direct naar inhoud van 5.3 Regels
Plan: Landelijk Gebied, Locatie Beukenlaan 4 en 4a Spankeren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0275.BPLG15-0002

5.3 Regels

De planregels zijn verdeeld over vier hoofdstukken:

1.1 plan:
In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de planregels worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de planregels te waarborgen. Ook is de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de regels bepaald (artikel 2);

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels


In dit tweede hoofdstuk zijn de bepalingen van de bestemmingen opgenomen. Dit gebeurt in alfabetische volgorde. Per bestemming is het toegestane gebruik geregeld en zijn bouwregels is een vergunningenstelsel opgenomen voor werken en werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde opgenomen (voorheen bekend als aanlegvergunningenstelsel).

Ieder artikel kent een vaste opzet. Eerst wordt het toegestane gebruik geformuleerd in de bestemmingsomschrijving. Vervolgens zijn bouwregels opgenomen. Aansluitend volgen de (mogelijke) afwijkingsmogelijkheden met betrekking tot de bouw en/of het gebruik. Ten slotte zijn (eventuele) aanlegvergunningstelsels en/of wijzigingsbevoegdheden opgenomen.
Belangrijk om te vermelden is dat naast de bestemmingsregels ook in andere regels relevante informatie staat die mede gelezen en geïnterpreteerd moeten worden. Alleen zo ontstaat een volledig beeld te verkrijgen van hetgeen is geregeld.


Voor zover relevant worden de bestemmingsregels hierna nog artikelsgewijs toegelicht

Agrarisch met waarden

Binnen deze bestemming is een agrarisch gebruik toegestaan. Daarnaast is sprake van landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Zowel de landschappelijke als de cultuurhistorische waarden komen tot uitdrukking in de openheid van het gebied. Daarnaast is van belang dat het aanwezige wegenpatroon (of in casu het ontbreken daarvan) niet zomaar mag worden aangepast. Om deze waarden te waarborgen, is een vergunningenstelsel opgenomen voor werken en werkzaamheden, geen bouwwerken zijnde (onder 3.4).

Daarnaast is van belang, dat op deze gronden landschappelijke inpassing van de woningen op deze gronden is toegestaan en geprojecteerd. Dit overeenkomstig het erf- en landschapsplan, dat als bijlage deel uitmaakt van de regels. Hiertoe is allereerst in de specifieke gebruiksregels neergelegd, dat het gebruiken of laten gebruiken in strijd met het erf- en landschapsplan niet is toegestaan. Verder is in eerdergenoemd vergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden gewaarborgd, dat beplantingen die zijn aangebracht in het kader van het erf- en landschapsplan, niet zomaar kunnen worden verwijderd. Omgekeerd geldt ook, dat het aanbrengen van beplantingen hier niet mee in strijd mag zijn.

Wonen

Zowel de bestaande woning als de geprojecteerde woningen vallen binnen deze regeling. Ook hier is sprake van cultuurhistorische waarden, Het betreft de karakteristieke bijgebouwen welke als zodanig op de verbeelding zijn aangewezen (met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'). Hiervan moet de hoofdvorm worden gehandhaafd.

Omdat landschappelijke inpassing van de woningen moet plaatsvinden, is ook in dit artikel een regeling opgenomen die hierin voorziet. Net als in de regeling voor 'agrarisch met waarden' is sprake van een specifieke gebruiksregeling die gebruiken of laten gebruiken in strijd met het erf- en landschapsplan verbiedt. Verder is ook hier een vergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen om de aanleg en instandhouding van beplantingen conform het erf- en landschapsplan te waarborgen.

Verder is het toegelaten dat een bewoner aan huis een bedrijf of beroep uitoefent. Hiervoor gelden voorwaarden. In een Lijst van toegelaten bedrijfsactiviteiten aan huis - opgenomen als bijlage bij de regels van dit plan - is na te lezen welke bedrijven/beroepen dit betreft.


Opgemerkt wordt dat ten aanzien van de vereiste parkeergelegenheid op het bijbehorende terrein, derhalve ook bij de uitoefening van een bedrijf of beroep aan huis, in de bouwverordening voorwaarden zijn gesteld. In een bijlage bij de bouwverordening zijn onder andere bruikbaarheidsvereisten en de normen per functie vastgelegd. Wat voldoende is, wordt op basis van de bouwverordening bepaald bij de beoordeling van een bouwaanvraag.

Ten aanzien van de situering van de gebouwen geldt, dat deze uitsluitend zijn toegestaan binnen de aangegeven bouwvlakken dan wel binnen de met 'bijgebouwen' aangeduide vlakken. Daarbuiten zijn dus nadrukkelijk geen gebouwen toegestaan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

In dit hoofdstuk zijn regels opgenomen met een algemeen karakter. Ze gelden dus voor het hele plan. Denk aan de anti-dubbeltelregel, algemene procedurebepalingen maar ook regels met betrekking tot mogelijke binnenplanse afwijkingsmogelijkheden. Een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid is, zoals het woord het al zegt, een mogelijkheid in het bestemmingsplan zelf om af te wijken van de regels uit datzelfde bestemmingsplan. Dit in tegenstelling tot 'buitenplanse' afwijkingsmogelijkheden. Het zijn allemaal belangrijke regels die voor het gehele plan gelden: ze moeten daarom altijd goed gelezen worden vóórdat op basis van de bestemmingregels interpretaties worden verricht.


Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
In het laatste hoofdstuk wordt het overgangsrecht geregeld en wordt bepaald hoe het bestemmingsplan heet (de slotregel).