Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Wijziging artikel 1 Begrippen
3.1 Toevoegen begrippen
Aan artikel 1 'Begrippen' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' worden de volgende begrippen toegevoegd:
-
1.8a agrarisch grondgebruik:
gebruik van gronden in de open lucht voor het voortbrengen van plantaardige en/of
dierlijke producten door bewerking van de natuurlijke en/of aangelegde bodem en/of
door het houden van vee, met uitsluiting van gebouwen.
-
1.47a kennisecosysteem:
-
1.
Agro & Food sector: het geheel van verschillende bedrijven en/of instellingen die direct
of indirect betrokken zijn bij (of gelieerd zijn aan) de voedselproductie en onderzoek
en/of bedrijven en instellingen met disciplines of technologieën die ter ondersteuning
komen van en die direct of indirect (of gelieerd aan) toepassingen ontwikkelen en
diensten leveren voor betere, duurzamere, gezonde en veilige voedselproductie;
-
2.
Life Sciences: het geheel van verschillende bedrijven en/of instellingen met disciplines
of technologieën die ter ondersteuning komen van en die direct of indirect (of gelieerd
aan) actief zijn op het gebied van:
-
a.
voedsel en voedsel productie (food and food production)
-
b.
leefomgeving en klimaat (living environment and climate)
-
c.
gezondheid (inclusief geneesmiddelen en voedingsmiddelen), leefstijl en
levensonderhoud (health, lifestyle and livelihood).
-
1.47b kennisintensieve bedrijven en/of instellingen: bedrijven, instellingen en instituten,
die uitsluitend of in hoofdzaak hoogwaardig onderzoek verrichten en of technologisch
hoogwaardige producten, productiewijzen en/of processen ontwikkelen, onderzoeken,
vervaardigen, testen, evalueren of anderszins bewerken of verwerken, met inbegrip van
met deze activiteiten samenhangende advieswerkzaamheden.
-
1.52a maatschappelijk ondernemer:
agrarisch grondgebruik van een ondernemer gespecialiseerd in tuinen en/ of kwekerijen,
die met meerdere medewerkers, vrijwilligers of zorgcliënten werkt. Daarnaast kan er sprake
zijn van een kleinschalig recreatief en/of educatief aanbod door middel van rondleidingen,
tentoonstellingen, bijeenkomsten en lezingen. Een en ander passend bij de rustieke
uitstraling van het terrein en de omgeving met een rustige uitstraling. Feesten en partijen
zijn niet toegestaan.
- 1.60a onderwijs en onderzoek: voorzieningen ten behoeve van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek dan wel hieraan gerelateerde voorzieningen, waaronder:
-
1.
praktijk- en lesruimten;
-
2.
laboratoria;
-
3.
congresfaciliteiten;
-
4.
niet-zelfstandige kantoren;
-
5.
dienstverlening.
-
1.60b opslag- en schuilgelegenheid:
Een overdekte en eventueel afsluitbare ruimte, met als doel opslagruimte te bieden voor
materialen ten behoeve van agrarisch grondgebruik en schuilgelegenheid te bieden aan
personen die werkzaam zijn bij of bezoeker zijn van de maatschappelijk ondernemer.
Stalling van dieren valt hier niet onder.
-
1.72a synergiebedrijvigheid: bedrijven of instellingen die op zichzelf niet behoren tot het
kennisecosysteem, maar die goederen of diensten leveren aan onder meer bedrijven of
instellingen in het kennisecosysteem.
-
1.90a yogacentrum: een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig
of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, het beoefenen van yoga wordt aangeboden;
-
1.90b woonzorgvoorziening: voorziening bestaande uit zorgwoningen in combinatie met
gemeenschappelijke voorzieningen, in hoofdzaak ten behoeve van de bewoners van deze
zorgwoningen;
-
1.90c zorgwoning: een woning bestemd voor verzorgd wonen, die niet via de reguliere
woningdistributie beschikbaar komt, maar waarvan minimaal één van de bewoners
vanwege de beperkte zelfredzaamheid vanaf aanvang van bewoning - op basis van een
ter zake van overheidswege gehanteerd systeem - is geïndiceerd voor zorg, waarbij die
zorg beschikbaar is in de directe nabijheid van de woning en welke zorg door minimaal
één van de bewoners ook daadwerkelijk wordt afgenomen.
