direct naar inhoud van 7.3 Bestemmingen
Plan: Twello Zuidwest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.171018-VS00

7.3 Bestemmingen

7.3.1 Agrarisch

Deze bestemming is gebruikt voor de agrarisch in gebruik zijnde percelen aan de zuidzijde van het dorp. Het grondgebonden karakter van de bedrijfsvoering staat binnen deze bestemming voorop. Er is geen sprake van bebouwing binnen deze bestemming met uitzondering van enkele kleinschalige bouwwerken, zoals hekken en daar waar dit met een specifieke bouwaanduiding is aangegeven, wordt een dierenverblijf toegestaan. In verband met mogelijke hinder voor de woonbebouwing, in de vorm van geluidsoverlast, het stuiven van zand en de aanwezigheid van kunstlicht na zonsondergang, worden paardenbakken niet toegestaan.

7.3.2 Bedrijf

Bestemmingsomschrijving

De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor bedrijven, beroepen aan huis alsmede ondergeschikte voorzieningen als groen, tuinen, erven, verhardingen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, parkeerplaatsen, laad- en losvoorzieningen, water en openbare nutsvoorzieningen.

Categorie bedrijven

Bij de bestemming Bedrijf is ervoor gekozen om in ieder geval overal bedrijven tot en met categorie 2 toe te staan. De regeling biedt op deze manier ruimte aan de meeste bedrijven.

Staat van Bedrijfsactiviteiten

De VNG- publicatie Bedrijven en milieuzonering is een hulpmiddel voor het bepalen van de verantwoorde afstanden (voor milieuzonering in de ruimtelijke planvorming). De richtafstandenlijsten (bijlagen bij de publicatie) hebben als basis gediend voor het samenstellen van onze Staat van Bedrijfsactiviteiten. Uit deze lijsten zijn de functies en activiteiten geschrapt die niet binnen de bestemming Bedrijf (bijvoorbeeld onderwijs) passen. Ook zijn bedrijven die zich nooit hier in de gemeente kunnen vestigen geschrapt, zoals zeevaartgebonden bedrijven. Per bestemmingsplan wordt (als bijlage) een Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Bedrijf is een onderscheid gemaakt tussen welke bebouwing is toegestaan binnen het bouwvlak en welke erbuiten. Dit onderscheid maakt dat op de plankaart de grootte en ligging van het bouwvlak de bouwmogelijkheden bepalen.

Maatvoering bouwvlak

De maatvoering van het bouwvlak is maatwerk. Het is zaak hierbij niet uitsluitend te kijken naar het bestaande bebouwde bouwvlak, maar naar wat ruimtelijk aanvaardbaar is. In beginsel is bedrijven minimaal 10% uitbreidingsruimte geboden. Dit om te anticiperen op bedrijfsuitbreiding(en); herzieningen/ afwijkingen worden op deze manier zo veel mogelijk voorkomen. Om de maatvoering van de bouwvlakken te bepalen wordt gekeken naar het vigerende plan (voorkomen van planschadeclaims) en de vanuit stedenbouwkundig oogpunt gewenste situatie (bijvoorbeeld voorkomen van gebouwen op ongewenste plekken).

Binnen het bouwvlak 

Er is gekozen voor een flexibele systematiek waarbij binnen het bouwvlak zowel gebouwen als andere bouwwerken zijn toegestaan. Onder gebouwen worden de bedrijfsgebouwen verstaan. Voor wat betreft de maatvoering van gebouwen (maximale toegestane (goot)hoogten) wordt met aanduidingen op de plankaart gewerkt.

Buiten het bouwvlak 

Buiten het bouwvlak zijn alleen andere bouwwerken toegestaan. Over vergunningvrij bouwen wordt vanzelfsprekend geen uitspraak gedaan. Dit mag volgens de op dit moment geldende wettelijke normen.

Strijdig gebruik

De standaard gaat uit van de hoofdlijn dat de doeleindenomschrijving een uitputtende opsomming bevat van de toegelaten gebruiksfuncties. Die hoofdlijn wordt verlaten ten aanzien van geluidzoneringsplichtige inrichtingen. Van deze inrichtingen wordt in de regels gezegd dat ze niet tot de bestemming 'Bedrijf' behoren. De reden hiervoor is het bijzondere karakter van de Wet geluidhinder. Deze wet is de enige sectorale wet die rechtstreeks doorwerkt in het bestemmingsplan. Voor de grote lawaaimakers werkt dit zodanig uit dat deze zijn toegelaten indien het bestemmingsplan dat binnen de bedrijvenbestemming mogelijk maakt. Het bestemmingsplan dient in dat geval ook te voorzien in een geluidzone. Het omgekeerde is ook aan de orde: indien het bestemmingsplan deze geluidproducerende inrichtingen niet toelaat, zijn ze verboden. Teneinde over hun toelaatbaarheid geen enkel misverstand te laten bestaan verdient het aanbeveling daarover expliciet een uitspraak te doen in de planregels. Voor de bestemming 'Bedrijf' werkt dit dan zodanig uit dat daarin altijd wordt opgenomen dat geluidzoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan.

7.3.3 Bedrijf - Nutsvoorziening

Bestemmingsomschrijving

De bestemming Bedrijf-Nutsvoorziening wordt gebruikt ten behoeve van het gasontvangststation. De bestemming regelt de aanleg en instandhouding van een gasontvangstation en de daarbij behorende ondergrondse en bovengrondse leidingen met toebehoren.

Bebouwingsmogelijkheden

De bebouwingsmogelijkheden zijn beperkt tot het bouwen van een gasontvangststation. De hoogte van dit station mag niet meer dan 4 meter bedragen.

Daarnaast kunnen overige andere bouwwerken worden gerealiseerd zoals erf- en terreinafscheidingen. De hoogte van de erfafscheiding ligt op 3 meter. Overige andere bouwwerken mogen maximaal 2 meter hoog worden gerealiseerd.

