding 
									'maximum oppervlakte (m2)' geldt de aangegeven maatvoering. 
								
								- in lid 6.2 een sublid 6.2.3 'Opslag- en schuilgelegenheden'  dat luidt als volgt:
								
								
									6.2.3 Opslag- en schuilgelegenheden
								
							
							
								Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslag en 			
								schuilgelegenheid' mag:
							
							
								- 
									a. 
									De totale oppervlakte aan opslag- en schuilgelegenheden niet meer bedragen dan 50 m²;
								
- 
									b. 
									De bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 meter.Ter plaatse van de aanduiding 
									'maximum bouwhoogte (m)' geldt de aangegeven maatvoering. 
								
								- in sublid 6.4.4 een derde uitzondering in het 'Schema omgevingsvergunningen onder Omgevingsvergunningplichtige werken/ werkzaamheden onder het bebossen of beplanten van gronden met houtige gewassen, met uitzondering van':
								        hagen tot een hoogte van 1,5 meter en solitaire schuilbomen ten behoeve van het             
							
							
								        houden van dieren
							
							
							
								- een lid 6.3 'Gebruiksregels' met: 
- een  sublid 6.3.1 'Maatschappelijk ondernermers' dat luidt als volgt:
								- 
									a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - maatschappelijk ondernemer' is het niet toegestaan de gronden en bouwwerken te verhuren aan derden.
- 
									b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - maatschappelijk ondernemer' is het voor commerciele doeleinden ontvangen van groepen uitsluitend toegestaan indien op eigen terrein wordt voorzien in voldoende sanitaire voorzieningen.
- 
									c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslag en schuilgelegenheid' mag de bebouwing enkel in gebruik worden genomen indien ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - maatschappelijk ondernemer' alle illegaal opgerichte bebouwing binnen 2 jaar na de realisatie van de opslag/schuilgelegenheid wordt verwijderd.
								-  relevante leden en opsommingen hernummeren.
 
						
							Artikel 6 	Toevoegen artikel 13A Groen - 1
							Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 13A Groen - 1' toegevoegd dat luidt als volgt: 
							
							
								
									Artikel 13A Groen - 1
								
							
							
								
									13A.1 Bestemmingsomschrijving
								
							
							
								De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
							
							
								- 
									a. 
									groenvoorzieningen;
								
- 
									b. 
									wegen en paden;
								
- 
									c. 
									ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
								
- 
									d. 
									water, waterberging en waterlopen;
								
- 
									e. 
									het behoud van een houtwal ter plaatse van de aanduiding 'houtwal';
								
- 
									f. 
									het behoud en/of de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone ter plaatse van de 
									aanduidingen 'ecologische verbindingszone' en 'specifieke vorm van groen – ecologische 
									verbindingszone 1' of bij de aanduiding 'specifieke vorm van groen – ecologische 
									verbindingszone 1' maximaal 30 meter aan weerszijden daarvan;
								
								
									
								
								met daaraan ondergeschikt de daarbij behorende:
							
							
								bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
							
							
							
								
								
									13A.2 Bouwregels
								
							
							
								
									13A.2.1
								
							
							
								Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
							
							
								
									
								
								
									13A.2.2
								
							
							
								Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
							
							
								- 
									a. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 10 meter;
- 
									b. 
									de bouwhoogte van kunstwerken en lichtmasten bedraagt maximaal 6 meter;
								
- 
									c. 
									de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 4 
									meter.
								
								
									
								
								
									13A.3 Nadere eisen
								
							
							
								Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van onevenredige 
								aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen stellen aan de plaats en de 
								afmetingen van de verharding.
							
							
								
									
								
								
									13A.4 Specifieke gebruiksregels
								
							
							Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
							
								- 
									a. opslag of het laten opslaan van bagger en grondspecie;
- 
									b. 
									opslag of het laten opslaan van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte 
									werktuigen en machines of onderdelen daarvan, (bouw)materialen, afval, puin, grind of 
									brandstoffen;
								
- 
									c. 
									het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van prostitutie en/of een 
									seksinrichting en/of een escortbedrijf.
								