3.2 Wijzigen begrippen
In artikel 1 'Begrippen' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt het volgende begrip gewijzigd:
het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de
bouwverordening is vast te stellen, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte bouwterrein;
a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de
weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte
van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang;
c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest
nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
Artikel 4 Wijziging artikel 3 Agrarisch - Onderzoek en onderwijs
Artikel 3 'Agrarisch - Onderzoek en onderwijs' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt als volgt gewijzigd:
- in 3.2.4:
Een bedrijfswoning is niet toegestaan. Alleen bestaande bedrijfswoningen zijn
toegestaan.
Artikel 5 Wijziging artikel 6 Agrarisch met waarden - Stadsrandgebied
Aan artikel 6 'Agrarisch met waarden - Stadsrandgebied' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toegevoegd danwel gewijzigd:
- in sublid 6.1.1 bepaling j: een maatschappelijk ondernemer, uitsluitend ter plaatse van de
aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - maatschappelijk ondernemer';
- in sublid 6.1.1 bepaling k: een opslag- en schuilgelegenheid, uitsluitend ter plaatse van
de aanduiding 'specifieke vorm van agarisch - opslag- en schuilgelegenheid';
- in sublid 6.1.1 bepaling m: een teeltondersteunende kas, uitsluitend ter plaatse van de
aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende kas' ten behoeve van de
bedrijfsvoering van een maatschappelijk ondernemer';
- in sublid 6.2.2. wordt het gestelde onder a vervangen door:
Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' een opslag- en berging met een oppervlakte van
maximaal 2 m² per 50 m² volkstuin en een bouwhoogte van maximaal 1,5 meter;
- in sublid 6.2.2. onder d: , uitgezonderd een teeltondersteunende kas, ter plaatse van de
aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - teeltondersteunende kas'. De bouwhoogte
van de teeltondersteunende kas bedraagt maximaal 2,5 meter, de oppervlakte maximaal
20 m². Ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)'en de aanduiding
'maximum oppervlakte (m2)' geldt de aangegeven maatvoering.
- in lid 6.2 een sublid 6.2.3 'Opslag- en schuilgelegenheden' dat luidt als volgt:
6.2.3 Opslag- en schuilgelegenheden
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslag en
schuilgelegenheid' mag:
-
a.
De totale oppervlakte aan opslag- en schuilgelegenheden niet meer bedragen dan 50 m²;
-
b.
De bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 meter.Ter plaatse van de aanduiding
'maximum bouwhoogte (m)' geldt de aangegeven maatvoering.
- in sublid 6.4.4 een derde uitzondering in het 'Schema omgevingsvergunningen onder Omgevingsvergunningplichtige werken/ werkzaamheden onder het bebossen of beplanten van gronden met houtige gewassen, met uitzondering van':
hagen tot een hoogte van 1,5 meter en solitaire schuilbomen ten behoeve van het
houden van dieren
- een lid 6.3 'Gebruiksregels' met:
- een sublid 6.3.1 'Maatschappelijk ondernermers' dat luidt als volgt:
-
a. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - maatschappelijk ondernemer' is het niet toegestaan de gronden en bouwwerken te verhuren aan derden.
-
b. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - maatschappelijk ondernemer' is het voor commerciele doeleinden ontvangen van groepen uitsluitend toegestaan indien op eigen terrein wordt voorzien in voldoende sanitaire voorzieningen.
-
c. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - opslag en schuilgelegenheid' mag de bebouwing enkel in gebruik worden genomen indien ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - maatschappelijk ondernemer' alle illegaal opgerichte bebouwing binnen 2 jaar na de realisatie van de opslag/schuilgelegenheid wordt verwijderd.
- relevante leden en opsommingen hernummeren.
Artikel 6 Toevoegen artikel 13A Groen - 1
Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 13A Groen - 1' toegevoegd dat luidt als volgt:
Artikel 13A Groen - 1
13A.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a.
groenvoorzieningen;
-
b.
wegen en paden;
-
c.
ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
-
d.
water, waterberging en waterlopen;
-
e.
het behoud van een houtwal ter plaatse van de aanduiding 'houtwal';
-
f.
het behoud en/of de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone ter plaatse van de
aanduidingen 'ecologische verbindingszone' en 'specifieke vorm van groen – ecologische
verbindingszone 1' of bij de aanduiding 'specifieke vorm van groen – ecologische
verbindingszone 1' maximaal 30 meter aan weerszijden daarvan;
met daaraan ondergeschikt de daarbij behorende:
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
13A.2 Bouwregels
13A.2.1
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
13A.2.2
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 10 meter;
-
b.
de bouwhoogte van kunstwerken en lichtmasten bedraagt maximaal 6 meter;
-
c.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 4
meter.
13A.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van onevenredige
aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen stellen aan de plaats en de
afmetingen van de verharding.
