Plan: | Heveadorp 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0274.bp0134hv-va04 |
Nationaal Waterplan 2009 – 2015
Het Nationaal Waterplan is het formele rijksplan voor het nationale waterbeleid. Het kabinet Balkenende IV heeft het plan op 22 december 2009 vastgesteld. Het plan is opgesteld door de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en de ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in overleg met het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening is het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten tevens een structuurvisie. Het plan is zelfbindend voor het rijk, dit is onder meer vastgelegd in het Beheer- en Ontwikkelplan voor de Rijkswateren. Wel vraagt het kabinet de andere overheden het nationale waterbeleid zoveel mogelijk door te vertalen in hun plannen. Voor onderdelen die het rijk wel juridisch bindend voor andere overheden wil laten zijn, staat aangegeven welke instrumenten hiervoor worden ingezet.
Het Nationaal Waterplan heeft betrekking op het gehele watersysteem, zowel oppervlaktewater, grondwater als de bijbehorende waterkeringen, oevers en dergelijke.
Het Nationaal Waterplan bevat tevens de stroomgebiedbeheerplannen die op grond van de Kaderrichtlijn Water zijn opgesteld. Het Nationaal Waterplan vervangt de Vierde Nota waterhuishouding en zet veel van het in de voorgaande nota's waterhuishouding opgenomen beleid voort waaronder integraal waterbeheer en de watersysteembenadering. In het Nationaal Waterplan worden Daarnaast kijkt het plan verder vooruit om tot een klimaatbestendige aanpak te komen.
Het Waterplan Gelderland is de opvolger van het derde Waterhuishoudingsplan (WHP3). Het beleid uit WHP3 wordt grotendeels voortgezet. Het Waterplan Gelderland is tegelijk opgesteld met de water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Het Waterplan Gelderland 2010-2015 is op 11 november 2009 door Provinciale Staten vastgesteld en op 22 december 2009 in werking getreden.
Inhoud Waterplan
In het plan staan de doelen voor het waterbeheer, de maatregelen die daarvoor nodig zijn en wie ze gaat uitvoeren. Voor oppervlaktewaterkwaliteit, hoogwaterbescherming, regionale wateroverlast, watertekort en waterbodems gelden provinciebrede doelen. Voor een aantal functies, zoals landbouw, natte natuur, waterbergingsgebieden en grondwaterbeschermingsgebieden, zijn specifieke doelen geformuleerd.
Kaderrichtlijn Water
Vanwege de Europese Kaderrichtlijn Water is voor bepaalde oppervlaktewateren vastgelegd of het een kunstmatig of sterk veranderd oppervlaktewater is. Ook zijn voor die oppervlaktewateren ecologische doelen geformuleerd. Voor verbetering van de grondwaterkwaliteit zijn maatregelen opgenomen.
Veranderingen door nieuwe Waterwet
Na de inwerkingtreding van de nieuwe Waterwet eind 2009 verleent de provincie alleen nog vergunningen voor onttrekken van grondwater voor bodemenergiesystemen, openbare drinkwatervoorziening en industriële onttrekkingen van meer dan 150.000 m3/jaar. Het Waterplan Gelderland is het toetsingskader voor deze vergunningen.
Ruimtelijke maatregelen
Voor de realisatie van bepaalde waterdoelen zijn ruimtelijke maatregelen nodig. Hiervoor krijgt het Waterplan Gelderland op basis van de nieuwe Waterwet de status van structuurvisie. In het Waterplan Gelderland is beschreven welke instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening de provincie wil inzetten.
Binnen het plangebied zijn de basisfuncties stedelijk gebied en ecologische hoofdstructuur en de functie HEN-wateren met de beschermingszone HEN-wateren gelegen. Voor de droge natuur van de ecologische hoofdstructuur is geen specifiek waterbeleid geformuleerd omdat deze buiten de reikwijdte van het Waterhuishoudingsplan valt.
De functie stedelijk gebied heeft betrekking op alle bebouwde kommen in Gelderland. De inrichting en het beheer van het waterhuishoudkundig systeem zijn in stedelijk gebied gericht op:
HEN-wateren zijn waterlopen van het hoogste ecologisch niveau. Deze wateren benaderen het meest een natuurlijke situatie. De inrichting en het beheer van het waterhuishoudkundige systeem zijn voor HEN-wateren gericht op:
Om de HEN-wateren te beschermen tegen nadelige invloeden, zoals milieubelasting welke is gekoppeld aan grondgebruik, wijst de provincie specifieke zones aan.