								
								
									13A.5 
								Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (aanlegvergunning)
							
							
								
									13A.5.1
								
							
							
								Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders op 
								de in lid 13A.1 onder e en f bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
							
							
								- 
									a. 
									het verwijderen van diepwortelende beplanting en het rooien en/of kappen van bomen of 
									andere houtgewassen;
								
- 
									b. 
									andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot 
									gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
								
								
									
								
								
									13A.5.2
								
							
							
								Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het 
								ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend 
								onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de houtwal en/of ecologische verbindingszone en 
								hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet 
								gekomen.
							
							
								
									
								
								
									13A.5.3
								
							
							
								Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is nodig voor:
							
							
								- 
									a. 
									andere werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
								
- 
									b. 
									andere werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan 
									of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of 
									verleende vergunning.
								
 
						
							Artikel 7 	Wijziging artikel 15 Maatschappelijk 
							Artikel 15 'Maatschappelijk' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt als volgt gewijzigd:
							
								- in sublid 15.1.2. onder b wordt de omschrijving van het type maatschappelijke functie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4' vervangen door: een woonzorgvoorziening met maximaal 72 zorgwoningen met bijbehorende 
									voorzieningen ten behoeve van zorg en verpleging.
								
 
						
							Artikel 8 	Toevoegen artikel 15A Maatschappelijk - Onderwijs
							Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 15A Maatschappelijk - Onderwijs' toegevoegd dat luidt als volgt: 
							
							
								
									Artikel 15A Maatschappelijk - Onderwijs
								
							
							
								
									15A.1 Bestemmingsomschrijving
								
							
							
								De voor 'Maatschappelijk - Onderwijs' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
							
							
								- 
									a. 
									onderwijs en onderzoek;
								
- 
									b. 
									een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' al dan niet in 
									combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep tot 
									maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van de bedrijfswoning, met inbegrip van de 
									bijbehorende bijgebouwen en aan- en uitbouwen, en met een maximum per 
									bedrijfswoning van:
									
										- 
											1. 
											45 m² bij een bouwperceel tot 750 m²;
										
- 
											2. 
											60 m² bij een bouwperceel van 750 m² tot 1.500 m²;
										
- 
											3. 
											75 m² bij een bouwperceel vanaf 1.500 m²;
										
 
- 
									c. 
									nutsvoorzieningen;
								
- 
									d. 
									maximaal 500 m² aan onderwijs en onderzoek ondergeschikte kennisintensieve bedrijven 
									en instellingen waarbij de bijbehorende milieucategorie niet hoger is dan 2 zoals genoemd 
									in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten Maatschappelijk-Onderwijs;
								
- 
									e. 
									wegen en paden;
								
- 
									f. 
									groenvoorzieningen;
								
- 
									g. 
									ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
								
- 
									h. 
									water, waterberging en waterlopen;
								
								met de daarbij behorende:
							
							
								- 
									i. 
									gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
								
- 
									j. 
									bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
								
								
									
								
								
									15A.2 Bouwregels
								
							
							
								
									15A.2.1
								
							
							
								Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
							
							
								- 
									a. 
									gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
								
- 
									b. 
									voor alle bouwvlakken die met elkaar zijn verbonden ter plaatse van de figuur 'relatie' 
									geldt, dat de totale gezamenlijke bebouwde oppervlakte van de gebouwen maximaal 
									30.000 m² mag bedragen;
								
- 
									c. 
									ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' bedraagt de bouwhoogte 
									maximaal de aangegeven bouwhoogte;
								
- 
									d. 
									ter plaatse van de aanduiding 'minimale-maximale bouwhoogte' bedraagt de 
									bouwhoogte minimaal en maximaal de aangegeven bouwhoogte.
								
								
									
								
								
									15A.2.2
								
							
							
								Voor het bouwen ten behoeve van een nutsvoorziening gelden de volgende regels:
							
							
								- 
									a. 
									een gebouw ten behoeve van de nutsvoorziening mag uitsluitend binnen het bouwvlak 
									worden gebouwd;
								
- 
									b. 
									de goothoogte mag maximaal 3 meter bedragen.
								