7.3.4 Bos

bestemmingsomschrijving

De bestemming Bos wordt gebruikt ten behoeve van het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke en bosbouwkundige waarden. De bestemming is voornamelijk neergelegd op bosgebieden gelegen rondom de landgoedhuizen. Bij het opstellen van de verbeelding is zowel gekeken naar de vigerende bestemmingsplannen en de uitgevoerde inventarisatie.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Bos zijn alleen andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Binnen de bestemming Bos is een aanlegvergunningstelsel opgenomen ter bescherming van de landschappelijke en bosbouwkundige waarden.

7.3.5 Gemengd-1

Bestemmingsomschrijving

De bestemming Gemengd-1 wordt gebruikt voor gebieden of gebouwen waarbinnen een breed scala aan functies mogelijk is. Ten behoeve van de leefbaarheid van het dorp wordt hier een flexibel gebruik van de panden voorgestaan. In de bestemming Gemengd-1 zijn meerdere functies toegestaan, waaronder detailhandel, uitsluitend op de begane grond, dienstverlening, kantoren en maatschappelijke voorzieningen. Ook lichte horeca (categorie 1) is mogelijk en kan goed als aanvulling op winkelactiviteiten dienen. Waar sprake is van een dienstwoning binnen de bestemming, is dit middels een aanduiding 'bedrijfswoning' toegestaan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Gemengd-1 is een onderscheid gemaakt tussen welke bebouwing is toegestaan binnen het bouwvlak en welke erbuiten. Waar gebouwen mogen worden gebouwd is dat middels een bouwvlak aangegeven. Dit onderscheid maakt dat op de plankaart de grootte en ligging van het bouwvlak de bouwmogelijkheden bepalen. Binnen het bouwvlak staan de toegestane goot- en bouwhoogte en – indien van toepassing – een maximum bebouwingspercentage vermeld. Buiten het bouwvlak zijn alleen andere bouwwerken toegestaan.

Maatvoering bouwvlak

De maatvoering van het bouwvlak is maatwerk. Daarbij wordt gekeken naar het vigerende bestemmingsplan en de vanuit stedenbouwkundig oogpunt gewenste situatie. In principe wordt gekozen voor een zo groot mogelijk bouwvlak waarin eventueel een bebouwingspercentage wordt opgenomen. In beginsel wordt minimaal 10% uitbreidingsruimte geboden om te anticiperen op mogelijke uitbreiding(en). Binnen- en buitenplanse afwijkingen van het bestemmingsplan worden op deze manier zoveel mogelijk voorkomen. De zone langs de straatzijde wordt waar mogelijk vrijgehouden van bebouwing.

7.3.6 Gemengd-2

Bestemmingsomschrijving

De bestemming Gemengd-2 wordt gebruikt voor gebieden of gebouwen waarbinnen een breed scala aan functies mogelijk is. In de bestemming Gemengd-2 zijn meerdere functies toegestaan, waaronder bedrijvigheid in de categorieën 1 en 2, detailhandel, dienstverlening, kantoren, cultuur en ontspanning en (bedrijfs)wonen. Wonen is uitsluitend op de eerste verdieping toegestaan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Gemengd-2 is een onderscheid gemaakt tussen welke bebouwing is toegestaan binnen het bouwvlak en welke erbuiten. Waar gebouwen mogen worden gebouwd is dat middels een bouwvlak aangegeven. Dit onderscheid maakt dat op de plankaart de grootte en ligging van het bouwvlak de bouwmogelijkheden bepalen. Binnen het bouwvlak staan de toegestane goot- en bouwhoogte en – indien van toepassing – een maximum bebouwingspercentage vermeld. Buiten het bouwvlak zijn alleen andere bouwwerken toegestaan. Het gedeelte waar gebouwd moet worden met een dove gevel is op de verbeelding aangegeven.

Maatvoering bouwvlak

De maatvoering van het bouwvlak is maatwerk. Daarbij wordt gekeken naar het vigerende bestemmingsplan en de vanuit stedenbouwkundig oogpunt gewenste situatie. In principe wordt gekozen voor een zo groot mogelijk bouwvlak waarin eventueel een bebouwingspercentage wordt opgenomen. De zone langs de straatzijde wordt waar mogelijk vrijgehouden van bebouwing.

7.3.7 Groen

Bestemmingsomschrijving

De bestemming Groen wordt gebruikt om de openbare groenstructuur van enige omvang in het plangebied te bestemmen. Het gaat daarbij om gebieden die voor de langere termijn groen dienen te blijven. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor groenvoorzieningen, speelvoorzieningen, water, openbare nutsvoorzieningen en bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals bankjes, wandel- en fietspaden en prullenbakken. Ook is er ruimte voor verblijfsfuncties zoals parkeren waar deze de groene functie niet in de weg staan. Ten behoeve van een flexibel gebruik van de gronden en in relatie met de nodige aandacht voor de waterhuishouding is het ook mogelijk watergangen of -bergingen binnen deze bestemming toe te staan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd en zijn alleen andere bouwwerken toegestaan.

7.3.8 Groen-Park

bestemmingsomschrijving

De bestemming Groen-Park wordt gebruikt ten behoeve van de aanleg, ontwikkeling en instandhouding van parkachtige groenvoorzieningen zoals bosranden, heestervlakken, grasvelden, boomgroepen, solitaire bomen en laanbeplanting. De bestemming is neergelegd op bestaande gebieden gelegen rondom de landgoedhuizen. Bij het opstellen van de verbeelding is zowel gekeken naar de vigerende bestemmingsplannen als de uitgevoerde inventarisatie.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Groen-Park is een regeling opgenomen waardoor bestaande bijgebouwen binnen de bestemming Groen-Park in het plangebied vastgelegd worden. De oppervlakte van de bijgebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte.

Naast de bijgebouwen wordt ook de mogelijkheid geboden voor overige bouwwerken.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Binnen de bestemming Groen-Park is een aanlegvergunningstelsel opgenomen ter bescherming van de instandhouding van parkachtige groenvoorzieningen.

