direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: Heveadorp 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0274.bp0134hv-va04

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Streekplan Gelderland 2005

Het Streekplan Gelderland 2005 (vastgesteld op 29 juni 2005) vormt het belangrijkste beleidskader op provinciaal niveau. Het streekplan is door de inwerkingtreding van de Wro (met ingang van 1 juli 2008) van rechtswege aangemerkt als een structuurvisie.

Het streekplan is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden behouden en/of versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte om wordt gegaan.

Heveadorp behoort op grond van het streekplan Gelderland 2005 tot het multifunctioneel gebied (bebouwd gebied 2000), gelegen te midden van het waardevolle landschap de Veluwe. In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0274.bp0134hv-va04_0005.jpg"

Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied.

Hiervoor is een verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en openbare ruimte nodig door fysieke aanpassingen. Ook een intensivering van het stedelijk grondgebruik wordt noodzakelijk geacht, maar wel met behoud van karakteristieke elementen en zorgvuldige omgang met open ruimten daarbinnen. Tevens acht de provincie een optimalisering van het gebruik van bestaand bebouwd gebied noodzakelijk: meer gebruik van de verticale dimensie (hoogte, diepte) en van de tijdsdimensie (meervoudig gebruik van dezelfde gebouwde ruimte).

Heveadorp maakt tevens deel uit van de regio Knooppunt Arnhem - Nijmegen (KAN). Het KAN heet tegenwoordig Stadsregio Arnhem – Nijmegen. De structuur van het KAN-gebied kan zowel landschappelijk als functioneel als een poort worden beschouwd. Het imposante landschap van stuwwallen en rivieren vormt de basis voor hoogwaardige woonfuncties en kennisintensieve bedrijven en instellingen. De kracht van het gebied vormt tegelijkertijd de bedreiging voor de basis van die kracht (aantasting van landschap en verstopping van transportstromen).

Het KAN heeft met gemeenten afspraken gemaakt over de wooncontouren tot 2014. Voor iedere kern is een maximale contour afgesproken. Voor de in de randzone van de Veluwe gelegen gemeenten waaronder Renkum, liggen deze contouren buiten het groenblauwe raamwerk van de Veluwe.

Op een aantal plekken rondom de kern valt de Veluwe binnen het plangebied. Het waardevolle landschap de Veluwe is tevens aangewezen als EHS-natuur (ecologische hoofdstructuur).

Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard, en in relatie daarmee met bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. In waardevolle landschappen geldt dat de kernkwaliteiten met betrekking tot deze aspecten niet mogen worden aangetast. In de streekplanuitwerking 'Kernkwaliteiten waardevolle landschappen' geeft de provincie concreet per landschap aan welke landschappelijke en cultuurhistorische kernkwaliteiten aanwezig zijn.

De EHS is een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen.   Binnen de EHS geldt de “nee, tenzij”-benadering. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Om een zorgvuldige afweging te kunnen maken, heeft de provincie de te beschermen en te behouden wezenlijke kenmerken en waarden per gebied in de streekplanuitwerking 'Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse Ecologische hoofdstructuur' gespecificeerd.

De Seelbeek betreft een waterloop van het hoogste ecologische niveau (HEN-wateren). Deze wateren zijn vooral afhankelijk van de waterkwaliteit en de morfologie van de oevers. De waarden van natte natuur zijn vaak zo sterk afhankelijk van de omgeving dat natuur en directe omgeving als één geheel te beschouwen zijn. Rondom HEN-wateren geldt een beschermingszone van 15 m aan weerszijden.

Voor de HEN-wateren geldt dat ruimtelijke ingrepen/ontwikkelingen niet mogen leiden tot verlaging van de grondwaterstand in en om de natte natuur of (bij wateren) tot verslechtering van de waterkwaliteit en aantasting van de morfologie van de beken en waterlopen. In de regels van dit bestemmingsplan is hiervoor een passende regeling opgenomen.

Streekplanuitwerking kernkwaliteiten waardevolle landschappen

Binnen het plangebied liggen delen van de Veluwe, welke door de provincie in het streekplan is aangewezen als 'waardevol landschap'. Het Veluwemassief vormt de grootschalige 'groene long' van Nederland. Dit grootschalige landschap bestaat uit uitgestrekte bossen, kleine oude dorpen en gehuchten, enclaves van heide en stuifzand, aardkundig en archeologisch interessante fenomenen en recreatieve bedrijven, vliegvelden en snelwegen. De Veluwe is gevormd door de natuur, maar kent ook een rijke cultuurgeschiedenis: in de prehistorie tot en met de vroege Middeleeuwen is het gebied relatief dicht bewoond geweest. De sporen hiervan zijn door het later slechts extensieve gebruik goed bewaard gebleven in landschap en ondergrond.

