direct naar inhoud van 5.3 Cultuurhistorie en archeologie
Plan: Klarenbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.3100-VS00

5.3 Cultuurhistorie en archeologie

Cultuurhistorie

Monumentale panden

Binnen het plangebied komen de volgende monumenten voor:

  • Molenweg 4a: korenmolen De Hoop.

Molenbiotoop

Rondom korenmolen De Hoop ligt een molenbiotoop. Een molenbiotoop is het gebied rond een molen met een straal van 400 m. Door het benoemen van een molenbiotoop wordt de vrije windgang en het zicht op de molen voldoende gegarandeerd. Deze garantie wordt geboden door het benoemen van de molenbiotoop. Binnen deze zone gelden beperkingen ten aanzien van de bouwhoogte van nieuwe gebouwen en de hoogte van nieuwe beplanting. Deze beperkingen nemen geleidelijk af naarmate de afstand tot de molen groter wordt. De regels voor de molenbiotoop zijn vastgelegd in de provinciale verordening. Zie verder paragraaf 5.6.

Archeologie

Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze wet behelst de implementatie in de Nederlandse wetgeving van het Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed, (ook wel het Verdrag van Malta en het Verdrag van Valletta genoemd, naar het eiland en de plaats waar het Verdrag in 1992 door verscheidene EU-lidstaten is ondertekend). De Wamz houdt een wijziging in van de Monumentenwet 1988, de Woningwet, de Wet milieubeheer en de Ontgrondingenwet. De Wamz verplicht gemeenten om bij de vaststelling van een bestemmingsplan en bij de bestemming van de in het plan begrepen gronden, rekening te houden met de in de bodem aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden.


Archeologische waarden zijn in Nederland veelal onzichtbaar, omdat ze grotendeels verborgen liggen in de bodem, waardoor ze niet eenvoudig te karteren zijn. Voor de onbekende waarden heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) opgesteld. Voor de bekende waarden is de Archeologische Monumentenkaart (AMK) opgesteld.


Wie de bodem verstoort krijgt te maken met archeologie. Getoetst moet worden of archeologische waarden niet verstoord of beschadigd worden. Daarvoor is archeologisch onderzoek nodig. Dit onderzoek verloopt volgens een aantal stappen/vragen:

  • kan er wat zitten? Wat kan er zitten? Uitvoeren bureauonderzoek. Is antwoord ja, dan:
  • zit er wat? Uitvoeren inventariserend veldonderzoek. Is antwoord ja, dan:
  • wat zit er dan? Uitvoeren waarderend veldonderzoek. Is het van grote waarde dan:
  • wat nu? Uitvoeren interventie: beschermen, begeleiden of opgraven. Bij beschermen plan aanpassen. Bij begeleiden of opgraven, dan:
  • Afronding met rapportage en deponering vondsten.

In paragraaf 2.4 is het archeologiebeleid al eerder beschreven. Kaart 5.4 toont een uitsnede van de archeologische beleidskaart. Klarenbeek valt grotendeels in het gebied met een hoge en middelhoge archeologische verwachtingswaarde (AV-categorieën 5 en 6). Dit betekent dat al naar gelang de omvang en diepte van de bouwactiviteiten er archeologisch onderzoek benodigd is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0285.3100-VS00_0022.jpg"

Kaart 5.4: Uitsnede archeologische beleidskaart

Wel is het zo dat in dit bestemmingsplan is gekozen voor een gecombineerde regeling voor zowel het Apeldoornse als Voorster deel. Dat wil zeggen dat voor beide dorpsdelen, die in verschillende gemeenten vallen, gekozen is voor een gelijkluidende regeling. Deze wijkt enigszins af van de gebruikelijke regelingen van beide gemeenten en dat betreft met name de begrenzingen in de oppervlakte van de ingreep en de diepte van de bodemingrepen vanaf wanneer inventariserend archeologisch onderzoek noodzakelijk is.

SITUATIE KLARENBEEK

De nieuwe ontwikkelingen betreffen het roeren van de grond. De ontwikkelingen zijn voor wat betreft de Voorster ontwikkelingen gelegen in een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde. In deze gebieden is een inventariserend archeologisch onderzoek (IVO-Protocol 1) vereist.