7.3.9 Horeca

Bestemmingsomschrijving

Binnen de bestemming Horeca vallen de horecagelegenheden. Binnen de bestemming wordt horeca in categorie 1 en 2 toegestaan. Met een functieaanduiding is aangegeven waar een hogere categorie is toegestaan. De categorieën komen overeen met de in de bijlage van de regels opgenomen Staat van Horeca-activiteiten. Binnen de gemeente Voorst worden vier categorieën horeca onderscheiden:

  • Categorie 1:
    Hier vindt de bereiding van etenswaren plaats voor consumptie ter plaatse. Voorbeelden: bistro, koffie-/ theehuis, ijssalon, lunchroom, hotel.
  • Categorie 2:
    Hier vindt de bereiding van etenswaren plaats al dan niet voor consumptie ter plaatse. Voorbeelden: restaurant met bezorg- en/ of afhaalfunctie, snackbar, shoarma, automatiek, cafetaria, fast-food restaurant.
  • Categorie 3:
    Deze horecabedrijven verstrekken hoofdzakelijk dranken. Voorbeelden: café, bar, bierhuis, zaalverhuur.
  • Categorie 4:
    Deze horecabedrijven geven hoofdzakelijk gelegenheid tot dansen en het ten gehore brengen van muziek. Voorbeelden: discotheek, bardancing, partycentrum, nachtclub

Daarnaast is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' een bedrijfswoning toegestaan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Horeca is een onderscheid gemaakt tussen welke bebouwing is toegestaan binnen het bouwvlak en welke erbuiten. Waar gebouwen mogen worden gebouwd is dat middels een bouwvlak aangegeven. Dit onderscheid maakt dat op de plankaart de grootte en ligging van het bouwvlak de bouwmogelijkheden bepalen. Binnen het bouwvlak staan de toegestane goot- en bouwhoogte en –indien van toepassing- een maximum bebouwingspercentage vermeld. Buiten het bouwvlak zijn alleen andere bouwwerken toegestaan.

Maatvoering bouwvlak

De maatvoering van het bouwvlak is maatwerk. Daarbij wordt gekeken naar het vigerende bestemmingsplan en de vanuit stedenbouwkundig oogpunt gewenste situatie. In principe wordt gekozen voor een zo groot mogelijk bouwvlak waarin eventueel een bebouwingspercentage wordt opgenomen. In beginsel wordt minimaal 10% uitbreidingsruimte geboden om te anticiperen op mogelijke uitbreiding(en). Binnen- en buitenplanse afwijkingen van het bestemmingsplan worden op deze manier zoveel mogelijk voorkomen. De zone langs de straatzijde wordt waar mogelijk vrijgehouden van bebouwing

7.3.10 Kantoor

Bestemmingsomschrijving

De bestemming Kantoor wordt gebruikt om bestaande kantoren specifiek te bestemmen daar waar geen publieksaantrekkende werking wordt voorgestaan. Er is sprake van bedrijfsmatige dienstverlening waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en bediend. Indien sprake is van bedrijfsmatige dienstverlening, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan, wordt de bestemming Dienstverlening toegekend. Het verschil tussen de bestemmingen Kantoor en Dienstverlening is de mate waarin het publiek fysiek toegang heeft tot de dienstverlening. Kantoren zijn in dat opzicht gesloten en dienstverlening is open. De locatie waar het kantoor is gevestigd, is bepalend voor de vraag of een publieksaantrekkende functie is toegestaan. Zo zal in een rustige woonwijk eerder voor de bestemming Kantoor worden gekozen dan in het centrum van een dorp. De gronden binnen de bestemming Kantoor zijn bestemd voor kantoren, openbare nutsvoorzieningen en bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen, tuin, erven, verhardingen, verkeer- en verblijfsvoorzieningen en water.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Kantoor is onderscheid gemaakt tussen welke bebouwing is toegestaan binnen het bouwvlak en welke erbuiten. Waar gebouwen mogen worden gebouwd is dat door middel van een bouwvlak aangegeven. Dit onderscheid maakt dat op de plankaart de grootte en ligging van het bouwvlak de bouwmogelijkheden bepalen. Binnen het bouwvlak staan de toegestane goot- en bouwhoogte en – indien van toepassing – een maximum bebouwingspercentage vermeld. Buiten het bouwvlak zijn alleen andere bouwwerken toegestaan.

Maatvoering bouwvlak

De maatvoering van het bouwvlak is maatwerk. Daarbij wordt gekeken naar het vigerende bestemmingsplan en de vanuit stedenbouwkundig oogpunt gewenste situatie. In principe wordt gekozen voor een zo groot mogelijk bouwvlak waarin eventueel een bebouwingspercentage wordt opgenomen. In beginsel wordt minimaal 10% uitbreidingsruimte geboden om te anticiperen op mogeljjke uitbreiding(en). Binnen- en buitenplanse afwijkingen van het bestemmingsplan worden op deze manier zoveel mogelijk voorkomen. De zone langs de straatzijde wordt waar mogelijk vrijgehouden van bebouwing.

7.3.11 Maatschappelijk

Bestemmingsomschrijving

Binnen de bestemming Maatschappelijk vallen maatschappelijke voorzieningen zoals de (basis)scholen, peuterspeelzaal, kinderopvangcentra, verenigingsgebouwen, kerken, de Havekesmölle, gymzalen, brandweer, gemeentewerf en diverse huisarts-, tandarts-, fysiotherapie- en dierenartsenpraktijken. In het algemeen is middels het bouwvlak enige ruimte gegeven ten behoeve van een mogelijke uitbreiding van bebouwing. Waar sprake is van een dienstwoning binnen de bestemming, is dit middels een aanduiding 'bedrijfswoning' toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' is een begraafplaats toegestaan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Maatschappelijk is een onderscheid gemaakt tussen welke bebouwing is toegestaan binnen het bouwvlak en welke erbuiten. Waar gebouwen mogen worden gebouwd is dat middels een bouwvlak aangegeven. Dit onderscheid maakt dat op de plankaart de grootte en ligging van het bouwvlak de bouwmogelijkheden bepalen. Binnen het bouwvlak staan de toegestane goot- en bouwhoogte en – indien van toepassing – een maximum bebouwingspercentage vermeld. Buiten het bouwvlak zijn alleen andere bouwwerken toegestaan.