De Veluwe ter plaatse van het plangebied wordt gekenmerkt door landgoederenzones en/of gradiëntrijke randen. Hier gelden de volgende kernkwaliteiten:

De groene long van Nederland.

  • Het Veluwemassief is van belang als groene contramal en producent van groene lucht voor het omliggende stedelijke gebied;
  • De unieke kwaliteit als grootste aaneengesloten groen gebied van Nederland;
  • De unieke aardkundige kwaliteiten (reliëf en bodem) en de rijke cultuurhistorische kwaliteiten.

Stuwwal met grootschalige afwisseling van open heide, gesloten bos, uitgestrekt open stuifzand en vennen, agrarische enclaves. Deze afwisseling is in het westelijk deel sprekender dan in het oostelijk.

  • Behalve de interne afwisseling met de verschillen tussen oost en west is er sprake van een sterk contrast tussen de besloten randen van de Veluwe met de lager gelegen, en veelal intensiever bebouwde, omgeving.

Rijk aan aardkundige kwaliteiten (vooral het reliëf).

  • Het Veluwemassief is ontstaan in de voorlaatste ijstijd door opstuwing van grotendeels zandige rivierafzettingen door het ijs. Daarna hebben smeltwater, bodemafschuiving, verstuiving en andere erosieverschijnselen het huidige reliëf doen ontstaan. De zandverstuivingen zijn het resultaat van menselijke invloed (overbegrazing, houtoogst, strooisel- en plaggenwinning). Het geheel van aardkundige kwaliteiten op deze schaal is internationaal zeer zeldzaam.

Een 'antropogene' leegte van nu met een schatkamer van cultuurwaarden van toen: landgoederen, grafheuvels, boerderijen et cetera.

  • De Veluwe is in de IJzertijd een kerngebied van bewoning geweest met omringende natte, onbewoonde gebieden. In de Middeleeuwen is dat omgedraaid. Van de prehistorische bewoning resteren grafheuvels en celtic fields. De ijzerwinning uit de tijd dat de Veluwe het eerste 'industriegebied' van de lage landen was heeft geleid tot ontbossing en relicten zoals houtskoolbrandplaatsen met rode zanden;
  • Uit de tijd dat de Veluwe een zeer extensief gebruikt doorgangsgebied was, dateren de hessenwegen die overwegend in oost-westrichting het massief doorkruisen;
  • De meeste landgoederen zijn als boslandgoederen gesticht nadat de heide functieloos was geworden en daarom bebost kon worden; in de meeste gevallen is een klein deel van het landgoed bijzonder verfraaid waar het landhuis staat.

Rijke variatie aan (cultuurhistorisch bepaalde) soorten bos: van zeer oude loofboscomplexen tot rechtlijnig verkaveld productiebos en recent ontwikkeld 'oerbos' met begrazers.

  • Zeer oude loofboscomplexen komen voor bij sommige van de oudere nederzettingen. Ze komen vooral voor op de Noord- en Oost-Veluwe en plaatselijk in de zuidrand. Verspreid komen hakhoutbossen voor met een hoge ouderdom;
  • Deels oude, deels jongere landgoederen en buitenplaatsen aan de zuidrand;
  • Landgoedbossen uit de 19e en 20e eeuw naar de inzichten van de particuliere eigenaren met veelal over kleine oppervlakten parkachtige structuren met bebouwing;
  • Staats- en gemeentelijke bebossingen in rechtlijnige patronen.

Streekplanuitwerking kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse ecologische hoofdstructuur

Om een zorgvuldige ruimtelijke afweging te kunnen maken ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen in de EHS, heeft de provincie in deze streekplanuitwerking de wezenlijke kenmerken en waarden van de Gelderse natuur gespecificeerd in kernkwaliteiten en omgevingscondities (water, milieu, donkerte etc.). De streekplanuitwerking geeft weer op welke manier de provincie ruimtelijke ontwikkelingen binnen de EHS beoordeelt. Hierbij is het van belang dat de effecten van de ruimtelijke ontwikkeling op de kernkwaliteiten en omgevingscondities worden onderzocht.

De Veluwe is het grootste vrijwel aaneengesloten bos- en heidegebied van Nederland. Zowel de oppervlakte spontaan bos als de oppervlakte oud bos is in ons land ongeëvenaard. Voor de fauna van bos, heide en stuifzand is de Veluwe het belangrijkste kerngebied van ons land. De Veluwe is dan ook in zijn geheel aangewezen dan wel aangemeld als Habitat- en Vogelrichtlijngebied. De Veluwe vormt het grootste leefgebied voor grote zoogdieren als hert en wild zwijn, boommarter en das van Nederland. Het leefgebied is echter versnipperd door de aanwezigheid van rasters, wegen en bebouwing.

