direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Bedrijventerrein Engelenburg, Twello
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.16100-VS01

3.3 Provinciaal beleid

Streekplan Gelderland (status structuurvisie)

De provincie Gelderland heeft haar integrale ruimtelijk beleid vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005. Het overgangsrecht van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) regelt dat het huidige streekplan aangemerkt moet worden als structuurvisie. In dit streekplan verwoordt de provincie haar eigen algemene ruimtelijke beleid in relatie tot de regionale ambities, zoals deze onder meer door de regio Stedendriehoek zijn verwoord.

Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijkste uitgangspunten "bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur" en het "organiseren in stedelijke netwerken". Bundelingsbeleid is een centraal uitgangspunt voor de wijze waarop in het Gelders ruimtelijk beleid wordt omgegaan met verstedelijking.

Doelen die als uitwerking van de hoofddoelstelling worden gehanteerd zijn onder andere:

  • sterke stedelijke netwerken en regionale centra bevorderen
  • versterken van de economische kracht en de concurrentiepositie van Gelderland
  • de waardevolle landschappen verbeteren en de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) realiseren
  • een gezonde en veilige milieu(basis)kwaliteit bewerkstelligen
  • met ruimtelijk beleid bijdragen aan de verbetering van de bereikbaarheid van en in de provincie.

De provinciale ruimtelijke hoofdstructuur is tweeledig. Een deel dat betrekking heeft op de hoogdynamische functies en een deel dat betrekking heeft op functies en kwaliteiten die afhankelijk zijn van een lage ruimtelijke dynamiek. Het deel waar hoogdynamische functies aanwezig zijn wordt gekenmerkt als het rode raamwerk. De gebieden waar laagdynamische functies zijn geconcentreerd, als het groenblauwe raamwerk. De verdere uitwerking van het ruimtelijk beleid is gebaseerd op deze tweedeling.

Twello maakt deel uit van het rode raamwerk van de Stedendriehoek. In het streekplan is Twello aangewezen als één van de kansrijke knooppunten waar het regionale programma voor wonen en werken gerealiseerd moet worden. Bundeling wordt ingezet om te voorkomen dat de ruimteclaims al te zeer worden verspreid en zullen leiden tot éénvormigheid en verrommeling van het landschap.

Bestemmingsplan

Onderliggend bestemmingsplan zet in op het conserveren van de huidige functies en bestemmingen. Binnen het bedrijventerrein is nog ruimte voor inbreiding.

Structuurvisie "Bedrijventerreinen en werklocaties" (2010)

In juni 2010 heeft de provincie de Structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties vastgesteld. De visie bevat nieuw beleid voor bedrijventerreinen en geeft weer hoe de uitvoering daarvan tot stand moet komen. De structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties is een aanpassing van het structuurvisiebeleid als gevolg van nieuwe ontwikkelingen. De Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties vervangt hoofdzakelijk het generiek en regionaal beleid voor wat betreft het aspect ‘werken’ uit het onderdeel ‘Rode Raamwerk’ uit het Streekplan Gelderland 2005. Filosofie van de visie is dat eerst optimaal gebruik wordt gemaakt van bestaande bedrijventerreinen voordat er nieuwe worden ontwikkeld. De hoofddoelstelling van deze structuurvisie is tweeledig:

  • voldoende aanbod aan terreinen van een goede kwaliteit die aansluit op de vraag van bedrijven.
  • zorgvuldig gebruik van de ruimte en bedrijventerreinen die energiezuinig en klimaatbestendig zijn.

Verder vraagt de provincie Gelderland aan de gemeenten om extra aandacht te besteden aan kwalitatieve aspecten, zoals een goede ruimtelijke inpassing, een zorgvuldige vormgeving en een zo laag mogelijke milieubelasting. Een aspect wat daarbij van groot belang is, is de implementatie van de SER-ladder. Met behulp van de SER-ladder wordt aan de hand van de volgende stappen afgewogen of uitbreiding noodzakelijk is:

  • 1. bepalen regionale vraag naar ruimte;
  • 2. bouwen binnen bestaand stedelijk gebied;
  • 3. bouwen buiten bestaand stedelijk gebied.

Met deze afwegingsprocedure wil de provincie de verrommeling tegengaan en zorgvuldig ruimtegebruik stimuleren. Ook wordt inbreiding boven uitbreiding gesteld, zodat onnodige verstedelijking wordt voorkomen. Meervoudig ruimtegebruik en intensivering moeten leiden tot zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik.

De SER-ladder is onlangs ook in het Besluit ruimtelijke ordening opgenomen, in lid 2 van artikel 3.1.6. Voor elke nieuwe stedelijke ontwikkeling moet in de toelichting op het bestemmingsplan een beschrijving geven van de hierboven genoemd stappen.