Maatvoering bouwvlak

De maatvoering van het bouwvlak is maatwerk. Daarbij wordt gekeken naar het vigerende bestemmingsplan en de vanuit stedenbouwkundig oogpunt gewenste situatie. In principe wordt gekozen voor een zo groot mogelijk bouwvlak waarin eventueel een bebouwingspercentage wordt opgenomen. In beginsel wordt minimaal 10% uitbreidingsruimte geboden om te anticiperen op mogelijke uitbreiding(en). Binnen- en buitenplanse afwijkingen van het bestemmingsplan worden op deze manier zoveel mogelijk voorkomen. De zone langs de straatzijde wordt waar mogelijk vrijgehouden van bebouwing.

7.3.12 Natuur

Bestemmingsomschrijving

De bestemming Natuur wordt gebruikt ten behoeve van het behoud, het herstel en/ of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke waarden, de landschappelijke waarden en de ecologische waarden. De bestemming is voornamelijk neergelegd op natuurgebieden gelegen rondom de landgoedhuizen en in cultuurhistorisch waardevolle gebieden. Bij het opstellen van de verbeelding is zowel gekeken naar de vigerende bestemmingsplannen als de uitgevoerde inventarisatie.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Natuur enkel overige andere bouwwerken worden gerealiseerd met een hoogte van maximaal 1,50 meter. Hiervoor is gekozen omdat de natuurgebieden vaak een open karakter hebben, waardoor het realiseren van hoge bouwwerken niet wenselijk is.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Binnen de bestemming Natuur is een aanlegvergunningsstelsel opgenomen ter bescherming van de natuurwetenschappelijke waarden, de landschappelijke waarden en de ecologische waarden.

7.3.13 Sport

Bestemmingsomschrijving

Voor sportvoorzieningen is de bestemming 'Sport' opgenomen. In Twello Zuidwest gaat het om SV Voorwaarts en SV Twello. Binnen deze bestemming zijn binnen- en buitensportvoorzieningen met daarbij inbegrepen voorzieningen als was- en kleedruimten, kantine, bergings- en stallingsruimten en verenigingsgebouwen toegestaan. Ten behoeve van het flexibel gebruik van gronden en in relatie met de nodige aandacht voor waterhuishouding is het ook mogelijk watergangen of -bergingen toe te staan. Het gaat bij deze functies om veel terrein met relatief weinig bebouwing. Ter plaatse van de aanduiding 'parkeren' is parkeren toegestaan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen de bestemming Sport is onderscheid gemaakt tussen welke bebouwing is toegestaan binnen het bouwvlak en welke erbuiten. Waar gebouwen mogen worden gebouwd is dat door middel van een bouwvlak aangegeven. Dit onderscheid maakt dat op de plankaart de grootte en ligging van het bouwvlak de bouwmogelijkheden bepalen. Binnen het bouwvlak staan de toegestane goot- en bouwhoogte en –indien van toepassing- een maximum bebouwingspercentage vermeld. Ten behoeve van de flexibiliteit is het ook mogelijk gebouwen ten behoeve van sportbeoefening buiten het bouwvlak te bouwen met een maximum van 10 m3.

7.3.14 Verkeer

Bestemmingsomschrijving

De doorgaande wegen in het plangebied zijn ondergebracht in de bestemming Verkeer. Het gaat om de Zuiderlaan, de H.W. Iordensweg, de Molenstraat, de Jupiter, Hietweideweg, Frans Halsstraat, Beethovenlaan, Troelstralaan en de Maarten Tromplaan. Binnen deze bestemming staat de verkeersfunctie centraal. Ook is er ruimte voor verblijfsfuncties zoals parkeren waar deze de verkeersfunctie niet in de weg staan. Ten behoeve van een flexibel gebruik van de gronden en in relatie met de nodige aandacht voor de waterhuishouding is het ook mogelijk watergangen of –bergingen binnen deze bestemming toe te staan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd en zijn alleen andere bouwwerken toegestaan.

7.3.15 Verkeer - Verblijfsgebied

Bestemmingsomschrijving

Binnen de bestemming Verkeer-Verblijfsgebied vallen alle wegen in het dorp die geen doorgaande functie hebben maar bedoeld zijn voor bestemmingsverkeer. De verblijfsfunctie staat hier centraal. Hieraan verbonden zijn functies als parkeren, voet- en fietspaden, groen en speelvoorzieningen. Ten behoeve van het flexibel gebruik van de gronden en in relatie met de nodige aandacht voor de waterhuishouding is het ook mogelijk watergangen of -bergingen binnen deze bestemming toe te staan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd en zijn alleen andere bouwwerken toegestaan.

7.3.16 Water

Bestemmingsomschrijving

De A-watergangen binnen het plangebied hebben de bestemming Water gekregen. A-watergangen zijn de belangrijkste watergangen in het gebied. Deze watergangen voeren water aan en af en zorg dat een gebied niet te nat of te droog wordt. Daarnaast krijgen ook watergangen en/ of waterpartijen met een belangrijke natuurlijke of landschappelijke functie de bestemming Water. Het gaat daarbij om watergangen of waterpartijen die we voor de lange termijn willen behouden.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd en zijn alleen andere bouwwerken ten behoeve van de waterhuishouding en openbare nutsvoorzieningen toegestaan.

