direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Heveadorp 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0274.bp0134hv-va04

Artikel 5 Groen

5.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. parken en plantsoenen;
  • d. voet-, ruiter- en rijwielpaden;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. waterlopen, waterpartijen, infiltratievoorzieningen, waterberging en waterhuishoudkundige werken, zoals duikers;
  • g. grote en kleine evenementen ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein';
  • h. volkstuinen ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin';

met daaraan ondergeschikt:

  • i. bos;
  • j. verhardingen;
  • k. parkeervoorzieningen;
  • l. straatmeubilair;
  • m. kleine evenementen;

met de daarbij behorende:

  • n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • o. andere werken.
5.2 bouwregels
5.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 4 meter mag bedragen, met dien verstande dat:

  • a. carports en overkappingen ten behoeve van het stallen van auto's niet zijn toegestaan;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 1 meter mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' maximaal 1,5 meter mag bedragen.
5.3 nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
5.4 afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 6 meter mag bedragen.

5.5 afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Afwijkingen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 en toestaan dat delen van deze gronden, welke aansluiten bij woningen, gebruikt mogen worden als tuin, met bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een hoogte van maximaal 1 meter, voor die woningen.

5.5.2 Afwegingskader

De in lid 5.5.1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de karakteristieke groenstructuur of -groenelementen;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de woonsituatie;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • g. de fysieke veiligheid.