Plan: | Klarenbeek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.3100-VS00 |
In de welstandsnota wordt het welstandsbeleid ten aanzien van kleine bouwwerken, zoals dakkapellen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen en grotere bouwwerken verwoord. Voor de eerste categorie zijn zogenaamde loketcriteria opgesteld, die 'aan de balie' duidelijk maken of het gebouwd kan worden of niet. Voor de grotere bouwactiviteiten gelden object- en gebiedscriteria.
Het dorp Klarenbeek is ingedeeld in meerdere deelgebieden, waarvan het dorpslint en de naoorlogse gebieden de belangrijkste zijn. Voor de sportterreinen gelden specifieke objectcriteria.
Het dorpslint langs de Hoofdweg laat de geleidelijke ruimtelijke ontwikkeling van klarenbeekzien en is daarmee van cultuurhistorische waarde. Het welstandsbeleid is, mede gezien de belangrijke verkeersfunctie en daarmee zichtbaarheid van de dorpslinten, gericht op het bewaken van de ruimtelijke beeldkwaliteit. Het organische ritme, de ruimtelijke samenhang en de maat en schaal van de bebouwing is daarbij essentieel.
De grootste waarde van de naoorlogse woongebieden ligt in de ruime groene opzet van de buurten en de heldere stedenbouwkundige opzet. De woonfunctie is overheersend. In het naoorlogse woongebied wordt een terughoudend welstandsbeleid gevoerd. Hier is het bewaren van een zekere architectonische samenhang binnen gelijksoortige bebouwingsclusters van belang.
Voor alle deelgebieden geldt dat de bestaande gebouwde omgeving het kwalitatieve referentiepunt is voor ieder (omgevingsvergunningplichtig) bouwwerk. Dat wil zeggen dat een bouwkundige toevoeging of verandering de bestaande stedenbouwkundige en landschappelijke structuur, de typologie van gebouwen als uitgangspunt neemt. Voor het dorpslintis tevens detaillering, kleur en materiaalgebruik belangrijk.