direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Rustenburg II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0011rustenb2-VSG1

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 Algemeen

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zorggerelateerde voorzieningen tot een maximaal bruto-vloeroppervlak van 2.500 m2 in de eerste bouwlaag;
  • b. woonhuizen ten behoeve van bijzondere woondoeleinden, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep op maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van woning tot een maximum per woning van 45 m2;
  • c. woonhuizen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep op maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van woning tot een maximum per woning van 45 m2;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. tuinen, erven, terreinen en straten;
  • e. wegen en paden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

met de daarbij behorende:

  • i. bijgebouwen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.1.2 Aantal wooneenheden

Het aantal wooneenheden bedraagt maximaal 224, waarvan maximaal 60 wooneenheden ten behoeve van bijzondere woondoeleinden.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte en bouwhoogte mogen ten hoogste de ter plaatse van de aanduidingen 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven hoogte bedragen;
  • d. de dakhelling bedraagt maximaal 600;
  • e. de bebouwing is georiënteerd op de openbare weg;
  • f. de diepte van woonhuizen bedraagt minimaal 5,5 meter;
  • g. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag maximaal 52% bedragen.
3.2.2 Bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:

  • a. op of in deze gronden mogen geen overkappingen worden gebouwd;
  • b. bijgebouwen worden minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen bij een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 30 m2, mits het bouwperceel voor niet meer dan 60% wordt bebouwd;
  • d. de bouwhoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3 meter.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor de naar de weg gekeerde gevel ten hoogste 1,00 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,00 meter bedragen.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutiedoeleinden, seksinrichtingen en escortbedrijven;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken als opslag-, stort- of bergplaats van aan het gebruik onttrokken machines, voer- en vaartuigen.