7.3.17 Wonen

Bestemmingsomschrijving

Bij de bestemming Wonen is gekozen voor één bestemming Wonen inclusief de tuin en het erf. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor het wonen, beroepen en bedrijven aan huis alsmede voor tuinen en erven. Ook ondergeschikte voorzieningen als groen, paden, water en parkeren zijn binnen deze bestemming toegestaan.

Voor de bestemmingsregeling van woningen is gestreefd een zo flexibele en eenduidige regeling op te nemen die toepasbaar is op de meeste woningen in de hele gemeente. Hierbij wordt aangesloten bij de actuele wensen van de burger. Daarbij is vanzelfsprekend wel de nodige rechtszekerheid in ogenschouw genomen.


Beeldbepalende straten
Straten en wegen met een historisch karakter, met beeldbepalende en/ of monumentale panden danwel met een representatief karakter omdat er dagelijks veel mensen langskomen, hebben een beeldbepalende uitstraling. Deze uitstraling draagt in belangrijke mate bij aan de waardering van bewoners en bezoekers van het woon- en leefklimaat. Het is van belang die kwaliteit zo veel mogelijk te handhaven, dan wel waar mogelijk te vergroten. Dit wordt gedaan in de Welstandsnota, maar ook in de bestemmingsplannen binnen de gemeente Voorst. Het bestemmingsplan wordt daarbij ingezet om gewenste ontwikkelingen te stimuleren en ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. In het plangebied van Twello Zuidwest gaat het om de volgende beeldbepalende straten: de H.W. Iordensweg, de Zuiderlaan, Duistervoordseweg, Jupiter, Molenstraat, Kerklaan, Maarten Tromplaan en de Michiel de Ruiterstraat. Daarnaast wordt de Twellose Beek ook aangemerkt als beeldbepalende watergang.

De beeldbepalende straten en watergang in Twello Zuidwest worden hieronder toegelicht.

Molenstraat

De Molenstraat wordt gezien als dorplint van Twello. Kenmerkend voor de dorpslinten is hun langgerekte en brede profiel, waar ondanks de grote variatie aan bebouwing, eenheid van uit gaat. De afwisseling tussen bebouwing en open ruimten is een kenmerkend onderdeel van de linten. Begeleidende beplanting zorgt voor nog meer ruimtelijke samenhang binnen het lint. Binnen de dorpslinten is, in vergelijking tot andere gebieden in Twello, sprake van een relatief grote menging van functies. De Molenstraat wordt getypeerd door gevarieerde plaatsing en bebouwing.

Beethovenlaan/ Maarten Tromplaan en Jupiter

De doorgaande wegen zijn gelegen in een na-oorlogse woongebied. De naoorlogs woongebieden in Twello kennen een planmatige aanleg met een hiërarchisch stratenpatroon en een zorgvuldige afwisseling tussen openbare groene ruimten en bebouwing. Brede ontsluitingswegen lopen dwars door de buurten of liggen aan de rand ervan. De grootste waarde van de naoorlogs woongebieden ligt in de groene opzet van de buurten en de heldere stedenbouwkundige opzet. De Beethovenlaan en Maarten Tromplaan zijn twee brede doorgaande ontsluitingswegen die voorzien zijn van een grote groenbuffer.

Duistervoordseweg

De Duistervoordseweg wordt gezien al een belangrijk dorpslint in Twello. Kenmerkend voor de dorpslinten is hun langgerekte en brede profiel, waar ondanks de grote variatie aan bebouwing, eenheid van uit gaat. De afwisseling tussen bebouwing en open ruimten is een kenmerkend onderdeel van de linten. Begeleidende beplanting zorgt voor nog meer ruimtelijke samenhang binnen het lint. De Duistervoordseweg is een smaller bebouwingslint met meer kleinschalige (historische) bebouwing. De bebouwingsdichtheid neemt merkbaar af richting het westen. Het licht gebogen verloop geeft het lint visueel lengte.

Kerklaan

De Kerklaan en omgeving zijn van zeer hoge stedenbouwkundige waarde. Het is een fraai en sterk samenhangend gebied met een gaaf bewaard gebleven en duidelijk herkenbare ruimtelijke opbouw. Binnen de sterk gegroeide kern van Twello is het één van de locaties waar de oorspronkelijk dorpse sfeer bewaard is gebleven. Daarnaast is het gebied van zeer hoge cultuurhistorische waarde. Ter plekke is de ontwikkelingsgeschiedenis nog afleesbaar.

Straten aan weerszijde van de Twellose Beek

In dit deel van Twello maakt de Twellose Beek onderdeel uit van een brede op zich zelf staande groenzone. De woningen die aan weerszijde van de Twellose Beek staan, zijn over het algemeen niet georiënteerd naar de Twellose Beek. Door de groenzone loopt een informeel wandelpad dat voornamelijk gebruikt wordt door de bewoners uit de aansluitende wijken. Karakteristiek voor dit gebied is de openheid en groene invulling.

Zuiderlaan

De Zuiderlaan is een belangrijke ontsluitingsweg. De weg sluit het dorp aan de zuidkant af en vormt een eerste aanzet tot een randweg om het dorp richting Rijksstraatweg. Over de weg komen veel passanten. Hierdoor is het gewenst om het representatieve karakter en beeldbepalende uitstraling van de straat te behouden

Michiel de Ruyterstraat/ H.W. Iordensweg

Zowel de Michiel de Ruyterstraat als de H.W. Iordensweg zijn belangrijke ontsluitingswegen die strak langs het centrum van Twello lopen. Over deze wegen komen veel passanten. Hierdoor is het gewenst om het representatieve karakter en beeldbepalende uitstraling van de straat te behouden

Om langs beeldbepalende straten de bestaande kwaliteit te handhaven, wordt gestreefd voortuinen en hoeken van straten zoveel mogelijk vrij te houden van bebouwing. Indien er sprake is van bestaande bebouwing, niet zijnde hoofdgebouwen, dan wordt deze opgenomen binnen de aanduiding erf. Anders wordt de voor- en zijtuin aangeduid als tuin. In niet-beeldbepalende gebieden is de regeling om op het zijerf te bouwen ruimer.


