direct naar inhoud van 5.1 Milieu
Plan: Hezelstraat 22, Ooij
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0282.BPOoHezelstraat22-VSG1

5.1 Milieu

Bodemonderzoek

Een bestemmingsplan dat voorziet in bouwmogelijkheden dient een reëel beeld te geven van de bodemkwaliteit van de gronden waarop gebouwd kan worden. Uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen is dat de bodemkwaliteit geschikt moet zijn voor de beoogde functie.

In april 2011 is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de projectlocatie. Dit onderzoek is opgenomen in de bijlage van het bestemmingsplan.

Uit het vooronderzoek is gebleken dat een drietal boven- en ondergrondse tanks bekend zijn. Twee daarvan zijn inmiddels verwijderd. Verder is er een werkplaats aanwezig. De locaties van deze tanks en de werkplaats zijn onderzocht op basis van de onderzoeksstrategie 'verdacht'. Het overige terreindeel is onderzocht op basis van de onderzoeksstrategie 'onverdacht'. Verder is er een kleine kans dat er asbesthoudend materiaal op het terrein wordt aangetroffen. Op basis van het vooronderzoek is het onderzochte deel van het plangebied vedeeld in de volgende (deel)locaties:

Deellocatie A, onverdacht terreindeel;

Deellocatie B, bovengrondse tank en werkplaats;

Deellocatie C, ondergrondse tank.

De onderzoeksresultaten voor de drie locaties kunnen als volgt worden samengevat.Over het algemeen kan worden geconcludeerd dat er diverse lichte verontreinigingen zijn aangetroffen in grond en grondwater. De verhoogde concentraties betreffen licht verhoogde waarden welke geen aanleiding geven tot nader onderzoek. De toetsingswaarden voor respectievelijk grond en grondwater, ½(AW2000 +I); ½(S +I), worden namelijk niet overschreden.

Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de resultaten van het verkennend bodemonderzoek wijzen op een lichte bodemverontreiniging. De kwaliteit van de onderzochte bodem vormt geen belemmering voor de beoogde bestemmingsplanwijziging, herontwikkeling en gebruik van de locatie als wonen met tuin.

Indien het niet mogelijk is om bij de ontwikkeling van de locatie met een gesloten grondbalans te werken, dient grond van de locatie afgevoerd te worden. Alvorens dit materiaal elders toegepast kan worden, dient een partijkeuring conform het Besluit Bodemkwaliteit uitgevoerd te worden. Mogelijk kan in overleg met de gemeente een toepassing worden gezocht in het kader van actief bodembeheer.

Wet Geluidhinder, verkeerslwaai

Ingevolge de Wet geluidhinder (Wgh) dient bij ruimtelijke plannen ter waarborging van een goed woon- en leefklimaat rekening gehouden te worden met het aspect wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai.

Volgens de Wgh bevinden zich langs alle wegen wettelijke geluidzones, met uitzondering van woonerven, 30 km/uur-gebieden en wegen waarvan op grond van een door de gemeenteraad vastgestelde geluidsniveaukaart blijkt dat de geluidsbelasting op 10 meter uit de meest nabij gelegen wegas 48 dB of minder bedraagt. Indien het ruimtelijke plan voorziet in een nieuwe geluidsgevoelige bestemming, die gelegen is in een dergelijke zone, dient een akoestisch onderzoek te worden verricht.

De woningbouwlocatie is gelegen binnen de bebouwde kom van Ooij in de geluidzone van de Hezelstraat. De maximaal toelaatbare snelheid van het verkeer bedraagt ter plaatse 50 km/uur. Daarom is een akoestisch onderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek is in februari 2011 verricht en het onderzoeksrapport is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd. De conclusies kunnen als volgt worden samengevat.

De hoogste geluidbelasting op de nieuwe woning bedraagt 58 dB na aftrek van 5 dB ex art 110-g Wgh ten gevolge van wegverkeer op de Hezelstraat. De voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt daarmee ter hoogte va de voorgevel van de woning overschreden. De maximale hogere waarde van 63 dB wordt niet overschreden.

