direct naar inhoud van Regels
Plan: Rijnsteeg 44
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0064rijnsteeg44-VSG1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan "Rijnsteeg 44" met identificatienummer NL.IMRO.0289.0064rijnsteeg44-VSG1 van de gemeente Wageningen;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;

1.3 aanbouw

de toevoeging van afzonderlijke ruimten aan een woning;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 aanduidingsvlak

een op de verbeelding aangegeven vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgren;.

1.7 aan huis gebonden beroep

het uitoefenen van een vrij beroep waaronder verstaan wordt: een aan de persoon gebonden medisch (arts, tandarts e.d.), paramedisch (fysiotherapie, pedicure e.d.) administratief (adviesbureau, accountant e.d.) en daarmee gelijk te stellen beroep, niet zijnde een bedrijfsmatige activiteit;

1.8 aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteit

het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, zoals siersmid, opticien, kap- en schoonheidssalon, uitzend- en reclamebureau, met uitzondering van prostitutiebedrijf, seksinrichting en/of escortbedrijf;

1.9 afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.11 bed & breakfast

een aan de woning ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van een mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, voor een kortdurend verblijf (waaronder ook zakelijk toerisme). Onder een Bed & Breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur;

1.12 bestaand
  • a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan legaal bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van terinzagelegging is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.13 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.14 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.15 bijgebouw

een gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, dat zich daarvan door zijn constructie of geringere afmetingen visueel onderscheid;

1.16 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.17 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.18 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.19 bouwlaag

een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.20 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.21 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.22 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.23 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.24 bruto-vloeroppervlak

het totaal aantal vierkante meters in gebruik voor een bepaald doel, al dan niet verspreid over meerdere vloeren;

1.25 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.26 dienstverlening

het bedrijfsmatig verrichten van activiteiten welke bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, met of zonder rechtstreeks contact met het publiek;

1.27 eerste bouwlaag

de bouwlaag op de begane grond;

1.28 erker

een ondergeschikte transparante toevoeging aan de wegzijde op de begane grond;

1.29 escortbedrijf

de natuurlijke persoon of groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;

1.30 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.31 hoofdgebouw

een gebouw dat, gelet op de bestemming, als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;

1.32 huishouden

een alleenstaande of twee of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren. Drie of meer studenten of alleenstaanden die bij elkaar wonen, vormen in de regel geen huishouden;

1.33 kamer

onzelfstandige woonruimte in een woning met een oppervlakte van tenminste 10 m², bedoeld voor bewoning door maximaal 1 persoon;

1.34 kamergewijze verhuur

het bedrijfsmatig verhuren of aanbieden van onzelfstandige woonruimte/kamers voor bewoning;

1.35 onderbouw

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,2 meter boven peil is gelegen;

1.36 omgevingsvergunning

een vergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.37 onzelfstandige woonruimte

woonruimte die geen eigen toegang heeft en die niet door een huishouden of een student kan worden bewoond, zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte;

1.38 oprit

verharding, gelegen voor de hoofdtoegang van een woning of bijbehorende garage;

1.39 overkapping

een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats en dat, voor zover gebouwd vóór (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, geen tot de constructie zelf behorende wanden heeft en, voor zover gebouwd achter (het verlengde van) de voorgevel van een gebouw, maximaal drie wanden heeft waarvan maximaal twee tot de constructie behoren;

1.40 parkeerbeleid

het parkeerbeleid als vervat in het beleidsdocument 'Nota parkeernormen Wageningen 2015' dat is vastgesteld op 10 november 2015 of, indien er een aanpassing of wijziging van voornoemd beleidsdocument heeft plaatsgevonden, het geldende parkeerbeleid;

1.41 peil
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang;
  • c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
1.42 prostitutie

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.43 seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof hij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.44 Staat van Bedrijfsactiviteiten

een als Bijlage 2 bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;

1.45 stedenbouwkundig plan

een als Bijlage 1 bij deze regels behorend rapport waar de stedenbouwkundige visie en de beeldkwaliteit is uitgewerkt;

1.46 student

iemand die een studie volgt aan het MBO, HBO of WO, waaronder tevens wordt verstaan promovendi;

1.47 toegelaten instelling

toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet;

1.48 tweede bouwlaag

de bouwlaag gelegen direct boven de eerste bouwlaag;

1.49 uitbouw

de vergroting van een bestaande ruimte van een woning;

1.50 woning

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.51 woonhuis

een gebouw, dat twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.