Onderstaand is schematisch aangegeven hoe bij hoeksituaties met de grens tussen de aanduiding erf en tuin wordt omgegaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0285.171018-VS00_0003.gif" afbeelding "i_NL.IMRO.0285.171018-VS00_0004.gif"
Bouwregels
Binnen deze bestemming is op de kaart onderscheid gemaakt tussen het bouwvlak, de aanduiding erf, de aanduiding tuin en bij diepe percelen eventueel een gedeelte op het achtererf zonder aanduiding. Deze driedeling is bepalend voor de plaats van het hoofdgebouw, de overige gebouwen, de andere bouwwerken en waar niet mag worden gebouwd. Over vergunningvrij bouwen wordt vanzelfsprekend geen uitspraak gedaan. Ter plaatse van de aanduiding detailhandel is detailhandel, uitsluitend op de begane grond, toegestaan. Ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding autobox is een autobox toegestaan.

In enkele straten komt het voor dat de overige gebouwen voor de voorgevel van het hoofdgebouw zijn gesitueerd. In deze situaties is ervoor gekozen om deze overige gebouwen in de aanduiding bijgebouwen te leggen. De maximale bouwhoogte bedraagt hier 3m. Verder geldt dat de totale gezamenlijke oppervlakte van overige gebouwen per hoofdgebouw maximaal 50m2 mag bedragen en het totale bebouwingspercentage van overige gebouwen ter plaatse van de aanduidingen 'erf' en 'bijgebouwen' maximaal 50%.

Het aantal woningen mag het bestaande aantal per bouwperceel niet overschrijden. Dit aantal wordt niet aangegeven op de plankaart, maar moet worden afgeleid uit luchtfoto's en het bouwarchief. Voor het begrip bestaand wordt verwezen naar de begripsbepalingen waarin het tijdstip van inwerkingtreding van het plan of een mogelijk afgegeven bouw- c.q. omgevingsvergunning bepalend is.

Bouwvlak
Er is gekozen voor een flexibele systematiek waarbij binnen het bouwvlak zowel het hoofdgebouw, de overige gebouwen en andere bouwwerken zijn toegestaan. Feitelijk maakt het dus niet uit wat hier gebouwd wordt, mits het voldoet aan de maximale maatvoering. Het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. De maat van het hoofdgebouw is dan ook leidend bij de maatvoering van het bouwvlak.

Maatvoering bouwvlak
De breedtemaat van het bouwvlak wordt in principe bepaald door de bestaande afstanden tussen de woningen. Is de bestaande afstand minder dan 15 meter dan worden de bouwvlakken op de kaart gegroepeerd. Bij meer dan 15 meter kan sprake zijn van een belangrijk doorzicht of aangezicht van naastgelegen woningen en wordt het bouwvlak afgesloten aan weerszijden van de woning. Bij beeldbepalende wanden is bij een tussenruimte van minimaal 10 meter al sprake van ruimtelijke kwaliteit. Als er sprake is van grote tussenruimtes en het bouwvlak op de kaart individueel wordt begrensd dan wordt een standaard breedtemaat van 10 meter op de kaart aangehouden. Is het bestaande hoofdgebouw smaller dan wordt de stedenbouwkundig best passende richting gekozen voor uitbreiding tot die maximale breedte van 10 meter en is het hoofdgebouw al breder dan wordt de bestaande breedte genomen.

De diepte van het bouwvlak wordt bepaald door het type woning. Gaat het om een vrijstaande woning dan wordt een diepte van 15 meter aangehouden op de kaart. Bij twee-aaneengebouwde woningen wordt een diepte van 12 meter gehanteerd. Bij aaneengebouwde woningen maximaal 10 meter. Deze dieptematen geven voldoende uitbreidingsruimte per woningtype. Anderzijds wordt voorkomen dat aan de achterzijde het hoofdgebouw over een te grote diepte over twee lagen kan worden uitgebouwd en buren hier mogelijk last van ondervinden.

Maatvoering bebouwing binnen bouwvlak
Het hele bouwvlak mag worden volgebouwd met het hoofdgebouw en overige gebouwen. Voor hoofdgebouwen geldt een maximale breedte van 10 meter. Bij woningen waartussen een grotere ruimte bestaat dan 15 meter (en 10 meter bij beeldbepalende straten) wordt dit al geregeld door de maximale breedtemaat van het bouwvlak.

De bouw- en goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal de op de kaart aangegeven hoogte bedragen. Hierbij is standaard uitgegaan van goot- en bouwhoogtes afhankelijk van het aantal bouwlagen:

Aantal bouwlagen
(excl. kap)  
Goothoogte (in meters)   Bouwhoogte (in meters)  
1   3,5   8  
2   6,5   10  

Mocht de bestaande goot- of bouwhoogte hoger zijn dan de aangegeven maat dan is deze toegestaan. Langs beeldbepalende straten wordt aansluiting gezocht bij de bestaande hoogtematen vanuit het principe “diversiteit is kwaliteit”. Deze kwaliteit moet behouden blijven.

Om de hoofdgebouwen van elkaar te kunnen blijven onderscheiden en te voorkomen dat er een aaneengesloten wand van 2 bouwlagen ontstaat, is geregeld dat binnen een afstand van 2,5 meter tot de perceelsgrens de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 meter en de goothoogte niet meer dan 3 meter. Deze maatvoering sluit aan bij de maatvoering van overige gebouwen.

