7.4 Aanlegvergunning
7.4.1 Verboden werkzaamheden
Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage;
-
b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
-
c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
-
d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
7.4.2 Toelaatbaarheid
De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van 7.4.1 geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
-
a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
-
b. het doen van opgravingen;
-
c. begeleiding van de aanlegwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
7.4.3 Uitzonderingen
Het verbod, als bedoeld in 7.4.1 is niet van toepassing indien:
-
a. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 100 m2 of een omvang van ten hoogste 100 m;
-
b. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende bouwvergunning, aanlegvergunning of een ontgrondingvergunning;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
-
d. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
-
e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
7.5 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat:
-
a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
-
b. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.