direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan kennisecosysteem
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0074kennisecosyst-VSG2

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Paraplubestemmingsplan kennisecosysteem met identificatienummer NL.IMRO.0289.0074kennisecosyst- van de gemeente Wageningen.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.4 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.5 bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

1.6 bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

Artikel 2 Van toepassing verklaring

Het bepaalde in de bestemmingsplannen

  • 1. '2e Kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0060kwadrant2-VSG1;
  • 2. 'Bestemmingsplan 3e kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0036kwadrant3-VSG1;
  • 3. 'Wageningen Campus': NL.IMRO.0289.0003wagcampus-VSG1;
  • 4. 'De Goor, eerste fase': NL.IMRO.0289.0012goorfase1-VSG1;

is onverkort van toepassing, met uitzondering van de bepalingen die met dit plan worden herzien.

Artikel 3 Partiele herziening: begrippen

Aan artikel 1 'Begrippen' van de bestemmingsplannen:

  • 1. '2e Kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0060kwadrant2-VSG1;
  • 2. 'Bestemmingsplan 3e kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0036kwadrant3-VSG1;
  • 3. 'Wageningen Campus': NL.IMRO.0289.0003wagcampus-VSG1;
  • 4. 'De Goor, eerste fase': NL.IMRO.0289.0012goorfase1-VSG1;

worden de volgende begrippen toegevoegd:

  • a. campus

een hoogwaardig, voor een ieder toegankelijk terrein met gebouwen, begrensd als plangebied van dit bestemmingsplan, voor kennisintensieve technologische bedrijven en/of instellingen in de sectoren Life Science en Agro & Food waarbij men gebruik kan maken van bestaande en nieuw te ontwikkelen faciliteiten van de betrokken partijen en ontmoetingsruimten.

  • b. horeca

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, met dien verstande dat zware horeca is uitgesloten.

  • c. kennisecosysteem
    • 1. Agro & Food sector: het geheel van verschillende bedrijven en/of instellingen die direct of indirect betrokken zijn bij (of gelieerd zijn aan) de voedselproductie en onderzoek en/of bedrijven en instellingen met disciplines of technologieën die ter ondersteuning komen van en die direct of indirect (of gelieerd aan) toepassingen ontwikkelen en diensten leveren voor betere, duurzamere, gezonde en veilige voedselproductie;
    • 2. Life Sciences: het geheel van verschillende bedrijven en/of instellingen met disciplines of technologieën die ter ondersteuning komen van en die direct of indirect (of gelieerd aan) actief zijn op het gebied van:
      • voedsel en voedsel productie (food and food production)
      • leefomgeving en klimaat (living environment and climate)
      • gezondheid (inclusief geneesmiddelen en voedingsmiddelen), leefstijl en levensonderhoud (health, lifestyle and livelihood).
  • d. kennisintensieve bedrijven en/of instellingen

bedrijven, instellingen en instituten, die uitsluitend of in hoofdzaak hoogwaardig onderzoek verrichten en of technologisch hoogwaardige producten, productiewijzen en/of processen ontwikkelen, onderzoeken, vervaardigen, testen, evalueren of anderszins bewerken of verwerken, met inbegrip van met deze activiteiten samenhangende advieswerkzaamheden.

  • e. onderwijs en onderzoek

voorzieningen ten behoeve van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek dan wel hieraan gerelateerde voorzieningen, waaronder:

    • 1. praktijk- en lesruimten;
    • 2. laboratoria;
    • 3. congresfaciliteiten;
    • 4. niet-zelfstandige kantoren;
    • 5. dienstverlening.
  • f. pilot plant

een productie-installatie die qua schaalgrootte tussen een laboratoriumopstelling en een commercieel producerende fabriek in staat.

  • g. ondergeschikte detailhandel

niet-zelfstandige detailhandel, die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt aan is, welke uitsluitend toegankelijk is via de hoofdfunctie en waarvan de openingstijden zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdfunctie.

  • h. synergiebedrijvigheid

bedrijven of instellingen die op zichzelf niet behoren tot het kennisecosysteem, maar die goederen of diensten leveren aan onder meer bedrijven of instellingen in het kennisecosysteem.

  • i. zware horeca

bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en/of die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen, waaronder in ieder geval worden gerekend: (bar-)dancing, discotheek, nachtclub, partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen).