 

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.2 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

2.3 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.5 de oppervlakte van een overkapping

tussen de buitenzijde van een afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;

2.6 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.7 de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel

vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel;

2.8 bebouwingspercentage

voor zover op de verbeelding een maximum bebouwingspercentage is aangegeven, is dit van toepassing op de oppervlakte van het terrein binnen het bouwvlak, dan wel bouwperceel;

2.9 ondergeschikte dakkapel

bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van bouwen wordt de goothoogte van een ondergeschikte dakkapel buiten beschouwing gelaten;

2.10 ondergeschikte bouwdelen

bij de toepassing van het bepaalde (ten aanzien van de plaatsing van gebouwen) ten aanzien van het bouwen (binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken) worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Tuin

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen;
  • b. parkeren, uitsluitend ter plaatse van een oprit;
  • c. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • d. erftoegang, dan wel ontsluiting van het erf;

met de daarbij behorende:

  • e. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;


met dien verstande dat parkeerplaatsen, met uitzondering van het bepaalde onder b, nadrukkelijk zijn uitgesloten.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen gebouwen uitsluitend worden gebouwd als uitbouwen in de vorm van erkers bij de hoofdgebouwen van de op de aangrenzende gronden gelegen woningen, mits:

  • a. de horizontale diepte ten hoogste 1,00 m bedraagt, met dien verstande dat de diepte van de overblijvende, niet met gebouwen bebouwde gronden ten minste 2,50 m bedraagt;
  • b. voor zover de erker wordt gebouwd tegen een gevel van het hoofdgebouw de breedte ten hoogste 2/3 van de breedte van die gevel bedraagt;
  • c. de bouwhoogte ten hoogste 3,00 m bedraagt dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw + 0,25 m.
3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutiedoeleinden, seksinrichtingen en escortbedrijven;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken als opslag-, stort- of bergplaats van aan het gebruik onttrokken machines, voer- of vaartuigen;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zwembaden en tennisbanen;
  • d. kamerverhuur;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken, waarbij niet is voorzien in voldoende parkeergelegenheid op het bouwperceel volgens het door de gemeente vastgestelde parkeerbeleid. Een garage telt niet mee als parkeerplaats;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken, waarbij niet is voorzien in voldoende fietsparkeergelegenheid op het bouwperceel volgens het door de gemeente vastgestelde parkeerbeleid.

Artikel 4 Wonen

4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep op maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot een maximum per woning van:
      • 45 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
      • 60 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1.500 m²;
      • 75 m² bij bouwpercelen vanaf 1.500 m²;
  • b. parkeervoorzieningen;


met daaraan ondergeschikt:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;


met de daarbij behorende:

  • e. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte mogen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte bedragen;
  • c. het maximum volume per woning bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m³)' aangegeven volume;
  • d. het aantal woningen bedraagt maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' aangegeven aantal.
4.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen binnen en buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. binnen het bouwvlak geldt geen maximale oppervlaktemaat; indien aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd geldt dat de gezamenlijke oppervlakte van die aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan:
    • 1. 30 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte tot en met 150 m², mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 60% bedraagt;
    • 2. 50 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte van 150 m² tot en met 500 m², mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 60% bedraagt;
    • 3. 75 m² voor bouwpercelen met een oppervlakte groter dan 500 m², mits het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 40% bedraagt;
  • c. de goot- en bouwhoogte van een aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag respectievelijk niet meer dan 3,00 en 5,00 meter bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:

  • a. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en niet zijnde een erf- of terreinafscheiding, mag niet meer dan 2,00 meter bedragen.
4.2.4 Stedenbouwkundig plan

Voor het bouwen van gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat voldaan dient te worden aan het gestelde in het Stedenbouwkundig plan, zoals opgenomen in Bijlage 1 van deze regels.

4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutiedoeleinden, seksinrichtingen en escortbedrijven;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zwembaden of tennisbanen;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken als opslag-, stort- of bergplaats van aan het gebruik onttrokken machines, voer- en vaartuigen;
  • e. kamergewijze verhuur;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken, waarbij niet is voorzien in voldoende parkeergelegenheid op het bouwperceel volgens het door de gemeente vastgestelde parkeerbeleid. Een garage telt niet mee als parkeerplaats;
  • g. het gebruik van gronden en bouwwerken, waarbij niet is voorzien in voldoende fietsparkeergelegenheid op het bouwperceel volgens het door de gemeente vastgestelde parkeerbeleid.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Kamergewijze verhuur in woningen en woonhuizen

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde over het toegestane gebruik als bedoeld in artikel 4.3 onder e en kamergewijze verhuur van kamers in woningen en woonhuizen toestaan met inachtneming van het volgende:

  • a. kamergewijze verhuur is alleen toegestaan in woningen die conform de bestemming zijn toegestaan;
  • b. kamergewijze verhuur mag niet leiden tot onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat, waarbij getoetst wordt aan het volgende aspect:
    • 1. bij woningen wordt een maximum gehanteerd van maximaal 15% kamerverhuurpanden binnen een straal van 50 m. Hierbij worden alle reeds bestaande kamerverhuurpanden en studentencomplexen meegenomen.
    • 2. bij woonhuizen wordt een vergunning geweigerd als in 2 woningen boven, onder of naast het woonhuis ook al kamers worden verhuurd.
  • c. er dient voldaan te worden aan volgens het door de gemeente vastgestelde parkeerbeleid.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene bouwregels

6.1 Bestaande maatvoering
6.1.1 Goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 en 3 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

6.1.2 Afstand

In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 en 3 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.

6.1.3 Bebouwingspercentage

In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 en 3 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

6.2 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:

  • a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak en uitsluitend ter plaatse van bovengrondse gebouwen;
  • b. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen die ook buiten de bouwvlakken zijn toegestaan;
  • c. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 m onder peil.