De provincie is voor de realisatie van de doelstellingen mede afhankelijk van de samenwerkende gemeenten. In 2009 hebben alle zes de Gelderse regio’s in dit kader een economisch programmerings- en ontwikkelingsdocument (EPO) voor bedrijvigheid opgesteld. In deze documenten zijn regionale voornemens gericht op de kwantitatieve en de kwalitatieve (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen geformuleerd. De provincie verzoekt de regio’s de EPO’s nader uit te werken en te specificeren tot een Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB). In de RPB’s worden afspraken vastgelegd over de uitwerking en uitvoering van het beleid op regionale schaal. Het RPB heeft als belangrijkste doel om het bedrijventerreinenaanbod zowel kwalitatief als kwantitatief zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte aan terreinen. Het RPB is een gezamenlijk document van de provincie en samenwerkende gemeenten. Het RPB is een dynamisch document. Jaarlijks worden afspraken, afhankelijk van de feitelijke ontwikkelingen, bijgesteld of aangescherpt.

Bestemmingsplan

Gezien het feit dat de in Twello geprogrammeerde terreinen een lokaalcentraal karakter hebben, is het bestemmingsplan in overeenstemming met het beleid uit de Structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties.

Hieronder volgen de stappen van de SER ladder.

  • 1. Bepalen regionale vraag naar ruimte

Op 26 mei 2011 hebben de gemeenten in de Stedendriehoek met het Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) ingestemd; dit programma loopt tot en met 2015. In het RPB is de regionale behoefte aan nieuwe bedrijfskavels bepaald. Met vaststelling van het RPB zijn afspraken gemaakt ten aanzien van vraag en aanbod van bedrijventerreinen. Deze behoefteraming heeft plaatsgevonden op basis van getallen van het CPB en heeft als peildatum oktober 2012. Hieruit komt naar voren dat er in de periode 2009-2020 een totale behoeftevraag bestaat van 284 hectare in de regio Stedendriehoek, deels uitbreiding (196 hectare), deels vervanging (88 hectare). Onderscheid is gemaakt in harde plannen (door de gemeenteraad vastgesteld bestemmingsplan) en zachte plannen. Het totaal uitgeefbaar oppervlak bedraagt 183,1 hectare in harde plannen en 116,6 hectare in zachte plannen (totaal 299,7 hectare).

Een eventuele uitbreiding van bedrijventerrein Engelenburg wordt in het RPB als Twello Zuid Zuid-West aangeduid. Het plan kent de status van 'zacht' plan en staat in het RPB opgenomen met een oppervlak van 17 hectare uitgeefbare grond. Deze 17 hectare bestaat uit twee fasen. In fase 1 moet een oppervlak van 10 hectare worden ontwikkeld. Een nadere afweging moet helder maken of de resterende 7 ha nog noodzakelijk is. Gezien de gewijzigde economische omstandigheden wordt met dit bestemmingsplan vooralsnog geen invulling gegeven aan de visie zoals die is opgenomen in het RPB.

  • 2. Bouwen binnen bestaand stedelijk gebied

Aan de behoefte aan bedrijfskavels van 10 + 7 ha kan met de bestaande bedrijventerreinen binnen gemeente Voorst niet tegemoet gekomen worden. Op bedrijventerrein Engelenburg is nog circa 1 hectare uitgeefbaar. Op bedrijventerreinen Nijverheid en 't Belt is na herstructurering van deze bedrijventerreinen nog circa 2,4 hectare uitgeefbare grond beschikbaar. Echter, gezien de gewijzigde economische omstandigheden, biedt dit bestemmingsplan vooralsnog geen extra uitbreidingsmogelijkheden.

  • 3. Bouwen buiten bestaand stedelijk gebied

Zoals bovenstaande toegelicht is binnen de bestaande bedrijventerreinen onvoldoende uitgeefbaar terrein beschikbaar is om aan de behoefteraming zoals deze in het RPB is opgenomen te voldoen. Met het oog op nieuwe bedrijfskavels heeft de gemeente in 2011 de Beleidsvisie Bedrijventerrein Nijverheid - 't Belt en Engelenburg in Twello vastgesteld. Overwogen is in dit bestemmingsplan een mogelijkheid voor uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein op te nemen. Vooralsnog is hiervan afgezien.

Ruimtelijke Verordening Gelderland

De Ruimtelijke Verordening Gelderland is vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 15 december 2010. Op 27 juni 2012 is een eerste herziening van de Ruimtelijke Verordening Gelderland door Gedeputeerde Staten vastgesteld.

Deze verordening is een gevolg van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die in juli 2008 in werking trad. Deze wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. In de Ruimtelijke Verordening Gelderland zijn regels opgenomen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen. Deze regels hebben betrekking op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op het streekplan.

In de eerste herziening van de Ruimtelijke Verordening zijn bedrijventerreinen als nieuw beleidsthema opgenomen. In de toelichting op dit thema is aangegeven dat als uitwerking van de hierboven beschreven "Structuurvisie bedrijventerreinen en werklocaties" per regio een Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) wordt opgesteld. Zoals hierboven beschreven hebben de gemeenten in de Stedendriehoek in mei 2011 ingestemd met het RPB voor de Stedendriehoek.

Bestemmingsplan

Het reeds bebouwde deel van het plangebied is in de Ruimtelijke Verordening aangewezen als bestaand stedelijk gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0285.16100-VS01_0008.png"

Figuur 3.1 Kaart uit Ruimtelijke Verordening Gelderland