direct naar inhoud van Artikel 14 Maatschappelijk - Landbouwkundig onderwijs en onderzoek
Plan: Wageningen, 2e herziening
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0017wag2eherz-ONT1

Artikel 14 Maatschappelijk - Landbouwkundig onderwijs en onderzoek

14.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Landbouwkundig onderwijs en onderzoek' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van:
    1. landbouwkundig onderwijs;
    2. landbouwkundig onderzoek;
    met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen
  • b. bedrijfswoningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. tuinen, erven en terreinen;
  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

met de daarbij behorende:

  • h. gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
14.2 bouwregels
14.2.1

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag per bouwvlak ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven hoogte bedragen;
  • d. de bouw van nieuwe kassen is niet toegestaan.
14.2.2

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. er mogen maximaal 3 bedrijfswoningen worden gebouwd;
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • c. de goothoogte van een bedrijfswoning mag maximaal 6,5 meter bedragen;
  • d. de inhoud van een bedrijfswoning mag niet meer dan 500m3 bedragen.
14.2.3

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag per bedrijfswoning niet meer dan 50 m2 bedragen;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 3,00 meter bedragen.
14.2.4

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de verlichting en verkeersregeling mag maximaal 12 m. bedragen;
  • b. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 m bedragen.
14.3 afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van

  • a. het bepaalde in artikel 14.2.1 sub d voor de bouw van kassen met dien verstande dat de afstand van de kassen ten opzichte van woningen van derden tenminste 50 m. moet bedragen en vooraf een beeldkwaliteitsplan moet worden overlegd en akkoord moet worden bevonden;
  • b. het bepaalde in 14.2.4 sub b tot een hoogte van maximaal 6 m.