13A.4 Specifieke gebruiksregels
Onder gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval begrepen het gebruiken en/of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:
-
a. opslag of het laten opslaan van bagger en grondspecie;
-
b.
opslag of het laten opslaan van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte
werktuigen en machines of onderdelen daarvan, (bouw)materialen, afval, puin, grind of
brandstoffen;
-
c.
het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van prostitutie en/of een
seksinrichting en/of een escortbedrijf.
13A.5
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden (aanlegvergunning)
13A.5.1
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders op
de in lid 13A.1 onder e en f bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
-
a.
het verwijderen van diepwortelende beplanting en het rooien en/of kappen van bomen of
andere houtgewassen;
-
b.
andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot
gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
13A.5.2
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het
ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de houtwal en/of ecologische verbindingszone en
hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet
gekomen.
13A.5.3
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is nodig voor:
-
a.
andere werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
b.
andere werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan
of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of
verleende vergunning.
Artikel 7 Wijziging artikel 15 Maatschappelijk
Artikel 15 'Maatschappelijk' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt als volgt gewijzigd:
- in sublid 15.1.2. onder b wordt de omschrijving van het type maatschappelijke functie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 4' vervangen door: een woonzorgvoorziening met maximaal 72 zorgwoningen met bijbehorende
voorzieningen ten behoeve van zorg en verpleging.
Artikel 8 Toevoegen artikel 15A Maatschappelijk - Onderwijs
Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 15A Maatschappelijk - Onderwijs' toegevoegd dat luidt als volgt:
Artikel 15A Maatschappelijk - Onderwijs
15A.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Onderwijs' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a.
onderwijs en onderzoek;
-
b.
een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' al dan niet in
combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep tot
maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van de bedrijfswoning, met inbegrip van de
bijbehorende bijgebouwen en aan- en uitbouwen, en met een maximum per
bedrijfswoning van:
-
1.
45 m² bij een bouwperceel tot 750 m²;
-
2.
60 m² bij een bouwperceel van 750 m² tot 1.500 m²;
-
3.
75 m² bij een bouwperceel vanaf 1.500 m²;
-
c.
nutsvoorzieningen;
-
d.
maximaal 500 m² aan onderwijs en onderzoek ondergeschikte kennisintensieve bedrijven
en instellingen waarbij de bijbehorende milieucategorie niet hoger is dan 2 zoals genoemd
in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten Maatschappelijk-Onderwijs;
-
e.
wegen en paden;
-
f.
groenvoorzieningen;
-
g.
ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
-
h.
water, waterberging en waterlopen;
met de daarbij behorende:
-
i.
gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
-
j.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15A.2 Bouwregels
15A.2.1
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a.
gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
-
b.
voor alle bouwvlakken die met elkaar zijn verbonden ter plaatse van de figuur 'relatie'
geldt, dat de totale gezamenlijke bebouwde oppervlakte van de gebouwen maximaal
30.000 m² mag bedragen;
-
c.
ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' bedraagt de bouwhoogte
maximaal de aangegeven bouwhoogte;
-
d.
ter plaatse van de aanduiding 'minimale-maximale bouwhoogte' bedraagt de
bouwhoogte minimaal en maximaal de aangegeven bouwhoogte.
15A.2.2
Voor het bouwen ten behoeve van een nutsvoorziening gelden de volgende regels:
-
a.
een gebouw ten behoeve van de nutsvoorziening mag uitsluitend binnen het bouwvlak
worden gebouwd;
-
b.
de goothoogte mag maximaal 3 meter bedragen.
15A.2.3
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
-
a.
bedrijfswoningen worden binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding
'bedrijfswoning' gebouwd;
-
b.
de bouwhoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 9 meter;
-
c.
de goothoogte van bedrijfswoningen bedraagt maximaal 6 meter.
15A.2.4
Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen
gelden de volgende regels:
-
a.
bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak ter
plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gebouwd en op een afstand van minimaal 3
meter achter het verlengde van de voorgevel van de bedrijfswoning;
-
b.
de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen
bedraagt per bedrijfswoning maximaal 50 m²;
-
c.
de bouwhoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen bedraagt
maximaal 3 meter.
15A.2.5
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a.
de bouwhoogte van voorzieningen, installaties en vlaggenmasten bedraagt maximaal 10
meter;
-
b.
de bouwhoogte van kunstwerken en lichtmasten bedraagt maximaal 6 meter;
-
c.
de bouwhoogte van erf- en terreinscheidingen bedraagt maximaal 3 meter;
-
d.
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 4
meter.