Erf
De gronden achter en naast het bouwvlak zijn op de kaart aangeduid met de aanduiding erf. Op het erf zijn uitsluitend overige gebouwen en andere bouwwerken toegestaan. Overige gebouwen moeten altijd minimaal 3 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd. Voor deze maat is gekozen om het visuele onderscheid tussen het hoofdgebouw en de overige gebouwen te behouden. Voor overkappingen geldt dat deze minimaal 1 meter achter de voorgevel moeten worden gebouwd. Het gaat hier vaak om carports. De goot- en bouwhoogte van overige gebouwen mag niet meer dan 3 respectievelijk 5 meter bedragen mits de bestaande hoogte niet meer is. Dit is een maat die veel voorkomt en voldoet aan de gemiddelde eisen en wensen van de burger. Ook wordt met deze maat voldoende onderscheid aangebracht tussen hoofdgebouw en overige gebouwen. Om te voorkomen dat de (analoge) kaart onoverzichtelijk wordt is er voor gekozen de hoogteaanduiding voor overige gebouwen niet op de kaart op te nemen.

De oppervlakte overige gebouwen is begrensd. Deze oppervlaktemaat geldt alleen binnen de gronden met de aanduiding erf. Wat er aan overige gebouwen binnen het bouwvlak wordt gebouwd telt niet mee. Binnen de aanduiding erf mag maximaal 50 m² aan overige gebouwen worden gebouwd. Daarnaast mag het bebouwingspercentage aan overige gebouwen van de gronden met de aanduiding erf de 50% niet overschrijden. Deze oppervlaktemaat aan overige gebouwen biedt - naast het toegestane oppervlak binnen het bouwvlak en de mogelijkheid om vergunningvrij te bouwen - de burger voldoende flexibiliteit om direct in hun behoefte te voorzien. Anderzijds blijft de open ruimte op het erf voldoende gewaarborgd.

Tuin
Op de gronden aangeduid met tuin zijn uitsluitend andere bouwwerken toegestaan met uitzondering van aan de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwde erkers of entreepartijen.

Diepe erven
Bij diepe percelen kan er voor gekozen worden het achterste deel niet mee te nemen in de bestemming wonen of de aanduiding erf. Vooral bij dorpsranden is het wenselijk ongebreidelde verstening tegen te gaan. Vaak worden deze gronden agrarisch gebruikt en voldoet de bestemming Agrarisch. De bestemming Natuur is ook een mogelijkheid wanneer de situatie die rechtvaardigt. Als het achterste deel toch gebruikt wordt als tuin is gekozen voor de bestemming Wonen zonder aanduiding waarbinnen alle bebouwing en zelfs andere bouwwerken zijn uitgesloten.

Andere bouwwerken
Op de gronden met de aanduiding bouwvlak, erf en tuin mogen ook andere bouwwerken worden gebouwd tot een hoogte van 3 meter. Voor erfafscheidingen op gronden met de aanduiding tuin geldt een maximale hoogte van 1 meter en binnen het bouwvlak en erf maximaal 2 meter. Speeltoestellen en vlaggenmasten mogen maximaal 4,5 respectievelijk 8 meter hoog zijn. Overkappingen vallen ook onder andere bouwwerken en de oppervlakte van alle andere bouwwerken samen mag niet meer dan 20 m² bedragen.

Aan huis verbonden beroep en -bedrijf
Binnen de woonbestemming is een beroep of bedrijf aan huis mogelijk tot een gezamenlijk maximum oppervlak van 50 m². Hiervoor mag maximaal 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en 100% van de vloeroppervlakte van de overige gebouwen worden gebruikt. Ook dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • er mag geen sprake zijn van belemmeringen voor omliggende functies;
  • er mag geen nadelige invloed worden uitgeoefend op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • er dient in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein te worden voorzien;
  • er mag geen sprake zijn van detailhandel, uitgezonderd internetverkoop;
  • het beroep en het bedrijf mogen uitsluitend door de bewoner(s) worden uitgeoefend;
  • de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf uitsluitend is alleen toegestaan als het een bedrijf is dat is opgenomen in categorie 1 van de in bijlage bij de regels opgenomen Staat van bedrijfsactiviteiten.

Opslag ten behoeve van het aan huis verbonden beroep en/of –bedrijf valt ook binnen het toegestane aantal vierkante meters.

Bed & breakfast
De woning en de overige gebouwen mogen gedeeltelijk worden gebruikt voor het voeren van een bed & breakfast. Hiervoor mogen maximaal drie kamers worden gebruikt met in totaal maximaal acht slaapplaatsen. Op deze wijze wordt een invulling gegeven aan de recreatieve potentie van de gemeente Voorst. Ook de overige gebouwen kunnen hier gedeeltelijk voor worden gebruikt. De activiteit mag geen belemmering vormen voor de omgeving of voor de normale afwikkeling van het verkeer en er moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Hiervoor worden de CROW-normen gehanteerd. Vanzelfsprekend is de geldende milieuwetgeving ook van kracht

7.3.18 Wonen-Landhuis

bestemmingsomschrijving

De bestemming Wonen-Landhuis is gebruikt voor aanzienlijke woningen of buitenverblijven binnen gronden met een parkachtige aanleg. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor het wonen, beroepen en bedrijven aan huis, bed en breakfast, alsmede voor tuinen en erven. Ook ondergeschikte voorzieningen als bos, groen, paden, water en parkeren zijn binnen deze bestemming toegestaan.

Bebouwingsmogelijkheden

Binnen deze bestemming is het mogelijk om binnen het bouwvlak het hoofdgebouw te realiseren. De daarbij behorende goot- en bouwhoogte zijn op de verbeelding aangegeven. Daarnaast mogen binnen de bestemming ook nog overige bouwwerken worden gerealiseerd.

Wijzigingsbevoegdheid

Binnen de bestemming is ook een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen ter behoud van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden en de uiterlijke verschijningsvorm van het landhuis, de bestemming Wonen-Landhuis wijzigen ten behoeve van sociale, culturele, kunstzinnige, medische, therapeutische, algemeen maatschappelijke functies, horeca tot en met categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten en/ of kantoren.

