Plan: | Putten Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0273.BP62113-0003 |
(Ontwerp) Structuurplan Putten (2004)
In het ontwerp Structuurplan Putten is de gewenste ruimtelijke hoofdstructuur voor de gemeente tot 2015, met een 'doorkijk' naar 2030 vastgelegd. Het structuurplan vormt samen met de andere plannen het kader waarbinnen de ontwikkelingen op allerlei terreinen gaan plaatsvinden.
Het centrumgebied neemt in het Structuurplan een eigen plek in. Voornamelijk omdat in het centrumgebied de winkels, horecavoorzieningen en maatschappelijke voorzieningen zijn gevestigd. Het Structuurplan kent voor het centrumgebied een aantal ontwikkelings- mogelijkheden:
Naast de specifieke uitgangspunten voor het centrumgebied is ook het algemene uitgangspunt ten opzichte van woningbouw een uitgangspunt dat van toepassing is op het plangebied. In het Structuurplan streeft de gemeente er voor de periode tot 2015 zoveel mogelijk naar om:
Rapport Stedenbouwkundige Randvoorwaarden voor de Bebouwde Kom van Putten
(SRBK 1999) en Inbreidingsnota (2003)
Naast het Structuurplan zijn de Stedenbouwkundige Randvoorwaarden voor de Bebouwde Kom (SRBK) en de Inbreidingsnota relevant.
Binnen de bebouwde kom van Putten vindt een aantal ruimtelijke ontwikkelingen plaats:
De hieruit voortvloeiende problemen centreren zich rond de gewenste karakteristiek van het dorp en de manier waarop bebouwingsvoorstellen daarbinnen op gepaste wijze gestalte kunnen krijgen zonder afbreuk te doen aan het dorpse karakter van Putten.
Om stedenbouwkundige ontwikkelingen binnen de bebouwde kom beter te kunnen sturen, bleek het nodig om hiervoor een aanvullend toetsingskader te ontwikkelen. De tot dan toe hiervoor ter beschikking staande toetsingskaders (de geldende bestemmingsplannen) gaven in de praktijk vaak onvoldoende houvast. Het door BV Ontwerpbureau Teun Koolhaas Associaties vervaardigde rapport "Stedenbouwkundige Randvoorwaarden voor de bebouwde kom van Putten" is opgesteld om in die leemte te voorzien. De SRBK geeft een uitputtende stedenbouwkundige analyse van de kern Putten. De in dit beleidsstuk voorgeschreven randvoorwaarden bieden handvatten voor de stedenbouwkundige kwaliteit van de kern Putten.
Op 7 oktober 2000 heeft de gemeenteraad van Putten besloten om het bedoelde rapport "Stedenbouwkundige Randvoorwaarden voor de bebouwde kom van Putten" te gebruiken als basis voor de opstelling van nieuwe bestemmingsplannen binnen de bebouwde kom van de gemeente.
Hoewel het rapport al negen jaar oud is, heeft het nog niets aan actualiteit ingeboet.
Vanwege beperkte uitbreidingsmogelijkheden voor de kern Putten heeft de gemeenteraad op 6 februari 2003, in vervolg op de SRBK een Inbreidingsnota vastgesteld. In deze nota is veel aandacht voor het begeleiden van de verstedelijking voor de periode tot 2013. De nota gaat dan ook in op zaken als:
De Inbreidingsnota is een raamwerk die de inpassing van eventuele toekomstige inbreidingsplannen, die stuk voor stuk in de nota, in beeld zijn gebracht coördineert. Daarnaast kan aan de hand van de Inbreidingsnota besluitvorming plaatsvinden over de aantallen mogelijk nog te bouwen woningen binnen de bebouwde kom, in relatie tot de bouwmogelijkheden buiten de bebouwde kom. In relatie tot deze Inbreidingsnota is de Stedenbouwkundige Randvoorwaarden voor de Bebouwde Kom van Putten een belangrijk beleidsstuk.
Rapport "Putten, Functioneren van en toekomstmogelijkheden voor de
centrumvoorzieningen".
MKB-Reva heeft in opdracht van de gemeente en de ondernemersvereniging WinkelCentrum Putten (WCP) in 2003 een onderzoek uitgevoerd naar de toekomstige positie en structuur van de voorzieningen in het dorpscentrum oftewel meer in het bijzonder een detailhandelsvisie.
In het onderzoek is vooral aandacht besteed aan de volgende punten:
In het rapport wordt in algemene zin geconcludeerd, dat Putten momenteel over een redelijk tot goed functionerend winkelgebied beschikt.
Echter in de ogen van MKB-Reva vertoont het winkelgebied op diverse punten haarscheurtjes, die op langere termijn het functioneren van de centrumvoorzieningen kunnen aantasten. In het rapport wordt voorts een aantal aanbevelingen gedaan om dit proces tot staan te brengen en in positieve zin om te buigen.
De conclusies van het rapport komen, voor zover relevant voor het bestemmingsplan "Centrum" in het kort op de volgende neer:
Ondernemersenquête
De respons op de ondernemersenquête is, na actie van de ondernemersvereniging, uiteindelijk op 40 % uitgekomen. Wanneer we dit met onderzoeken in andere plaatsen vergelijken, is dit percentage erg laag. Ook nadat de ondernemersvereniging de winkeliers in tweede instantie had benaderd, was de animo om de enquêteformulieren in te vullen nog steeds erg laag. Er lijkt dus weinig betrokkenheid te zijn bij het collectieve winkelgebeuren; men kijkt vooral naar de eigen winkel.