15A.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de situering en
maatvoering van de bebouwing, indien dit noodzakelijk is om een onevenredige aantasting
van het straat- en bebouwingsbeeld te voorkomen.
15A.4 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 15A.2.1 onder a en
toestaan dat gebouwen ten behoeve van fietsenstallingen buiten het bouwvlak worden
gebouwd, met dien verstande dat:
-
a.
de fietsenstalling een maximale oppervlakte van 50 m² heeft;
-
b.
de bouwhoogte maximaal 2 meter bedraagt;
-
c.
de fietsenstalling geen nadelige gevolgen heeft voor de verkeersveiligheid.
15A.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
-
a.
het gebruik van (bij)gebouwen voor bewoning, met uitzondering van bedrijfswoningen en
bijbehorende aan- en uitbouwen;
-
b.
het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van prostitutie en/of een
seksinrichting en/of een escortbedrijf;
-
c.
het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van zelfstandige horeca en/of
zelfstandige detailhandel;
-
d.
het gebruik van gronden en gebouwen voor synergiebedrijvigheid.
15A.6 Afwijken van de gebruiksregels
15A.6.1 Afwijken ten behoeve van buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de betreffende bestemming ten
behoeve van buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven, met dien verstande dat de
daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven en onder de volgende
voorwaarden:
-
a.
de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in de omgeving;
-
b.
de activiteiten moeten voldoen aan de door de GGD en de brandweer gestelde eisen;
-
c.
er dient voldaan te worden aan de voorkeurswaarden uit de Wet geluidhinder dan wel op
grond van akoestisch onderzoek of anderszins aangetoond te worden dat de betreffende
functie ruimtelijk aanvaardbaar is;
-
d.
de activiteiten vinden naast of in combinatie met het volgens de betreffende bestemming
toegestane gebruik plaats en mogen daarvoor geen belemmering vormen;
-
e.
de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het
verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.
Artikel 9 Wijziging artikel 21 Wonen
Aan artikel 21 'Wonen' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toegevoegd:
- in sublid 21.1.1 onder d.: kamergewijze verhuur uitsluitend ter plaatse van de aanduiding
'specifieke vorm van wonen – kamergewijze verhuur;
- in sublid 21.1.1 onder e.: een yogacentrum uitsluitend ter plaatse van de aanduiding
'specifieke vorm van wonen – yogacentrum', waarvan de oppervlakte bebouwing niet
meer mag bedragen dan 135 m2;
- in sublid 21.2.2 onder d: ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak
m2' bedraagt de oppervlakte maximaal de aangegeven oppervlakte.
- in lid 21.4 een sublid 21.4.2 'Yogacentrum': ter plaatse van de aanduiding 'specifieke
vorm van wonen – yogacentrum' is het geven vab les in de buitenruimte toegestaan.
- in lid 21.4 een sublid 21.4.3 'Kamergewijze verhuur': ter plaatse van de aanduiding
'specifieke vorm van wonen – kamergewijze verhuur' is kamergewijze verhuur toegestaan
in de gehele woning tot maximaal 20 kamers te verhuren.
Artikel 10 Wijziging artikel 22 Wonen-1
Aan artikel 22 'Wonen - 1' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toevoegd:
- in lid 22.3 een sublid 22.3.2 'Uitsterfregeling autohandel':
-
a.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - uitsterfregeling' is het
medegebruik van de bestemming 'Wonen- 1' ten behoeve van een autohandel, niet zijnde
autoreparatie, in afwijking van het bepaalde in 22.1.1, toegestaan.
-
b.
Indien het gebruik als bedoeld onder a gedurende een onafgebroken periode van ten
minste een jaar is gestaakt, mag de bebouwing en bijbehorende gronden daarna niet
meer ten behoeve van autohandel in gebruik worden genomen.
- in lid 22.3 een sublid 22.3.3 'Voorwaardelijke verplichting ':
-
a.
Het bouwen van nieuwe gebouwen en/of overkappingen ter plaatse van de aanduiding
'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Grintweg 251' is uitsluitend
toegestaan indien op eigen terrein wordt voorzien in een voorziening voor de berging van
hemelwater met een capaciteit van ten minste 3 m3 per 100 m2 bebouwd oppervlak;
-
b.
De gebouwen en overkappingen zoals bedoeld in sub a mogen uitsluitend worden
gebruikt overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 indien de voorziening voor de berging
van hemelwater in stand wordt gehouden.
Artikel 11 Wijziging artikel 23 Wonen - 2
Aan artikel 23 'Wonen - 2' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toegevoegd:
-
in sublid 23.2.3 onder a.: , en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'.