Artikel 7 Algemene afwijkingsregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van :

  • a. de bij recht gegeven maten, afmetingen en percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  • b. de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;
  • c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft, mits de bestemmingsgrenzen niet worden overschreden;
  • d. de bestemmingsregels en toestaan dat openbare nutsgebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, kunstobjecten, gebouwtjes ten behoeve van de bediening van kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits de inhoud per gebouwtje of kunstobject ten hoogste 50 m³ zal bedragen;
  • e. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 meter;
  • f. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde en ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten en ooievaarsnesten wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 meter;
  • g. het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen wordt vergroot, mits:
    • 1. de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;
    • 2. de bouwhoogte wordt verhoogd met maximaal 25% van de maximaal voorgeschreven bouwhoogte.
  • h. de bestemmingsregels en bedrijfsmatige activiteiten in een woning en/of hierbij behorende bijgebouwen toestaan, met inachtneming van het volgende:
    • 1. er mag geen sprake zijn van strijdigheid met de Huisvestingsverordening van de gemeente Wageningen;
    • 2. er mag geen sprake zijn van een voor de ruimtelijke ordening relevant afwijkend gebruik. Dit betekent:
    • a. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning en/of het bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
    • b. een omgevingsvergunning uitsluitend kan worden verleend voor vestiging van bedrijven genoemd in de categorieën 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten III of welke naar aard gelijk te stellen zijn met de in die Staat van bedrijfsactiviteiten III genoemde bedrijven;
    • c. vast dient te staan dat het gebruik een kleinschalig karakter heeft en zal behouden;
    • d. het mag niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreffen dat die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer;
    • e. het onttrekken van (een deel van) de bij de woning behorende garage aan de bestemming is slechts toegestaan, indien op het bij de woning behorende erf tenminste één parkeerplaats aanwezig is of gelijktijdig wordt aangelegd;
    • f. de parkeerbalans mag niet onevenredig nadelig worden beïnvloed;
    • g. er mogen geen distributie-planologische gevolgen zijn;
    • h. ten behoeve van de bedrijfsmatige activiteit mag maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van hoofdgebouwen, aan- uitbouwen en bijgebouwen per woning worden gebruikt, tot een maximum van:
      • 45 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
      • 60 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1.500 m²;
      • 75 m² bij bouwpercelen vanaf 1.500 m²;
  • i. van de bestemmingsbepalingen en een Bed & Breakfast-voorziening in een woning en/of hierbij behorende bijgebouwen toestaan, met inachtneming van het volgende:
    • 1. er mag geen sprake zijn van strijd met de voorwaarden die gelden ten aanzien van het toestaan van bedrijfsmatige activiteiten in een woning en/of hierbij behorende bijgebouwen;
    • 2. ten aanzien van de voorwaarde inzake het toegestane vloeroppervlak voor de bedrijfsmatige activiteit mogen ruimtes die gemeenschappelijk worden gebruikt buiten beschouwing worden gelaten;
    • 3. de toeristisch-recreatieve functie is ondergeschikt aan de hoofdfunctie;
    • 4. er mag nachtverblijf worden verschaft aan maximaal 5 personen;
    • 5. de toeristisch-recreatieve overnachtingsmogelijkheid mag niet als zelfstandige woning functioneren, waartoe realisatie van een aparte kookgelegenheid niet is toegestaan.
  • j. het bouwvlak en de bouwhoogte met minimaal de dikte van de benodigde isolatie en installaties die nodig zijn om het gebouw energiezuiniger te maken of energie op te wekken.

Artikel 8 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen mogen niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 9 Algemene procedureregels

9.1 Wijziging

Overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening is bij toepassing van de wijzigingsregels, als bedoeld in Artikel 8, de in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening opgenomen procedure van toepassing.

9.2 Verwijzing naar andere wettelijke regelingen

Bij een verwijzing naar andere wettelijke regelingen is bedoeld de desbetreffende wet zoals die luidt op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.

Artikel 10 Overige regels

10.1 Parkeernorm
  • a. Bij nieuwbouw, uitbreiding en/of functieverandering van een gebouw dient tenminste voldaan te worden aan het door de gemeente vastgestelde parkeerbeleid;
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 3.3 sub e en f, artikel 4.3 sub f en g en 10.1 sub a, indien wordt voorzien in een parkeervoorziening die gelet op de parkeerbelasting naar aard en invloed op de omgeving gelijkwaardig is als bedoeld in sub a, daarbij rekening houdend met de reeds bestaande stedelijke ontwikkeling ter plaatse en de mogelijkheid van dubbelgebruik;
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen de parkeernormen als opgenomen in sub a wijzigen indien er een aanpassing of wijziging van het parkeerbeleid heeft plaatsgevonden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwen
11.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
11.1.2 Afwijken bij omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 11.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 11.1.1 met maximaal 10%.

11.1.3 Uitzondering

Het bepaalde in 11.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

11.2 Overgangsrecht gebruik
11.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

11.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 11.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

11.2.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 11.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

11.2.4 Uitzondering

Het bepaalde in 11.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Rijnsteeg 44'.