direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Plantenveredeling Lawickse Allee
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0016plantenveredel-ONHE

Artikel 2 Wijze van meten

2.1

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

  • a. de bouwhoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
  • b. de goothoogte van een bouwwerk:
    vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
  • c. de dakhelling:
    langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
  • d. de oppervlakte van een bouwwerk:
    tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
  • e. de oppervlakte van ondergrondse gebouwen:
    tussen de buitenzijde van het bouwwerk, geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte terrein ter plaatse van het bouwwerk;
  • f. de oppervlakte van een overkapping:
    tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
  • g. de inhoud van een bouwwerk:
    tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
  • h. de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel:
    vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een perceel;
  • i. het bebouwingspercentage:
    voor zover op de kaart een maximum bebouwingspercentage is aangegeven, is dit van toepassing op de oppervlakte van het terrein binnen het bouwvlak.
2.2

Bij de toepassing van het bepaalde (ten aanzien van de plaatsing van gebouwen) ten aanzien van het bouwen (binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken) worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers en balkons buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1,50 meter bedraagt.

2.3

Bij de toepassing van het bepaalde (ten aanzien van de plaatsing van gebouwen) ten aanzien van het bouwen (binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken) worden overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 2 meter bedraagt.