Bijzonder waardevol zijn de verspreid voorkomende natte biotopen: de sprengen en beken aan de zuid- en oostrand (veelal HEN-beken), de vennen en natte heideterreinen op het centrale deel van de Veluwe. Ten aanzien van HEN-wateren geldt als ontwikkelingsopgave de verbetering van de natuurlijke morfologie, waterkwaliteit, watervoering en verbondenheid met het landschap.

Kernkwaliteiten van de natuur op de Veluwe:

  • Het grootschalige samenhangende bos- en natuurgebied waarbinnen uitwisseling van planten en dieren mogelijk is, waarbinnen natuurlijke processen zo veel mogelijk ongestoord verlopen, en waarbinnen het beheer optimaal is afgestemd op de gevarieerde natuurdoelstellingen. Hierbij is zowel ruimte voor grote eenheden natuur en natuurbos als voor meer 'beheerde' natuur: multifunctioneel bos, heide, vennen en stuifzanden en de daarbij behorende flora en fauna;
  • De uitwisselingsmogelijkheden voor planten en dieren binnen de hele Veluwe. In het bijzonder de vrije verplaatsing van herten en wilde zwijnen binnen het gehele bos- en natuurgebied van de Veluwe;
  • De verbinding van de Veluwe met de IJsselvallei, Rijnuiterwaarden, Gelderse Vallei en Randmeerkust via verbindingszones en in de toekomst poorten en robuuste verbindingen;
  • De verwevenheid en het samengaan van cultuurhistorie en natuur in onder andere landgoederen, sprengen, oude landbouwenclaves, grafheuvels en hakhoutbossen;
  • De beken, sprengen en beekdalen op de flanken van de Veluwe met hun hydrologische en landschappelijke samenhang met hun omgeving.

Ontwikkelingsopgaven van de natuur op de Veluwe:

  • Het saneren van storende bebouwing (o.a. kazernes en verblijfsrecreatie (zie Veluwe 2010));
  • Het ontwikkelen van de poorten tot samenhangende gebieden waarbinnen uitwisseling van soorten mogelijk is en waarbinnen een natuurlijke ontwikkeling in de gehele gradiënt van hoog/droog naar laag/nat plaatsvindt;
  • Het realiseren van één aaneengesloten leefgebied voor grote zoogdieren (hert, wild zwijn, das en boommarter) met verbindingen naar de uiterwaarden van IJssel en Rijn en met voldoende passeerbaarheid van de aanwezige wegen;
  • Aanpassen van het bosbeheer zodat een duurzame populatie van het vliegend hert zich kan ontwikkelen;
  • Het terugdringen van de ammoniakbelasting op kwetsbare natuurdoeltypen;
  • De ontwikkeling van een grote eenheid natuur op de Zuid-Veluwe: een aaneenschakeling van stuifzanden, spontane pionierbossen, structuurrijke heiden en oude boscomplexen;
  • Het herstellen van de HEN-beken op de Zuid-Veluwe die te lijden hebben onder verdroging als gevolg van grondwaterwinning.

Herbegrenzing EHS

Bij besluit van 1 juli 2009 hebben Provinciale Staten van Gelderland de Streekplanherziening herbegrenzing EHS vastgesteld. Hiermee is de begrenzing van de EHS aangepast. De nieuwe grenzen zijn verwerkt in Themakaart 17 en in de kaart met de ruimtelijke hoofdstructuur. In onderstaand figuur is een uitsnede gemaakt van de omgeving van het plangebied. De begrenzing van de EHS in en rond het plangebied is ongewijzigd gebleven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0274.bp0134hv-va04_0006.jpg"

Conclusie

Heveadorp maakt deel uit van het bebouwde gebied. Het accent van de provinciale beleidsambities voor bebouwd gebied ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand gebied. Hierbij moet met zorg worden omgegaan met de karakteristieke elementen en open ruimten. In voorliggend bestemmingsplan is de bestaande situatie van de bebouwing in Heveadorp bestemd, waarbij weinig ruimte is voor ontwikkelingen. Geconcludeerd kan worden dat door het consoliderende karakter zorgvuldig wordt omgegaan met het bestaande gebied.

Binnen de plangrenzen zijn diverse percelen met bos gelegen, welke deel uitmaken van de Veluwe. De Veluwe is aangewezen als Vogel- en Habitatrichtlijngebied, Ecologische Hoofdstructuur en waardevol landschap, zodat hiervoor een hoge bescherming geldt. Deze bescherming heeft betrekking op de aantasting van ecologische waarden, maar ook landschappelijke en cultuurhistorische waarden, waaronder de ligging op de gradiëntrijke rand van de Veluwe naar de uiterwaarden van de Nederrijn. De bestaande bosgebieden zijn in voorliggend bestemmingsplan opgenomen en beschermd tegen ongewenste ontwikkelingen.