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Partiele herziening bestemming: Gemengd

De bestemmingsplanregels van artikel 3 'Gemengd' van de bestemmingsplannen:

  • 1. '2e Kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0060kwadrant2-VSG1;
  • 2. 'Bestemmingsplan 3e kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0036kwadrant3-VSG1;
  • 3. 'Wageningen Campus': NL.IMRO.0289.0003wagcampus-VSG1;
  • 4. 'De Goor, eerste fase': NL.IMRO.0289.0012goorfase1-VSG1;

worden als volgt herzien:

4.1 Bestemmingsomschrijving

Artikel 3.1 'Bestemmingsomschrijving' wordt vervangen door de volgende regels:

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. onderwijs en onderzoek;
  • b. kennisintensieve bedrijven en instellingen, uitsluitend voor zover het betreft bedrijfsactiviteiten behorende tot het kennisecosysteem, met bijbehorende voorzieningen zoals bijvoorbeeld technische installaties, proefopstellingen en pilot plants, waarbij de bijbehorende milieucategorie niet hoger is dan:
    • 1. 2 ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-bedrijf tot en met categorie 2' zoals genoemd in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten
    • 2. 3.1 ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-bedrijf tot en met categorie 3.1' zoals genoemd in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
    • 3. 3.2 ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-bedrijf tot en met categorie 3.2' zoals genoemd in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • c. tot maximaal 25% van het toegestane bruto vloeroppervlak binnen de bestemming 'Gemengd' voor synergiebedrijvigheid, met bijbehorende voorzieningen, zoals bijvoorbeeld technische installaties en proefopstellingen;
  • d. ondergeschikte detailhandel tot maximaal 30% van het bruto vloeroppervlak;
  • e. ondergeschikte kantoren;
  • f. opslag en uitstalling, met dien verstande dat de opslag en uitstalling van goederen vanaf de openbare weg aan het zicht onttrokken dient te zijn.
  • g. ontsluitingswegen;
  • h. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  • i. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.

4.2 Specifieke gebruiksregels

Artikel 3.3 'Specifieke gebruiksregels' van de bestemmingsplannen

  • 1. '2e kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0060kwadrant2-VSG1,
  • 2. 'Bestemmingsplan 3e kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0036kwadrant3-VSG1,

en artikel 3.4 'Specifieke gebruiksregels' van de bestemmingsplannen

  • 3. 'Wageningen Campus': NL.IMRO.0289.0003wagcampus-VSG1, en
  • 4. 'De Goor, eerste fase': NL.IMRO.0289.0012goorfase1-VSG1;

worden vervangen door de volgende regels:

  • a. Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:
    • 1. het gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren die niet ten ten dienste van het kennisecosysteem staan;
    • 2. bewoning (inclusief kamerverhuur) van gebouwen;
    • 3. opslag van goederen op onbebouwde gronden met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter;
    • 4. BEVI-bedrijven;
    • 5. het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van geluidszoneringsplichtige inrichtingen en bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of het Besluit risico's zware ongevallen 2015 (Brzo);
    • 6. het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van prostitutiedoeleinden en/of een seksinrichting en/of een escortbedrijf.
4.3 Afwijken van de gebruiksregels

Artikel 3.4 van de bestemmingsplannen:

  • 1. '2e kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0060kwadrant2-VSG1;
  • 2. 'Bestemmingsplan 3e kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0036kwadrant3-VSG1;

en artikel 3.5 van de bestemmingsplannen:

  • 3. 'Wageningen Campus': NL.IMRO.0289.0003wagcampus-VSG1;
  • 4. 'De Goor, eerste fase': NL.IMRO.0289.0012goorfase1-VSG1;

worden vervangen door de volgende regels:

  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 en kan een kennisintensief bedrijf van een hogere dan de aldaar toegestane categorie, worden toegestaan, voor zover de bedrijfsactiviteiten gelet op de milieubelasting en ruimtelijke uitstraling naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de aldaar toegestane bedrijfsactiviteiten;
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.1 en kan een kennisintensief bedrijf, dat niet wordt genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, worden toegestaan, voor zover de bedrijfsactiviteiten gelet op de milieubelasting en ruimtelijke uitstraling naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig zijn aan de aldaar toegestane milieucategorie;
  • c. Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van bedrijfsactiviteiten van kennisintensieve bedrijven, als bedoeld onder a en b, worden de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling betrokken:
    • 1. geluid;
    • 2. geurproductie;
    • 3. stofuitworp;
    • 4. gevaar;
  • d. Bij het besluit om verlening van omgevingsvergunning als bedoeld onder a en b wordt betrokken:
    • 1. effect van de bedrijfsactiviteiten op luchtverontreiniging;
    • 2. effect van de bedrijfsactiviteiten op bodemverontreiniging;
    • 3. het continue karakter van het bedrijf;
    • 4. visuele hinder;
    • 5. verkeersaantrekkende werking;
    • 6. landschappelijke en stedenbouwkundige inpasbaarheid;
    • 7. de noodzaak van de bedrijfsactiviteiten;
    • 8. effect van de bedrijfsactiviteiten op de nabijgelegen Natura 2000 gebieden.