								
									
								
								
									15A.2.3
								
							
							
								Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
							
							
								- 
									a. 
									bedrijfswoningen worden binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 
									'bedrijfswoning' gebouwd;
								
- 
									b. 
									de bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 9 meter;
								
- 
									c. 
									de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 6 meter.
								
								
									
								
								
									15A.2.4
								
							
							
								Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen 
								gelden de volgende regels:
							
							
								- 
									a. 
									bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak ter 
									plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gebouwd en op een afstand van minimaal 3 
									meter achter het verlengde van de voorgevel van de bedrijfswoning;
								
- 
									b. 
									de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen 
									bedraagt per bedrijfswoning maximaal 50 m²;
								
- 
									c. 
									de bouwhoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt 
									maximaal 3 meter.
								
								
									
								
								
									15A.2.5
								
							
							
								Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
							
							
								- 
									a. 
									de bouwhoogte van voorzieningen, installaties en vlaggenmasten bedraagt maximaal 10 
									meter;
								
- 
									b. 
									de bouwhoogte van kunstwerken en lichtmasten bedraagt maximaal 6 meter;
								
- 
									c. 
									de bouwhoogte van erf- en terreinscheidingen bedraagt maximaal 3 meter;
								
- 
									d. 
									de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 4 
									meter.
								
								
									
								
								
									15A.3 Nadere eisen
								
							
							
								Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en 
								maatvoering van de bebouwing, indien dit noodzakelijk is om een onevenredige aantasting 
								van het straat- en bebouwingsbeeld te voorkomen.
							
							
								
									
								
								
									15A.4 Afwijken van de bouwregels
								
							
							
								Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 15A.2.1 onder a en 
								toestaan dat gebouwen ten behoeve van fietsenstallingen buiten het bouwvlak worden 
								gebouwd, met dien verstande dat:
							
							
								- 
									a. 
									de fietsenstalling een maximale oppervlakte van 50 m² heeft;
								
- 
									b. 
									de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
								
- 
									c. 
									de fietsenstalling geen nadelige gevolgen heeft voor de verkeersveiligheid.
								
								
									
								
								
									15A.5 Specifieke gebruiksregels
								
							
							
								Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
							
							
								- 
									a. 
									het gebruik van (bij)gebouwen voor bewoning, met uitzondering van bedrijfswoningen en 
									bijbehorende aan- en uitbouwen;
								
- 
									b. 
									het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van prostitutie en/of een 
									seksinrichting en/of een escortbedrijf;
								
- 
									c. 
									het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van zelfstandige horeca en/of 
									zelfstandige detailhandel;
								
- 
									d. 
									het gebruik van gronden en gebouwen voor synergiebedrijvigheid.
								
								
									15A.6 Afwijken van de gebruiksregels
								
							
							
								
									15A.6.1 Afwijken ten behoeve van buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven
								
							
							
								Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de betreffende bestemming ten 
								behoeve van buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven, met dien verstande dat de 
								daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven en onder de volgende 
								voorwaarden:
							
							
								- 
									a. 
									de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in de omgeving;
								
- 
									b. 
									de activiteiten moeten voldoen aan de door de GGD en de brandweer gestelde eisen;
								
- 
									c. 
									er dient voldaan te worden aan de voorkeurswaarden uit de Wet geluidhinder dan wel op 
									grond van akoestisch onderzoek of anderszins aangetoond te worden dat de betreffende 
									functie ruimtelijk aanvaardbaar is;
								
- 
									d. 
									de activiteiten vinden naast of in combinatie met het volgens de betreffende bestemming 
									toegestane gebruik plaats en mogen daarvoor geen belemmering vormen;
								
- 
									e. 
									de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het 
									verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.
								