De Seelbeek, welke gedeeltelijk binnen het plangebied is gelegen, is aangewezen als water met het hoogste ecologische niveau (HEN). Deze wateren zijn vooral afhankelijk van de waterkwaliteit en de morfologie van de oevers, zodat voor deze wateren een beschermingszone van 15 m aan weerszijden geldt. Deze beschermingszone is overgenomen in voorliggend bestemmingsplan, waarbij in de regels gezorgd wordt voor voldoende bescherming van de beek.

Geconcludeerd kan worden dat voorliggend bestemmingsplan past binnen het provinciale beleid.

3.3.2 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 3 november 2009 het ontwerp van de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld. Vervolgens lag het ontwerp van 16 november tot en met 14 december 2009 ter inzage. Op 15 december 2010 stelden Provinciale Staten de Ruimtelijke Verordening Gelderland vast. De Ruimtelijke Verordening Gelderland is op 2 maart 2011 in werking getreden. Met een verordening kunnen de Provinciale Staten regels stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen. Dit is gebaseerd op het Streekplan Gelderland 2005.

De Ruimtelijke Verordening Gelderland betreft een beleidsneutrale vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid, lees het Streekplan 2005. Dit betekent dat de verordening geen beleidswijzigingen (hoogstens een vermindering van provinciale sturing) bevat die van invloed zijn op dit bestemmingsplan.

De voor Heveadorp belangrijkste onderwerpen uit de Ruimtelijke Verordening Gelderland betreffen de volgende.

De provinciale verordening schrijft dat het niet toegestaan is om nieuwe bebouwing te realiseren ten behoeve van wonen en werken buiten bestaand bebouwd gebied, buiten de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem Nijmegen en buiten de zoekzones wonen en werken, tenzij de nieuwe bebouwing functioneel gebonden is aan het buitengebied. Het bestemmingsplan betreft een beheerplan, legt daarmee de bestaande situatie vast en laat geen nieuwe bebouwing toe. Overigens liggen alle bestaande woningen met tuinen in het plangebied binnen bestaand gebied en binnen de woningbouwcontour zoals opgenomen in het Regionaal Plan 2005-2020 van de Stadsregio Arnhem Nijmegen.

Het plangebied valt binnen een nationaal landschap ('Veluwe') en is aangeduid als waardevol landschap binnen een nationaal landschap ('Veluwemassief').

In gebieden met deze aanduiding kunnen slechts bestemmingen worden toegestaan, voor zover deze de kernkwaliteiten van het gebied, zoals vastgelegd in de streekplanuitwerking 'Kernkwaliteiten waardevolle landschappen' behouden of versterken. Gezien de huidige bestemmingen en het beheerskarakter van het bestemmingsplan is dit niet in strijd met het waardevolle landschap.

Het gebied rondom de kern, en deels binnen het plangebied, maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Binnen de EHS geldt de “nee, tenzij”-benadering. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Tot groot openbaar belang wordt in ieder geval gerekend de veiligheid, de drinkwatervoorziening en de plaatsing van installaties voor winning, opslag of transport van gas.

In de EHS verweving en verbindingszones zijn, in tegenstelling tot de EHS natuur, onder voorwaarden mogelijkheden voor de ontwikkeling van andere functies.

Initiatiefnemers van ingrepen binnen de EHS zullen de effecten van de ingreep op kernkwaliteiten en omgevingscondities moeten onderzoeken. De kernkwaliteiten en omgevingscondities die gelden binnen de EHS zijn vastgelegd in de streekplanuitwerking “Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse ecologische hoofdstuctuur”. De wezenlijke kenmerken of waarden van de HEN-wateren zijn geactualiseerd vastgelegd in het Waterplan Gelderland 2010-2015.

Indien (passende) ontwikkelingen in de EHS plaatsvinden is mitigatie en/of compensatie vereist, kan de saldobenadering worden toegepast, of is een herbegrenzing van de EHS nodig.

Conclusie

Voorliggend plan is een consoliderend plan waarmee geen nieuwe ontwikkelingen binnen de EHS mogelijk worden gemaakt. Om die reden vindt er geen aantasting van de EHS plaats als gevolg van dit bestemmingsplan. Ook is het beheerskarakter van het bestemmingsplan niet in strijd met het waardevolle landschap.

Conform de regels van de Ruimtelijke Verordening worden in een gebied gelegen binnen de EHS geen bestemmingen toegestaan waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied, zoals aangegeven in de streekplanuitwerking “Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse ecologische hoofdstructuur” en het Waterplan Gelderland 2010 - 2015, significant worden aangetast.

Met de bestemmingen 'Bos' en 'Water – Hoogste Ecologische Niveau', zoals opgenomen in onderhavig bestemmingsplan, is dit gewaarborgd.