Hieronder zijn maatregelen beschreven om de geluidbelasting zo mogelijk tot de voorkeursgrenswaarde te doen afnemen.

Vergroten afstand tot de weg

Het vergroten van de afstand van de gevel tot de weg is niet mogelijk gezien het feit dat de woning wordt gerealiseerd in een bestaande schuur.

Maatregelen aan de bron: stil asfalt

De Hezelstraat is voorzien van een elementenwegdek. Door het toepassen van een stil wegdek, dan wel stille elementen zou de geluidbelasting met ca. 4 dB afnemen. Het vervangen van een wegdek is een taak van de wegbeheerder. Het wegdek moet over een lengte van ca. 100 meter worden vervangen door een stil wegdek met een geluidreductie van ten minste 4 dB. Het vervangen van het wegdek over een lengte van slechts 100 meter is uit oogpunt van beheer en onderhoud niet mogelijk. Het vervangen van het wegdek om de geluidbelasting op één woning terug te brengen is bovendien financieel niet haalbaar,

Maatregelen aan de bron: verlagen van de maximumsnelheid

Door het verlagen van de maximumsnelheid naar 30 km/uur zou de geluidbelasting licht afnemen. Bovendien heeft de weg dan niet langer een zone in de zin van de Wet Geluidhinder. Het verlagen van de maximumsnelheid is een taak van de wegbeheerder. Het verlagen van de maximum snelheid om de geluidbelasting op één woning terug te dringen ligt niet voor de hand. Deze maatregel is daarom niet verder uitgewerkt.

Afscherming van de woning: geluidscherm

Het afschermen van de woning met 2 woonlagen met een geluidscherm van ten minste 4,5 meter hoogte kan ca. 7 – 10 dB bijdragen aan de reductie van de geluidbelasting. Deze maatregel zou moeten worden getroffen op zo kort mogelijke afstand van de weg. Gezien de ligging van het perceel is een geluidscherm uit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt ongewenst.

Hogere waarden

Het terugbrengen van de geluidbelasting tot onder de voorkeursgrenswaarde is op deze locatie stuit op financiële, stedenbouwkundige en landschappelijke bezwaren. Aanbrengen van een stil wegdek is financieel niet haalbaar en bovendien ongewenst uit oogpunt van beheer en onderhoud. Het plaatsen van een scherm is uit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt niet gewenst. Voor de woning dient een hogere waarde te worden aangevraagd voor wegverkeer van 58 dB (voor rekenpunt 1, zie rapport) ten gevolge van wegverkeer op de Hezelstraat.

Wet luchtkwaliteitseisen

In de Wet Luchtkwaliteit en de daarop gebaseerde regelingen – Besluit NIBM en Regeling NIBM (luchtkwaliteitseisen) – is getalsmatig vastgelegd dat bepaalde projecten 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de luchtverontreiniging. Sinds de vaststelling van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) draagt volgens het Besluit NIBM (VROM, 31-10-2007) een project niet in betekenende mate bij, zolang de toename van de concentratie fijn stof of stikstofdioxide maximaal 3% bedraagt. Volgens de Regeling NIBM (VROM, 31-10-2007) wordt deze toename pas bereikt bij de realisatie van een groot aantal (circa 1500) woningen.

Het project bestaat uit de verbouw van een voormalig bedrijfsgebouw tot woning. Per saldo neemt het aantal woningen in het dorp hierdoor met één woning toe. Hiermee voldoet het plan aan de NIBM-norm en draagt het project niet in betekenende mate bij aan de luchtverontreiniging. Nadere toetsing is volgens het Besluit NIBM niet noodzakelijk. Het aspect luchtkwaliteit vormt dus geen belemmering voor de realisatie van het project.

Geurhinder

Een belangrijke factor voor het behouden en verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving is een juiste afstemming tussen bedrijvigheid, wonen, recreëren en natuur. In de ruimtelijke ordening wordt er daarom naar gestreefd om een zekere afstand te creëren of te bewaren tussen bedrijven en mogelijk hinderlijke activiteiten aan de ene kant en hindergevoelige functies, zoals woningen, aan de andere kant.