 
						
							Artikel 9 	Wijziging artikel 21 Wonen
							Aan artikel 21 'Wonen' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toegevoegd:
							
								- in sublid 21.1.1 onder d.: kamergewijze verhuur uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 
									'specifieke vorm van wonen – kamergewijze verhuur;
								
								- in sublid 21.1.1 onder e.: een yogacentrum uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 
									'specifieke vorm van wonen – yogacentrum', waarvan de oppervlakte bebouwing niet 
									meer mag bedragen dan 135 m2; 
								
								- in sublid 21.2.2 onder d: ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak 
									m2' bedraagt de oppervlakte maximaal de aangegeven oppervlakte. 
								
								- in lid 21.4 een sublid 21.4.2 'Yogacentrum': ter plaatse van de aanduiding 'specifieke 
									vorm van wonen – yogacentrum' is het geven vab les in de buitenruimte toegestaan. 
								
								- in lid 21.4 een sublid 21.4.3 'Kamergewijze verhuur': ter plaatse van de aanduiding 
									'specifieke vorm van wonen – kamergewijze verhuur' is kamergewijze verhuur toegestaan 
									in de gehele woning tot maximaal 20 kamers te verhuren.
								
 
						
							Artikel 10 	Wijziging artikel 22 Wonen-1
							Aan artikel 22 'Wonen - 1' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toevoegd:
							
							
								- in lid 22.3 een sublid 22.3.2 'Uitsterfregeling autohandel': 
								
								- 
									a. 
									Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - uitsterfregeling' is het 
									medegebruik van de bestemming 'Wonen- 1' ten behoeve van een autohandel, niet zijnde 
									autoreparatie,  in afwijking van het bepaalde in 22.1.1, toegestaan.
								
- 
									b. 
									Indien het gebruik als bedoeld onder a gedurende een onafgebroken periode van ten 
									minste een jaar is gestaakt, mag de bebouwing en bijbehorende gronden daarna niet 
									meer ten behoeve van autohandel in gebruik worden genomen.
								
								- in lid 22.3 een sublid 22.3.3 'Voorwaardelijke verplichting ': 
								
								- 
									a. 
									Het bouwen van nieuwe gebouwen en/of overkappingen ter plaatse van de aanduiding 
									'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Grintweg 251' is uitsluitend 
									toegestaan indien op eigen terrein wordt voorzien in een voorziening voor de berging van 
									hemelwater met een capaciteit van ten minste 3  m3 per 100 m2 bebouwd oppervlak;
								
- 
									b. 
									De gebouwen en overkappingen zoals bedoeld in sub a mogen uitsluitend worden 
									gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 indien de voorziening voor de berging 
									van hemelwater in stand wordt gehouden.
								
 
						
							Artikel 11 	Wijziging artikel 23 Wonen - 2
							Aan artikel 23 'Wonen - 2' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toegevoegd:
							
								- 
									in sublid 23.2.3 onder a.:  , en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'.
								
 
						
							Artikel 12 	Wijziging artikel 30 Leiding - Hoogspanningsverbinding
							Aan artikel 30 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toegevoegd:
							
								- sublid 30.2.3 Maatvoering als volgt genummerd en aangevuld:
								- 
									a. 
									Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter.
								
- 
									b. 
									Bouwhoogte van hoogspanningsmasten maximaal 40 meter.
								
 
						
							Artikel 13 	Toevoegen artikel 38A Waterstaat - Waterkering 2
							Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 38A Waterstaat - Waterkering' toegevoegd dat luidt als volgt:
							
							
								
									Artikel 38A Waterstaat - Waterkering 2
								
							
							
								
									38A.1 Bestemmingsomschrijving
								
							
							
								De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar 
								voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:
							
							
								- 
									a. 
									het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering;
								
- 
									b. 
									bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere 
									waterstaatswerken.
								
								
									38A.2 Bouwregels
								
							
							
								Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
							
							
								- 
									a. 
									op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 38A.1 genoemde bestemming 
									uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; 
								
- 
									b. 
									de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder waterkerende functie 
									bedraagt ten hoogste 3 meter;
								
- 
									c. 
									ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag niet worden 
									gebouwd.
								
