direct naar inhoud van 5.2 Dit bestemmingsplan
Plan: Kleine kernen - Bergakker
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0281.BP00007-oh01

5.2 Dit bestemmingsplan

5.2.1 Algemeen

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. De verbeelding en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang
voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

5.2.2 Bestemmingen

Dit bestemmingsplan kent de bestemmingen Bedrijf, Bedrijventerrein, Tuin, Verkeer, Wonen en de dubbelbestemmingen, Waarde - Archeologie 3 en Waarde - archeologie 4.

Bedrijf (artikel 3)

De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor doeleinden van handel en bedrijf, in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage bij de regels is opgenomen. Het transportbedrijf heeft een hogere categorie en is daarom specifiek aangeduid. Ook zijn bedrijfswoningen toegestaan, met aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Maximaal één bedrijfswoning is toegestaan per bedrijf en deze mag uitsluitend worden gebouwd waar dat op de verbeelding met een aanduiding is aangegeven. Geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan. Bevi-inrichtingen zijn ook niet toegestaan, tenzij anders aangeduid op de verbeelding.

Gebouwen mogen binnen deze bestemming uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd.

De bestemming Bedrijf kent een ontheffingsbevoegdheid voor wat betreft de toegestane categorie van bedrijven. Daarnaast zijn enkele ontheffingsmogelijkheden voor de bouwregels opgenomen. Het gebruik van gebouwen als zelfstandige kantoren is binnen deze bestemming niet toegestaan.

Bedrijventerrein (artikel 4)

De voor Bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor doeleinden van handel en bedrijf, in de categorieën 1, 2, 3.1 en 3.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, die als bijlage bij de regels is opgenomen. Het tractorrevisiebedrijf en de vuurwerkopslag en -verkoop hebben een hogere categorie dan ter plaatse is toegestaan en zijn daarom specifiek aangeduid. Ook zijn bedrijfswoningen toegestaan, met aan- en uitbouwen en bijgebouwen. Verder zijn een aanhangwagenbedrijf en een caravanbedrijf specifiek aangeduid, omdat het hier om specifieke vorm van detailhandel gaat.

Geluidzoneringsplichtige inrichtingen en vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan. Vuurwerkverkooppunten zijn uitsluitend toegestaan waar dit op de verbeelding is aangeduid.

Bevi-inrichtingen zijn ook niet toegestaan, tenzij anders aangeduid op de verbeelding.

Gebouwen mogen binnen deze bestemming uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. Maximaal één bedrijfswoning is toegestaan per bedrijf en deze mag uitsluitend worden gebouwd waar dat op de verbeelding met een aanduiding is aangegeven.

De bestemming kent een ontheffingsbevoegdheid voor wat betreft de toegestane categorie van bedrijven. Daarnaast zijn enkele ontheffingsmogelijkheden voor de bouwregels opgenomen.

Het gebruik van gebouwen als zelfstandige kantoren is binnen deze bestemming niet toegestaan.

De bestemming kent een wijzigingsbevoegdheid voor het vergroten van het bouwvlak en daarmee uitbreiding van een bedrijf mogelijk te maken.

Tuin (artikel 5)

De voor Tuin aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen.

Op de gronden binnen deze bestemming mogen erkers bij op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen worden gebouwd. Ook zijn bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.

Verkeer (artikel 6)

De gronden binnen de bestemming Verkeer zijn bestemd voor wegen, straten en paden, voet- en rijwielpaden, evenementen en bijbehorende voorzieningen en bouwwerken.

Wonen (artikel 7)

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor het bestaande aantal vrijstaande woningen en twee-aaneengebouwde woningen, aan huis verbonden beroepen, de bestaande aan huis verbonden bedrijven, waar dit met een aanduiding op de verbeelding is aangegeven, en bed&breakfast.

De bestemming kent een ontheffingsbevoegdheid voor aan huis verbonden bedrijven. Ook is er een ontheffingsbevoegdheid ten behoeve van het vergroten van de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen.

De bestemming kent een wijzigingsbevoegdheid voor het bouwen van twee nieuwe woningen.

Waarde - archeologie 3 en Waarde - archeologie 4 (artikel 8 en 9)

De gronden met de bestemmingen Waarde - archeologie 3 en Waarde - archeologie 4 zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor doeleinden ter bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden. Bij aanvraag om een reguliere bouwvergunning moet door de aanvrager een rapport worden overlegd waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld. Indien blijkt dat archeologische waarden verstoord kunnen worden, dan kunnen burgemeester en wethouders een aantal voorwaarden verbinden aan de bouwvergunning. Voorgaande is niet van toepassing bij:

  • de bouw van bouwwerken, waarbij geen grondwerk wordt verricht op een diepte van meer dan 0,50 meter onder het maaiveld;
  • de bouw van een bouwwerk met een maximale oppervlakte van 100 m²;
  • een bouwwerk dat uitsluitend voor archeologisch onderzoek is bestemd.

Verder zijn burgemeester en wethouders bevoegd tot het stellen van nadere eisen ten aanzien van situering, de inrichting en gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.

Voorts is volgens deze bestemmingen een aanlegvergunning nodig voor het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijn, of werkzaamheden uit te voeren. Een aanlegvergunning is niet nodig voor het uitvoeren van werkzaamheden die:

  • het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt;
  • mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning;
  • een oppervlakte hebben die minder bedraagt dan 100 m².

Burgemeester en wethouders kunnen voorwaarden verbinden aan de aanlegvergunning.

Ten slotte kan het college overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen, in die zin dat de verbeelding wordt gewijzigd door een of meerdere bestemmingsvlakken met dubbelbestemming Waarde - archeologie 3 en/of Waarde - archeologie 4 van de verbeelding te verwijderen of te verkleinen, indien:

  • uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn;
  • het niet meer noodzakelijk wordt geacht dat in het bestemmingsplan voorziet in de bescherming van deze waarden.

Algemene regels

Naast de bestemmingen bevat het plan een aantal algemene regels over bijvoorbeeld begrippen, de wijze van meten, algemene ontheffingen en overgangsrecht. Één bijzondere algemene regel betreft de wijzigingsbevoegdheid die is opgenomen in de algemene aanduidingsregels. Deze wijzigingsbevoegdheid heeft betrekking op het uitbreiden van het bouwvlak gelegen binnen de bestemming Bedrijventerrein. Ook kan een strook met de bestemming Wonen worden gewijzigd teneinde het bedrijventerrein uit te breiden.

De overige algemene regels zijn min of meer standaardregels in bestemmingsplannen en worden hier verder niet toegelicht.