Consumentenenquête
De consument lijkt tevreden te zijn. De koopkrachtbinding is nu nog relatief hoog, maar staat wel onder druk.
Draagvlakanalyse
Door de beperkte respons op de ondernemersenquête kon in het rapport niet worden ingegaan op de distributieve mogelijkheden. Uit de verschillende onderzoeken is echter gebleken dat Putten zeer ruime keuzemogelijkheden heeft en dat feitelijk alle branches vertegenwoordigd zijn.
Straatbeeld
Het straatbeeld van Putten geeft een wat gedateerde indruk. Zowel de bestrating, openbare verlichting, alsmede de uitstraling van veel winkels, doen geen recht aan een gezellig dorpskarakter. Het winkelgebied heeft niet het groene en dorpse karakter dat in een Veluws dorp verwacht mag worden.
Ook de aanwezigheid van de vele en vooral diverse soorten en maten paaltjes levert een vreemd en rommelig beeld op.
MKB-Reva is van mening, dat het Kerkplein en omgeving wél voldoet aan het beeld dat het centrum van Putten zou moeten hebben. Dit is dan ook een goed referentiebeeld. De rust en het dorpse karakter dat hiervan uitgaat, moet ook in het winkelgebied kunnen worden teruggevonden.
In het straatbeeld is verder sprake van enkele "rotte plekken" die niet bevorderlijk zijn voor een goede winkelrouting en interne samenhang in het winkelgebied.
Op grond hiervan wordt in het rapport de conclusie getrokken dat de inrichting van het winkelgebied de komende jaren veel aandacht vraagt.
Het gaat hier zowel om de horizontale inrichting (aankleding straten) als de verticale inrichting (uitstraling van de panden). Te veel panden vertonen sporen van achterstallig onderhoud.
In het rapport worden de volgende aanbevelingen gedaan:
Uitbreiding winkelgebied
Eventuele uitbreiding van het gebied voor detailhandel moet vooral in het dorpscentrum zelf plaatsvinden en dus niet aan de randen. Van primair belang is de kwalitatieve versterking, waarbij het gaat om zowel de horizontale als de verticale kwaliteit.
Beeldkwaliteit en uitstraling
Een beeldkwaliteitplan zou een uitstekend hulpmiddel kunnen zijn om het centrum van Putten een kwalitatieve impuls te geven.
Bij een eventuele herinrichting dient aan enkele gebieden specifieke aandacht te worden besteed. Ten eerste betreft dit de entreepartijen. Een entree moet de indruk geven dat de consument een attractief winkelgebied betreedt.
Bij de herinrichting dient het accent te liggen op het deel van de Dorpsstraat tussen de Molenstraat en de Achterstraat. Hier staan veel panden die niet harmoniëren met het karakter dat Putten zou moeten hebben. Als negatief voorbeeld wordt het voormalige postkantoor aan de Dorpsstraat genoemd. Er moet een goede visie komen op dit deel van de Dorpsstraat, gecombineerd met het aangrenzende gedeelte van de Achterstraat. De routing die nu ontbreekt zou dan op gang kunnen komen.
Het centrum dient compleet, compact en comfortabel te zijn.
Parkeren
Ten aanzien van het parkeren wordt geconstateerd, dat er niet echt sprake is van een parkeerprobleem. Wel is de adviseur van mening, dat de parkeerplaatsen die direct tegen het centrum liggen in aanmerking kunnen komen voor een blauwe zone om zo de langparkeerders uit het dorpscentrum te halen.
Autovrij maken
Een ander belangrijk punt waar het centrum van Putten op korte termijn dan wel op middellange termijn te maken zou kunnen krijgen, is hoe om te gaan met het autovrij/verkeersvrij maken van het centrum.
Parkeernota Centrum Putten (2009)
Bureau Goudappel Coffeng heeft onderzoek verricht in Putten naar parkeren in het centrum. Er is berekend of in de nabije toekomst parkeeroverlast in het centrum te verwachten is. Daarbij is rekening gehouden met beperkte bouwontwikkelingen en een gelijkblijvend aantal huishoudens, en met een zekere toename van het autobezit. De conclusie is, dat ook in de nabije toekomst de parkeersituatie goed blijft in het centrum van Putten.
Verder zijn er in de parkeernota parkeernormen ontwikkeld, die zijn afgeleid van de gemiddelde CROW-parkeerkencijfers.
Op 9 februari 2009 heeft de gemeenteraad van Putten de "Parkeernota Centrum Putten", inclusief de daarin opgenomen parkeernormen vastgesteld.
Welstandsnota
Artikel 12a van de thans geldende Woningwet verplicht alle gemeenten om een welstandsnota vast te stellen. Die welstandsnota moet, in de vorm van beleidsregels, criteria bevatten voor de welstandstoetsing.
Om te voldoen aan deze verplichting heeft de gemeenteraad in 2004 de welstandsnota vastgesteld. De nota geeft de kaders voor het welstandsbeleid. Hiermee worden bouwplannen getoetst aan redelijke eisen van welstand, om de fraaie leefomgeving in het dorp te behouden en te versterken.
In deze nota wordt per deelgebied welstandscriteria beschreven die betrekking hebben op situering, massa en vorm, gevelkarakteristiek en detaillering, kleur en materiaalgebruik.
Het centrum van Putten valt binnen het gebied 'Historische kern'. De algemene begraafplaats Engweg valt binnen het gebied 'Voorzieningen'.
Omdat de welstandsnota al zeer uitgebreide criteria bevat is er besloten om voor het gebied Putten Centrum geen apart beeldkwaliteitplan te maken.