Artikel 5 Partiele herziening bestemming: Maatschappelijk - Onderwijs

De bestemmingsplanregels van artikel 5 'Maatschappelijk - Onderwijs' van het bestemmingsplan ''Wageningen Campus' NL.IMRO.0289.0003wagcampus-VSG1 worden als volgt herzien:

5.1 Bestemmingsomschrijving

Artikel 5.1 'Bestemmingsomschrijving' wordt vervangen door de volgende regels:

  • a. onderwijs en onderzoek;
  • b. een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep tot maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van de bedrijfswoning, met inbegrip van de bijbehorende bijgebouwen en aan- en uitbouwen, en met een maximum per bedrijfswoning van:
    • 1. 45 m2 bij een bouwperceel tot 750 m2;
    • 2. 60 m2 bij een bouwperceel van 750 m2 tot 1.500 m2;
    • 3. 75 m2 bij een bouwperceel vanaf 1.500 m2;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. aan onderwijs en onderzoek ondergeschikte kennisintensieve bedrijven en instellingen, uitsluitend voor zover het betreft bedrijfsactiviteiten behorende tot het kennisecosysteem, waarbij de bijbehorende milieucategorie niet hoger is dan 2, zoals genoemd in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, met een maximum oppervlak van 500 m2 per afzonderlijk bedrijf, tot een maximum bruto vloeroppervlak van 30% per gebouw en een maximum van 30% per bouwvlak;
  • e. wegen en paden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • h. water, waterberging en waterlopen;

met de daarbij behorende:

  • i. gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2 Specifieke gebruiksregels

Artikel 5.5 'Specifieke gebruiksregels' wordt vervangen door de volgende regels:

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van (bij)gebouwen voor bewoning, met uitzondering van bedrijfswoningen en bijbehorende aan- en uitbouwen;
  • b. het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van prostitutie en/of een seksinrichting en/of een escortbedrijf;
  • c. het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van zelfstandige horeca en/of zelfstandige detailhandel;
  • d. het gebruik van gronden en gebouwen voor synergiebedrijvigheid.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 6 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 7 Partiele herziening: Algemene afwijkingsregels

Aan de bestemmingsplannen:

  • 1. '2e Kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0060kwadrant2-VSG1;
  • 2. 'Bestemmingsplan 3e kwadrant Business Strip': NL.IMRO.0289.0036kwadrant3-VSG1;
  • 3. 'Wageningen Campus' NL.IMRO.0289.0003wagcampus-VSG1;
  • 4. 'De Goor, eerste fase': NL.IMRO.0289.0012goorfase1-VSG1;

wordt de volgende algemene afwijkingsregel toegevoegd:

7.1 Afwijken ten behoeve van buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de betreffende bestemming ten behoeve van buitenschoolse opvang en kinderdagverblijven, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven en onder de volgende voorwaarden:

  • 1. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in de omgeving;
  • 2. de activiteiten moeten voldoen aan de door de GGD en de brandweer gestelde eisen;
  • 3. er dient voldaan te worden aan de voorkeurswaarden uit de Wet geluidhinder dan wel op grond van akoestisch onderzoek of anderszins aangetoond te worden dat de betreffende functie ruimtelijk aanvaardbaar is;
  • 4. de activiteiten vinden naast of in combinatie met het volgens de betreffende bestemming toegestane gebruik plaats en mogen daarvoor geen belemmering vormen;
  • 5. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

Artikel 8 Overige regels

8.1 Parkeernorm
  • a. Bij nieuwbouw, uitbreiding en/of functieverandering van een gebouw dient tenminste voldaan te worden aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen, zoals opgenomen in het beleidsdocument 'Nota parkeernormen Wageningen 2015', dat is vastgesteld op 10 november 2015, of diens wettelijk opvolger. Hierbij wordt de norm berekend over het nieuw te bouwen of te wijzigen gedeelte.
  • b. Indien op grond van het bepaalde onder a extra parkeerplaatsen dienen te worden gerealiseerd, dan dienen deze parkeerplaatsen tevens in stand gehouden te worden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 9 Overgangsrecht

9.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%;
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

9.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 10 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Paraplubestemmingsplan kennisecosysteem'.