direct naar inhoud van Artikel 21 Algemene aanduidingsregels
Plan: Klarenbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.3100-VS00

Artikel 21 Algemene aanduidingsregels

21.1 Vrijwaringszone - molenbiotoop
21.1.1 Zoneomschrijving

Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, de volgende regels:

  • a. Binnen de zone van 100 m gemeten vanaf de molen mogen geen bouwwerken worden gebouwd met een bouwhoogte van meer dan 6,00 m.
  • b. Binnen de zone gemeten van 100 m vanaf de molen tot een afstand van 400 m gemeten vanaf de molen, mogen geen hogere gebouwen worden gebouwd dan door middel van onderstaande formule wordt bepaald:

H = X/n + c·z

Waarin:

H = de toelaatbare bouwhoogte in meters (gemeten vanaf het peil ter plaatse van de molen)

X = de afstand in meters vanaf het gebouw tot de wieken van de molen

n = 50 (bebouwd gebied)

c = 0,2 (constante in verband met een windreductie van 5%)

z = askophoogte = 20,00 m.

  • c. Bestaande bouwwerken waarvan de bouwhoogte afwijkt van hetgeen op grond van sub a en b zou zijn toegestaan, worden geacht in overeenstemming te zijn met het bepaalde in sub a en b.
21.1.2 Afwijken

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 21.1.1 sub a en b, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig het ten aanzien van de bestemmingen bepaalde, mits de windvangzone van de molen en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element daardoor niet onevenredig wordt aangetast.

21.1.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
  • a. Omgevingsvergunningplicht
    Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden bepaalde, is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op en in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de hierna aangegeven werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • 2. het ophogen van gronden.
  • b. Uitzonderingen omgevingsvergunningsplicht
    Het in a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    • 1. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, in het kader van het normale beheer en onderhoud;
    • 2. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van inwerkingtreden van het plan.
  • c. Toelaatbaarheid werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
    Werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige aantasting van de windvang van de molen en/of waarde van de molen als landschapsbepalend element ontstaat of kan ontstaan.