direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden
Plan: Dorp Voorst 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.2100-VS00

Artikel 4 Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering;
  • b. bescherming, behoud en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden, waaronder in ieder geval begrepen de bescherming van Het Veen, alsmede de regulering van waterhuishouding en het tegengaan van verdroging van de gronden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': bedrijfswoning;
  • d. recreatief medegebruik, met uitzondering van paardenbakken;
  • e. water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. openbare nutsvoorzieningen;
  • g. bij deze bestemming horende voorzieningen zoals groen, paden en verhardingen.

4.2 Bouwregels

  • a. Op deze gronden mogen hoofdgebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag één bedrijfswoning worden gebouwd;
    • 3. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'erf' zijn overige gebouwen toegestaan waarvan de goot- en bouwhoogte maximaal de bestaande hoogten mogen bedragen;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de goot- en bouwhoogte maximaal de aangegeven hoogten in meters bedragen;
  • b. Op deze gronden mogen overige gebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. overige gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduidingen 'bouwvlak' en 'erf' worden gebouwd;
    • 2. de goothoogte van overige gebouwen mag maximaal 4 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van overige gebouwen mag maximaal 7 m bedragen;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'erf' mag het bebouwingspercentage van overige gebouwen maximaal 50% bedragen.
  • c. Op deze gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van overige, andere bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen;
    • 3. de gezamenlijke oppervlakte van andere bouwwerken gelegen buiten gronden met de aanduiding 'bouwvlak', mag per bouwperceel maximaal 20 m² bedragen.
  • d. Indien bestaande afstanden, hoogten, oppervlakten, aantallen en percentages meer bedragen dan in de bestemmingsregels is aangegeven dan zijn de bestaande afstanden, hoogten, oppervlakten, aantallen en percentages eveneens toegestaan.

4.3 Ontheffing van de bouwregels

  • a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.2 ten behoeve van het bouwen van veldschuren buiten de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', waarvan de bouwhoogte en de oppervlakte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk niet meer dan 3 m en 100 m², met dien verstande dat het aantal maximaal twee per agrarisch bedrijf mag bedragen en vooraf onderzoek is verricht in het kader van de Flora- en faunawet.

  • b. Voor een besluit tot ontheffing geldt de in artikel 25 lid 25.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, als bedoeld in lid 4.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden als crossterrein, parkeerterrein en/of recreatieterrein;
  • b. het gebruik of doen laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor seksinrichting;
  • c. het gebruik als opslag-, los- of laadplaats, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • d. het in enigerlei vorm opslaan of opgeslagen hebben van goederen en materialen van welke soort dan ook, waaronder begrepen puin en afvalstoffen;
  • e. het aanwezig of opgeslagen hebben van één of meer aan hun gebruik onttrokken, gerede dan wel onklare machines, vaar- en vliegtuigen, en voertuigen, dan wel onderdelen daarvan;
  • f. het gebruik van gronden en gebouwen voor de uitoefening van detailhandel, uitgezonderd voor zover in de bestemmingen is toegestaan;
  • g. het gebruik van gebouwen -niet zijnde (bedrijfs)woningen- als (zelfstandige) woning.

4.5 Aanlegvergunning

Het bepaalde in artikel van 20 is van toepassing.