In de omgeving van de nieuwe woning liggen een paar agrarische bedrijven. Voor de ontplooiing van deze bedrijven kan de nieuwe woning een belemmering vormen. Aan de andere kant kunnen deze bedrijven hinder, met name geurhinder, opleveren voor de bewoners van de nieuwe woning.

In het kader van de Wet geurhinder en veehouderij zijn afstandsnormen ontwikkeld om knelpunten op dit gebied te voorkomen. Een gemeente heeft de mogelijkheid eigen geurbeleid te ontwikkelen op basis van deze wet. De gemeente Ubbergen heeft dat gedaan en het beleid vastgelegd in de "Gebiedsvisie geurhinder, geurbeleid rond veehouderijbedrijven" uit 2007. In die gebiedsvisie wordt het gemeentelijke grondgebied onderverdeeld in verschillende zones waarvoor een verschillende mate van geurhinder acceptabel wordt geacht voor de bewoners van het betreffende gebied. Het uitgangspunt daarbij is dat bewoners van woningen die in het landelijke gebied liggen het beste gewend zijn aan de geur van agrarische bedrijvigheid en dat bewoners van de dorpen Beek en Ubbergen dat het minst zijn.

De locatie van de nieuwe woning aan de Hezelstraat 22 ligt volgens deze gebiedsvisie in het gebied met hoofdzakleijk agrariërs. In dit gebied zijn wordt een relatief hoge geurbelasting van de woningen acceptabel geacht.

In de omgeving van de nieuwe woning liggen 4 agrarische bedrijven. In het volgende overzicht is aangegeven om welke bedrijfssoort het gaat en wat de afstand is tussen de nieuwe woning en de randen van de bouwpercelen van deze agrarische bedrijven. Deze informatie is onder andere ontleend aan het bestemmingsplan buitengebied en de bovenvermelde gebiedsvisie.

Adres Aard agrarisch bedrijf bedrijf Afstand tot nieuwe woning

  • 1. Kruisstraat 3: Grondgebonden bedrijf, aard verder onbekend 400 meter
  • 2. Kruisstraat 15: Grondgebonden melkrundveebedrijf 240 meter
  • 3. Kruisstraat 34: Grondgebonden melkrundveebedrijf 250 meter
  • 4. Hezelstraat 26: Manege 50 meter

Voor grondgebonden veerhouderijbedrijven zoals de bovenvermelde 3 agrarische bedrijven aan de Kruisstraat geldt dat de afstand tussen deze bedrijven en woningen in het deel van het landelijke gebied waar hoofdzakelijk agrarische bedrijven voorkomen niet meer mag bedragen dan 25 meter. Aan die norm kan ruim worden voldaan. Op de paardenhouderij annex manege aan de Hezelstraat 26 wordt een beperkt aantal dieren gehouden. Ook op dit bedrijf is de afstandsnorm van minimaal 25 meter van toepassing. Aan deze norm kan de nieuwe woning ook voldoen.

Externe veiligheid

Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van diegenen die niet betrokken zijn bij risicovolle activiteiten, maar die als gevolg van die activiteiten wel risico lopen. Om deze reden dient er op de projectlocatie rekening gehouden te worden met het aspect externe veiligheid. In het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) is een normering opgenomen voor de externe veiligheid voor bedrijven met gevaarlijke stoffen. Daarnaast bestaan er richtlijnen over het vervoer van gevaarlijke stoffen (via de weg, het spoor of via buisleidingen). Er dient ten behoeve van de veiligheid voldoende afstand in acht genomen te worden tussen risicovolle bedrijven of transportroutes voor gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten.

In de omgeving van de projectlocatie bevinden zich geen bedrijven die vallen onder het BEVI. De Hezelstraat wordt niet gebruikt voor vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast bevinden zich in de omgeving geen buisleidingen die gevaarlijke stoffen transporteren.

De conclusie is dat er, voor wat betreft de externe veiligheid, geen belemmeringen geconstateerd zijn voor de realisatie van het project op de bouwlocatie. Een nader onderzoek is derhalve niet noodzakelijk.