Plan: | Dijkverlegging Voorsterklei |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20140-VS00 |
De Voorsterklei ligt relatief laag ten opzichte van de rivier en is rond 1960 definitief geheel ingedijkt. Het behoorde oorspronkelijk tot de natuurlijke overstromingsruimte van de rivier. De Voorsterklei draagt nog het stempel van een buitendijks ontginningslandschap. De dijk volgt grotendeels een oude zomerkade die de hogere delen met elkaar verbindt. Door de nog duidelijk aanwezige patronen van oude IJssellopen kent het gebied relatief grote hoogteverschillen over korte afstanden. De belangrijkste wetering ligt deels in een oude meander. Voor de Voorsterklei is aan de oostkant van het dorp Voorst het hoogteverschil tussen de hoger gelegen dorpsbebouwing en het lager gelegen landbouwgebied van de Voorsterklei zeer markant.
In de Voorsterklei liggen de boerderijen veelal op terpen of natuurlijke hoogtes. Sinderen en De Heetkool hebben een monumentale status. Aan de Wellenbergweg 2 is de Wellenbergacademie gevestigd, een centrum voor innerlijke rijkdom. In het plangebied is tevens (een deel van ) landgoed Beekzicht gelegen, dit landgoed vormt een verbinding tussen de IJssel en de Veluwe.
Er zijn (restanten van) beplantingen langs een aantal (voormalige) strangen in het binnen- en buitendijkse gebied. Karakteristiek is de zwaar beboste rand van de Veluwe achter de Bomendijk.
Het huidige landschap is het resultaat van eeuwenlang agrarisch grondgebruik. De Voorsterklei is onderdeel geweest van de recent afgeronde ruilverkaveling Brummen-Voorst. De kavels zijn in grootte toegenomen. In het zuidelijk deel van het plangebied is een grote aaneengesloten open ruimte ontstaan. Het gehele gebied is in particulier eigendom. Bijna de helft daarvan is in pacht uitgegeven.
Het gebied Voorsterklei is duidelijk een agrarisch gebied waarbinnen de melkveehouderij de belangrijkste sector is. Het gebied kent qua aantal melkkoeien enkele (zeer) grote bedrijven. De intensiteit van de melkveebedrijven (aantal melkkoeien per hectare grasland en voedergewassen) steekt gunstig af bij het landelijke beeld. In de periode tussen 2000 en 2006 is deze intensiteit wel toegenomen. Het grondgebruik bestaat hoofdzakelijk uit grasland en snijmaïs (veevoer). Op circa 10% van de grond wordt aardappelen, graan of suikerbieten verbouwd.
Figuur: Huidige situatie