direct naar inhoud van Artikel 4 Centrum - 2
Plan: Twello-Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.171016-VS00

Artikel 4 Centrum - 2

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven tot en met categorie B van de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - 2';
  • b. dienstverlening, niet zijnde detailhandel;
  • c. kantoren;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. sportvoorzieningen;
  • f. bedrijfswoningen;
  • g. wonen, uitsluitend op de verdieping(en); ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - wonen begane grond' is tevens wonen op de begane grond toegestaan;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': detailhandel;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus': detailhandel in volumineuze goederen;
  • j. productiegebonden detailhandel;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': horeca tot en met categorie 3 van de bij dit plan behorende 'Staat van Horeca-activiteiten';
  • l. aan huis verbonden beroepen en/of aan huis verbonden bedrijven welke zijn genoemd in categorie 1 van de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - 1', met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de (bedrijfs)woning en 100% van de vloeroppervlakte van de overige gebouwen mag worden gebruikt met een gezamenlijk maximum van 50 m2;
    • 2. de activiteit niet leidt tot belemmeringen voor de omliggende functies;
    • 3. de activiteit geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • m. bed & breakfast, uitsluitend in de (bedrijfs)woning, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 3 kamers per woning mogen worden gebruikt met een maximum van 8 slaapplaatsen;
    • 2. de activiteit geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • n. parkeervoorzieningen, al dan niet ondergronds;
  • o. openbare nutsvoorzieningen;
  • p. bij deze bestemming horende voorzieningen zoals groen, tuinen, erven, verhardingen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en water.
4.2 Bouwregels
  • a. Op deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goot- en bouwhoogte maximaal de aangegeven hoogten in meters bedragen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag het bebouwingspercentage maximaal het aangegeven percentage bedragen, met dien verstande dat indien geen bebouwingspercentage staat aangegeven, het bouwvlak voor 100% mag worden bebouwd;
    • 4. het aantal bedrijfswoningen mag maximaal het bestaande aantal per bouwperceel bedragen;
    • 5. in afwijking van het bepaalde onder 4 is ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat de inhoud van de bedrijfswoning maximaal 600 m3 mag bedragen;
    • 6. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' mag het aantal woningen maximaal het aangegeven aantal bedragen;
    • 7. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding 'onderdoorgang' zijn tot een bouwhoogte van 4 m geen gebouwen toegestaan.
  • b. Op deze gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
    • 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van lichtmasten en kunstobjecten mag maximaal 6 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 8 m bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen;
    • 5. het bouwen van overkappingen buiten het bouwvlak is niet toegestaan.
4.3 Specifieke gebruiksregels
4.3.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, als bedoeld in artikel 4.1, wordt in ieder geval het gebruik voor geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen gerekend.

4.4 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 4.1 voor de vestiging van:
    • 1. aan huis verbonden bedrijven welke niet zijn genoemd in de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - 1' of,
    • 2. aan huis verbonden bedrijven die worden genoemd in categorie 2;

mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot categorie 1 zoals die zijn genoemd in de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - 1'.

  • b. Bij een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 4.1 voor de vestiging van:
    • 1. bedrijven welke niet zijn genoemd in de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - 2' of,
    • 2. bedrijven die worden genoemd in een naast hogere categorie;

mits deze naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, wat betreft geur, stof, geluid en gevaar, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven behorende tot de milieucategorieën A en B welke zijn genoemd in de bij dit plan behorende 'Staat van Bedrijfsactiviteiten - 2'.

  • c. de onder b bedoelde afwijkingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
    • 1. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
    • 2. het straat- en/of bebouwingsbeeld;
    • 3. de verkeersveiligheid;
    • 4. de woonsituatie;
    • 5. de milieusituatie.