Artikel 17 Leiding - Brandstof
17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Brandstof' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor bescherming van een ondergrondse brandstofleiding.
17.2 Bouwregels
Op de gronden als bedoeld in lid 17.1 mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de leiding worden gebouwd.
17.3 Ontheffing van de bouwregels
-
a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het in lid 17.2 bepaalde ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de in lid 17.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemming(en), indien daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van de betreffende leiding en ter zake vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.
-
b. Voor een besluit tot ontheffing geldt de in artikel 25 lid 25.1 vermelde voorbereidingsprocedure.
17.4 Aanlegvergunning
-
a. Vergunningplicht
Het is verboden om zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende vergunning:
-
1. diepwortelende beplantingen of bomen te planten;
-
2. heiwerkzaamheden uit te voeren of op een andere manier voorwerpen in te graven of in te drijven;
-
3. grondwerkzaamheden uit te voeren;
-
4. oppervlakteverhardingen aan te brengen.
-
b. Uitzonderingen vergunningplicht
Het onder a opgenomen verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
-
1. in het kader van het normale beheer en onderhoud;
-
2. waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
-
c. Beoordelingscriteria
Werken en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar indien:
-
1. geen schade ontstaat aan de brandstofleiding en/of het doelmatig functioneren van die leiding niet in gevaar wordt gebracht;
-
2. de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht;
-
3. hierover vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.