								
									38A.3 Afwijken van de bouwregels
								
							
							
								Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van lid 38A.2 onder c, 
								met inachtneming van de volgende regels:
							
							
								- 
									a. 
									de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
								
- 
									b. 
									het belang van de waterkering wordt niet onevenredig geschaad en vooraf wordt 
									schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
								
								
									38A.4 Specifieke gebruiksregels
								
								
									
								
								Het aanleggen en instandhouden van de waterkering geschiedt ter plaatse van de aanduiding 
								'dwarsprofiel' overeenkomstig de met de aanduiding 'dwarsprofiel' opgenomen 
								dwarsprofielen. Met dien verstande dat:
							
							
								- 
									a. 
									indien op een locatie twee dwarsprofielen zijn opgenomen aanleg en instandhouding 
									geschiedt overeenkomstig één van beide dwarsprofielen;
								
- 
									b. 
									de hoogte van de waterkering bedraagt niet minder dan de op het dwarsprofiel 
									aangegeven ontwerphoogte en niet meer dan de op het dwarsprofiel aangegeven hoogte 
									danwel aanleghoogte.
								
								
									
								
								
									38A.5 Afwijken van de gebruiksregels
								
							
							
								De Minister kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 38A.4 voor zover dit noodzakelijk 
								blijkt te zijn voor de uitvoering van het project en mits vanuit een goede ruimtelijke ordening en 
								de hydraulische taakstelling daartegen geen bezwaar bestaat. De Minister neemt daarbij de 
								volgende regels in acht:
							
							
								- 
									a. 
									de hoogte van kunstwerken op de dijk wordt met ten hoogste 10% gewijzigd.
								
 
						
							Artikel 14 	Toevoegen artikel 40.6 Vrijwaringszone - dijk - 1
							Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 40.4 Vrijwaringszone - dijk - 1' toegevoegd dat luidt als volgt:
							
							
								
									Artikel 40.6 Vrijwaringszone - dijk - 1
								
							
							
								- 
									a. 
									Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 1' zijn de gronden, naast de 
									voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming, 
									onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
								
- 
									b. 
									Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 1' mag niet 
									worden gebouwd, behoudens ondergrondse verankeringselementen ten behoeve van de 
									in dit plan vervatte dijkverbetering.
								
- 
									c. 
									Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van lid 
									40.4 onder b, met inachtneming van de volgende regels:
									
										- 
											1. 
											de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
										
- 
											2. 
											het belang van de waterkering wordt niet onevenredig geschaad en vooraf wordt 
											schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
										
 
 
						
							Artikel 15 	Toevoegen artikel 41 Algemene afwijkingsregels
							Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 40A Algemene afwijkingsregels' toegevoegd, dat luidt als volgt:
							
							
								
									Artikel 41 Algemene afwijkingsregels
								
							
							
								Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
							
							
								- 
									a. 
										het bouwvlak en de bouwhoogte met minimaal de dikte van de benodigde isolatie en 
									installaties die nodig zijn om het gebouw energiezuiniger te maken of energie op te 
									wekken.  
								
								- De navolgende artikelen hernummeren.
 
						
							Artikel 16 	Toevoegen artikel 42 Overige regels
							Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 42 Overige regels' toegevoegd, dat luidt als volgt:
							
							
								
									Artikel 42 Overige regels
								
							
							
								
									42.1 Parkeernorm
								
							
							
								- 
									a. Bij nieuwbouw, uitbreiding en/of functieverandering van een gebouw dient tenminste voldaan te worden het door de gemeente vastgestelde parkeerbeleid. 
- 
									b. Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a, indien wordt voorzien in een parkeervoorziening die gelet op de parkeerbelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig is als bedoeld in sub a, daarbij rekening houdend met de reeds bestaande stedelijke ontwikkeling ter plaatse en de mogelijkheid van dubbelgebruik.
- 
									c. Burgemeester en wethouders kunnen de parkeernormen als opgenomen in sub a wijzigen indien er een aanpassing of wijziging van het parkeerbeleid heeft plaatsgevonden.
								- De navolgende artikelen hernummeren.