direct naar inhoud van 8.1 Uitkomsten overleg
Plan: Twello Zuidwest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.171018-VS00

8.1 Uitkomsten overleg

Het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan pleegt daarbij overleg met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het geding zijn.

Zowel rijk als provincie hebben per brief aangegeven dat vooroverleg enkel noodzakelijk is wanneer er provinciale danwel rijksbelangen in het geding kunnen zijn. Aangezien het hier gaat om een actualisatieplan waarin behalve het toevoegen van 1 inpandige bedrijfswoning aan de Duistervoordseweg 128 geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, is vooroverleg niet noodzakelijk.

Het vooroverleg met het Waterschap heeft per mail en via de website www.dewatertoets.nl plaats gevonden.

Verder is dit plan voorgelegd aan de Gasunie. Hieronder is deze vooroverlegreactie samengevat en voorzien van een inhoudelijke reactie.

Ligging leiding en gasontvangststation

Op de verbeeldingen is de ligging van de gastransportleiding en het gasontvangststation niet geheel overeenkomstig onze gegevens weergegeven. Digitale gegevens zijn in het kader van de procedure bestemmingsplan Buitengebied al naar de gemeente toegestuurd. Graag de ligging aanpassen aan de hand van deze gegevens.

De ligging van de leiding is op basis van de digitaal aangeleverde gegevens aangepast. Hierbij is er tevens voor gekozen om de leiding na het gasontvangststation niet meer op de verbeelding op te nemen. De druk van de leiding na het station is maximaal 8 bar.

Belemmeringenstrook

Het is voor de regionale gasleiding niet noodzakelijk een zone van 5 meter aan weerszijde van de leidingen N-554-03 op te nemen . verzocht wordt overeenkomstig de wettelijke bepalingen een belemmeringenstrook van 4 meter aan weerszijde op te nemen.

De verbeelding is aangepast. De belemmeringenstrook is voor de leiding N-554-03 verkleind naar 4 meter aan weerszijde van de leiding.

Gasontvangststation

Binnen het plangebied is een gasontvangststation gelegen. Het is wenselijk om voor dit station de bestemming "Bedrijf-Gasontvangststation" op te nemen. De reden hiervoor is dat we binnen de verschillende bestemmingsplannen de gasontvangststations op een eenduidige en uniforme wijze te bestemmen. Gelet hierop en op de veiligheidsaspecten die gelden voor dit gasontvangststation verzoeken wij u de gasontvangststation en bijbehorende gronden afzonderlijk te bestemmen. Voor de regels kunt u gebruik maken van het bijgevoegde tekstvoorstel. Daarnaast willen we graag dat over het gasontvangststation de dubbelbestemming Leiding-Gas wordt neergelegd. Dit ter bescherming van de leidingen in dit gasontvangststation.

Voor het gasontvangststation is de bestemming Bedrijf-Nutsvoorziening opgenomen. Daarbij zal om deze bestemming ook de dubbelbestemming Leiding-Gas worden opgenomen. De inhoud van deze bestemming zal overeenkomen met de aangeleverde voorbeeldbestemming.

Leiding Gas

Wij willen graag de bestemming Leiding-Brandstof gewijzigid hebben in de bestemming Leiding-Gas. Dit in verband met een eenduidige en uniforme wijze van bestemmen van al onze objecten.

De bestemming Leiding-Brandstof is omgezet naar Leiding-Gas.

Ontbreken voorrangsbepaling

Verzocht wordt het artikel Leiding-Gas zodanig aan te passen dat de dubbelbestemming bij het geheel of gedeeltelijk samenvallen met (een) andere dubbelbestemming(en) voorrang krijgt.

De prioriteitsstelling voor dubbelbestemmingen is niet noodzakelijk. Bij iedere ontwikkeling dienen de belangen van alle geldende dubbelbestemmingen nader afgewogen te worden. De regeling voor dubbelbestemmingen werkt cumulatief. Hierbij is geen enkele dubbelbestemming belangrijker dan een andere. Het bouwen dient binnen alle ter plaatsen geldende dubbelbestemmingen te passen. Wanneer er voor dezelfde gronden meerdere dubbelbestemmingen gelden, moeten de bouwactiviteiten aan iedere dubbelbestemming afzonderlijk worden getoetst. Op hun beurt moeten ook de bouwactiviteiten ten behoeve van de ene dubbelbestemming worden getoetst aan de criteria ter bescherming van de andere bestemmingen.

Ontbreken van adequate bouwregels

De in artikel 22.2 opgenomen bepalingen zijn onvoldoende om een veilig en bedrijfszeker gastransport te kunnen waarborgen en gevaar voor personen en goederen in de directe omgeving van de leiding te beperken. Wij verzoeken u daarom artikel 22.2 zodanig aan te passen dat (alleen) bouwwerken ten dienste van de leiding mogen worden gebouwd en dat overige gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde expliciet niet zijn toegestaan.

De regels zijn aangepast. In de regels is opgenomen dat de op deze gronden ten behoeve van de genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken geen gebouw zijnde mogen worden gebouwd. De bouwhoogte mag daarbij niet meer dan 3 meter bedragen. Ten behoeve van andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) (met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende bouw(regels)) mag uitsluitend worden gebouwd indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering.

Ontbreken adequate regeling afwijking bouwregels

De door u opgenomen afwijkingsmogelijkheid van de bouwregels is in strijd met het bepaalde in artikel 14 derde lid Bevb. Hierin bepaald dat de veiligheid van de in de belemmeringstrook gelegen buisleiding niet mag worden geschaad en geen kwetsbaar object mag worden toegelaten. Wij verzoeken u om de planregels van artikel 22.3 aan te passen door kwetsbare objecten uit te sluiten en schriftelijk advies op te nemen

Naar aanleiding van de inspraakreactie wordt artikel 22.3 als volgt aangepast:

"Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingexploitant. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten."

Ontbreken verplicht advies leidingbeheerder 

In artikel 22.4.3 wordt een voorwaarde gesteld voor een omgevingsvergunning. Voornoemde bepaling maakt het mogelijk om binnen de dubbelbestemming mits het belang van de leiding niet wordt geschaad, bouwwerken op te richten alsmede een omgevingsvergunning te verlenen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of van werkzaamheden. Op basis van de huidige bepalingen wordt nu een afweging gemaakt zonder de Gasunie bij de besluitvorming te betrekken. Dit is niet wenselijk. Graag opnemen dat een schriftelijk advies van de leidingbeheerder noodzakelijk is.

In dit artikel wordt de verplichting tot het opvragen van schriftelijk advies van de leidingbeheerder opgenomen.

Ontbreken van verantwoording GR en PR in toelichting

Er ontbreekt een verantwoording van het groepsrisico en plaatsgebonden risico ten aanzien van de aanwezige aardgasleidingen. Deze zal toegevoegd moeten worden met behulp van het rekenprogramma CAROLA.

De gemeente Voorst heeft het Projectbureau Externe Veiligheid van de Regio Stedendriehoek gevraagd een advies uit te brengen op het gebied van externe veiligheid. Daarbij is ook gekeken naar het plaatsgebonden risico en groepsrisico ten aanzien van buisleidingen. De conclusie van dit onderzoek is dat het transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen in of nabij de planlocatie geen belemmering oplevert voor het planproces. Het advies is te vinden in bijlage 1 van de toelichting van dit bestemmingsplan.