De HEN-wateren worden beschermd tegen toename van de milieudruk door een beschermingszone van 15 meter vanaf de insteek naast de HEN-wateren en 10-meter vanaf de insteek naast de A-watergangen, die uitkomen in de HEN-wateren. Doel van de zones is de milieubelasting van deze wateren niet te laten toenemen.
Waterschap Vallei en Eem
Het Waterschap Vallei & Eem richt zich op het verder ontwikkelen van duurzame (veerkrachtige, meer natuurlijke) watersystemen. Een belangrijk uitgangspunt voor duurzaam waterbeheer is dat problemen niet worden afgewenteld op andere gebieden of op toekomstige generaties. Dit geldt zowel voor de verwerking van regenwater als voor de aanpak van vervuiling. Voor de verwerking van het regenwater geldt de trits 'vasthouden, bergen en afvoeren' en voor de aanpak van vervuiling 'schoonhouden, scheiden en schoonmaken'.
Aan Heveadorp is de functie 'stedelijk gebied' toegekend. Vanuit de stroomgebiedsvisie heeft het gebied een extra impuls verduurzaming stedelijk waterbeheer en kwalitatieve en kwantitatieve hydrologische bescherming nodig. Stedelijk gebied kan bijdragen aan de verdroging van natuur en de vergroting van de wateroverlast in benedenstroomse gebieden. Om dit tegen te gaan is het accent in stedelijke gebieden gelegd op het vasthouden van water en het verhogen van de drainagebasis.
Een aantal sprengen en beken op de Zuid-Veluwe heeft de functie 'water met hoogste ecologische niveau', waaronder de Seelbeek. Hier wordt ernaar gestreefd het bestaande natuurlijke systeem te behouden en zo mogelijk verder te ontwikkelen. De inrichting en het beheer van deze beken en sprengen worden zo goed mogelijk afgestemd op de natuurfunctie. Er mogen geen afvalwaterlozingen plaatsvinden. Het plangebied ligt tevens in beïnvloedingsgebied voor ecologisch waardevolle wateren. Voor deze gebieden zijn momenteel geen waterkwaliteitsdoelen geformuleerd. Het waterschap legt prioriteit bij het stimuleren van rioolaanleg in het buitengebied en het verduurzamen van de landelijke en stedelijke watersystemen (bijvoorbeeld afkoppelen van regenwater).
Watervisie gemeente Renkum
Naast de opgaven vanuit bovenliggend beleid, zijn er voor Renkum extra ambities geformuleerd per deelgebied. Ter plaatse van de projectlocatie is de typologie “parkbeken” aan het watersysteem toegekend, vanwege de stuwwalbeek die via een kort steil reliëf zuidwaarts stroomt richting de Nederrijn. Met deze typologie wordt meer aandacht voor een zorgvuldige stedelijke inpassing gevraagd. Bodemverstorende bouwactiviteiten worden geweerd om de unieke bodemstructuur te beschermen. De watergangen hebben een verschillende ecologische status (HEN- dan wel SED-wateren) en hebben daarnaast een belangrijke cultuurhistorische en recreatieve functie. De directe omgeving is parkachtig ingericht met onder andere vijvers met een goede waterkwaliteit.
Conclusie
Voorliggend bestemmingsplan heeft een conserverend karakter en legt de bestaande situatie vast. Er wordt niet voorzien in nieuwe ontwikkelingen, die mogelijk een negatieve invloed hebben op de waterhuishoudkundige situatie in het plangebied.
De Seelbeek is met een brede oeverzone van 4,5 m aan weerszijden bestemd als water. Ten behoeve van de bescherming van de waterloop zijn specifieke gebruiksregels opgenomen, waarin gebruik van de grond niet is toegestaan als deze één van de volgende aspecten van de beek aantast: de waterkwaliteit, morfologie, watervoerendheid en stroming, natuur-, ecologische en landschappelijke waarden en waterhuishouding dan wel het waterbergend vermogen. Daarnaast is een aanlegvergunningstelsel opgenomen waarmee werkzaamheden worden verboden die mogelijk één van de hiervoor genoemde aspecten aantast. Aan weerszijden van de beek is een beschermingszone opgenomen van 15 m. Binnen deze zone gelden dezelfde specifieke gebruiksregels en aanlegvergunningstelsel. Tevens is het gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen verboden, indien daardoor een onevenredige aantasting van de waterkwaliteit plaatsvindt. Agrarische functies of teelten die gebruik maken van meststoffen of bestrijdingsmiddelen zijn zodoende ook verboden binnen deze zone.
Daarnaast komt het aspect water bij veel bestemmingen onder de bestemmingsomschrijving aan bod. Zo wordt aan het implementeren en uitvoeren van het waterbeleid ruim baan gegeven binnen dit bestemmingsplan.