7.3.19 Woongebied 1 en 2

Woongebied-1

Een deel van de voormalige Van den Belt locatie aan de Duistervoordseweg/ hoek Jacob van Ruisdaelstraat heeft de bestemming 'Woongebied-1' gekregen. Het is mogelijk binnen deze bestemming een appartementencomplex te bouwen met daarbij behorende bergingen, verkeer- en verblijfsvoorzieningen, ontsluitingswegen, speel- en groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en bijbehorende voorzieningen zoals groen, paden en verhardingen. Middels aanduidingen zijn het aantal woningen (12) en de maximale bouwhoogte bepaald. Ook is de aanduiding gestapeld opgenomen, om aan te geven dat alleen gestapelde woningen zoals een appartementencomplex zijn toegestaan.

Woongebied-2

Het overige deel van de voormalige Van den Belt locatie heeft de bestemming 'Woongebied-2' gekregen. Het gaat om het binnenterrein waar acht 2-onder-1 kapwoningen worden gebouwd. Het is mogelijk om binnen deze bestemming woningen te bouwen met alle daarbij behorende overige gebouwen, verkeer- en verblijfsvoorzieningen, ontsluitingswegen, speel- en groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en bij de bestemming behorende voorzieningen zoals groen, paden en verhardingen. Middels aanduidingen is het aantal woningen (8) en de maximale goot- en bouwhoogte bepaald. Ook is de aanduiding twee-aaneen opgenomen, om aan te geven dat alleen 2-onder-1 kapwoningen zijn toegestaan. De begrenzing van Woongebied-2 is aan de noordzijde wat ruimer neergelegd, omdat op dit moment nog niet bekend is waar de exacte begrenzing van de achtertuinen van de woningen aan de Nicolaas Maesstraat in de toekomst komt te liggen. Op deze manier wordt enige flexibiliteit gecreëerd. Een deel van de tuinen van de zaagtandwoningen aan de Nicolaas Maesstraat komt binnen de bestemming Woongebied-2 te liggen. Binnen deze bestemming is het ook mogelijk om bijgebouwen ten behoeve van de woningen aan de Nicolaas Maesstraat te bouwen. Voor de 2-onder-1 kap woning aan de noordzijde van de bestemming Woongebied 2 is om stedenbouwkundig onwenselijke situaties te voorkomen een afwijkingsmogelijkheid opgenomen om tot 1m van de perceelsgrens een hoofdgebouw te kunnen realiseren.

7.3.20 Leidingen

De planologisch relevante leidingen zijn in de dubbelbestemmingen Leiding-Gas en Leiding-Hoogspanning als zodanig bestemd. Bouwen ten behoeve van samenvallende bestemmingen is alleen na afwijken toegestaan. Alvorens het bevoegd gezag over een verzoek om af te wijken beslist, wint zij advies in bij de desbetreffende leidingbeheerder. Ter bescherming van aanwezige leidingen is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.

7.3.21 Waarde-Archeologie 1 t/m 4

Om de archeologische waardevolle gebieden veilig te stellen, gelden er op deze gronden beperkingen ten aanzien van het bouwen voor de met deze bestemming samenvallende bestemmingen. Bouwen is uitsluitend toegestaan indien uit onderzoek blijkt dat er een archeologische waarden aanwezig zijn of dat de waarden voldoende worden veiliggesteld. Daarnaast geldt er een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden.

De regeling is niet van toepassing op bestaande bouwwerken voor zover in geval van herbouw gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundamenten. In alle overige gevallen geldt per archeologische dubbelbestemming een specifieke regeling. Deze regeling is van toepassing op het oprichten van nieuwe bebouwing groter dan een bepaald oppervlak en dieper dan een bepaalde diepte. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, is niet noodzakelijk voor werken en werkzaamheden die betrekking hebben op normaal beheer en onderhoud overeenkomstig de toegekende bestemming.

7.3.22 Waarde-Beschermd Dorpsgezicht

Voor het gebied rondom de Martinuskerk en de Kerklaan is de dubbelbestemming Waarde - Beschermd Dorpsgezicht opgenomen. Deze dubbelbestemming is opgenomen om de cultuurhistorische waarde van dit gebied extra te beschermen. In de bouwregels is opgenomen dat voor hoofdgebouwen geldt dat alleen bestaande bebouwingsvormen zijn toegestaan. Daarbij gaat het om bebouwingsvormen die vanaf de voorzijde zichtbaar zijn. Onder bebouwingsvormen wordt verstaan: gevelvorm, gevelindeling, gevelbreedte, dakhelling, dakvlakindeling, dakvorm, nokrichting, goothoogte en bouwhoogte. Middels een afwijkingsbevoegdheid wordt de mogelijkheid geboden om hiervan af te wijken, zolang de te beschermen waarden niet onevenredig worden aangetast.

7.3.23 Waarde-Cultuurhistorie

Voor gebieden die cultuurhistorisch waardevol zijn is dubbelbestemming Waarde - Cultuurhistorie opgenomen. Deze dubbelbestemming is opgenomen voor gebieden waar de stedenbouwkundige structuren en waarden en het bestaande bebouwingsbeeld behouden moet worden. Bij de stedenbouwkundige structuren en waarden gaat het om het wegen- en stratenpatroon, de verkavelingsstructuur, de stedenbouwkundige opzet. Bij het bebouwingsbeeld worden het kleinschalige dorpse karakter, vroeg na-oorlogse sociale woningbouw en afzonderlijke bouwwerken beschermd.

De waarden worden beschermd middels een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.

7.3.24 Waarde-Landgoed

Voor het landhuis inclusief de bijbehorende gronden is de dubbelbestemming Waarde - Landgoed opgenomen. Deze dubbelbestemming is opgenomen voor het behoud en samenhangend beheer van landgoederen en het behoud van de cultuurhistorische waarden van de landgoederen. Daarnaast biedt deze dubbelbestemming een specifieke regeling voor gronden behorende tot het landgoed. Dit betekent dat onder andere de verplichting als gevolg van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zoals opgenomen in enkelbestemmingen niet van toepassing is. Ook de onderlinge uitwisseling van functies is binnen de bestemming Waarde-Landgoed mogelijk gemaakt.