Artikel 12 Wijziging artikel 30 Leiding - Hoogspanningsverbinding
Aan artikel 30 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt toegevoegd:
- sublid 30.2.3 Maatvoering als volgt genummerd en aangevuld:
-
a.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 meter.
-
b.
Bouwhoogte van hoogspanningsmasten maximaal 40 meter.
Artikel 13 Toevoegen artikel 38A Waterstaat - Waterkering 2
Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 38A Waterstaat - Waterkering' toegevoegd dat luidt als volgt:
Artikel 38A Waterstaat - Waterkering 2
38A.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar
voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor:
-
a.
het in stand houden, het beheer, het onderhoud en de verbetering van de waterkering;
-
b.
bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals kunstwerken, dijksloten en andere
waterstaatswerken.
38A.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
-
a.
op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 38A.1 genoemde bestemming
uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
-
b.
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zonder waterkerende functie
bedraagt ten hoogste 3 meter;
-
c.
ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag niet worden
gebouwd.
38A.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van lid 38A.2 onder c,
met inachtneming van de volgende regels:
-
a.
de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
-
b.
het belang van de waterkering wordt niet onevenredig geschaad en vooraf wordt
schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
38A.4 Specifieke gebruiksregels
Het aanleggen en instandhouden van de waterkering geschiedt ter plaatse van de aanduiding
'dwarsprofiel' overeenkomstig de met de aanduiding 'dwarsprofiel' opgenomen
dwarsprofielen. Met dien verstande dat:
-
a.
indien op een locatie twee dwarsprofielen zijn opgenomen aanleg en instandhouding
geschiedt overeenkomstig één van beide dwarsprofielen;
-
b.
de hoogte van de waterkering bedraagt niet minder dan de op het dwarsprofiel
aangegeven ontwerphoogte en niet meer dan de op het dwarsprofiel aangegeven hoogte
danwel aanleghoogte.
38A.5 Afwijken van de gebruiksregels
De Minister kan bij omgevingsvergunning afwijken van lid 38A.4 voor zover dit noodzakelijk
blijkt te zijn voor de uitvoering van het project en mits vanuit een goede ruimtelijke ordening en
de hydraulische taakstelling daartegen geen bezwaar bestaat. De Minister neemt daarbij de
volgende regels in acht:
-
a.
de hoogte van kunstwerken op de dijk wordt met ten hoogste 10% gewijzigd.
Artikel 14 Toevoegen artikel 40.6 Vrijwaringszone - dijk - 1
Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 40.4 Vrijwaringszone - dijk - 1' toegevoegd dat luidt als volgt:
Artikel 40.6 Vrijwaringszone - dijk - 1
-
a.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 1' zijn de gronden, naast de
voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens aangeduid voor de bescherming,
onderhoud en instandhouding van de primaire waterkering.
-
b.
Ter plaatse van gronden met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk - 1' mag niet
worden gebouwd, behoudens ondergrondse verankeringselementen ten behoeve van de
in dit plan vervatte dijkverbetering.
-
c.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van lid
40.4 onder b, met inachtneming van de volgende regels:
-
1.
de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels worden in acht genomen;
-
2.
het belang van de waterkering wordt niet onevenredig geschaad en vooraf wordt
schriftelijk advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
Artikel 15 Toevoegen artikel 41 Algemene afwijkingsregels
Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 40A Algemene afwijkingsregels' toegevoegd, dat luidt als volgt:
Artikel 41 Algemene afwijkingsregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
a.
het bouwvlak en de bouwhoogte met minimaal de dikte van de benodigde isolatie en
installaties die nodig zijn om het gebouw energiezuiniger te maken of energie op te
wekken.
- De navolgende artikelen hernummeren.
Artikel 16 Toevoegen artikel 42 Overige regels
Aan de regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied' wordt een 'artikel 42 Overige regels' toegevoegd, dat luidt als volgt:
Artikel 42 Overige regels
42.1 Parkeernorm
-
a. Bij nieuwbouw, uitbreiding en/of functieverandering van een gebouw dient tenminste voldaan te worden het door de gemeente vastgestelde parkeerbeleid.
-
b. Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder a, indien wordt voorzien in een parkeervoorziening die gelet op de parkeerbelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig is als bedoeld in sub a, daarbij rekening houdend met de reeds bestaande stedelijke ontwikkeling ter plaatse en de mogelijkheid van dubbelgebruik.
-
c. Burgemeester en wethouders kunnen de parkeernormen als opgenomen in sub a wijzigen indien er een aanpassing of wijziging van het parkeerbeleid heeft plaatsgevonden.
- De navolgende artikelen hernummeren.