direct naar inhoud van 9.4 Externe veiligheid
Plan: Nijmegen Bottendaal Galgenveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP7000-VG02

9.4 Externe veiligheid

Vervoer van gevaarlijke stoffen

Om de risico's ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen en water en door buisleidingen in beeld te brengen is onder meer een inventariserend onderzoek uitgevoerd dat zijn weerslag heeft gekregen in het rapport "Bouwstenen voor een inhaalslag" van 16 januari 2003.

In en in de nabijheid van het plangebied zijn, behoudens de spoorlijn Arnhem-Nijmegen- 's-Hertogenbosch, geen modaliteiten aanwezig waarover vervoer van gevaarlijke stoffen mogelijk is. Ook zijn er geen hogedruk aardgasleidingen aanwezig.

Het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor is echter een potentiële risicobron:

Vervoer over het spoor

In en in de nabijheid van het plangebied ligt het station Nijmegen met doorgaande verbindingen naar Arnhem, 's-Hertogenbosch en Venlo. Over het traject naar Venlo vindt momenteel geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaats en dit is in de toekomst ook niet te verwachten.

Door het station loopt eveneens het traject Arnhem-Nijmegen-'s-Hertogenbosch. Over dit traject vindt momenteel en in de toekomst vervoer van gevaarlijke stoffen plaats.

Met betrekking tot de bijbehorende risico's is op 21 april 2009 het rapport “Externe veiligheid spooromgeving Nijmegen en Wijchen” verschenen.

Vanuit externe veiligheid worden de optredende risico's onderverdeeld in:

a. Plaatsgebonden risico (PR)

b. Groepsrisico (GR)

ad a.

Uit de bovenaangehaalde rapportage blijkt dat de PR risicocontour zich nog binnen het

baanlichaam van de spoorweg bevindt en dus alleen binnen het gebied van de spoorweg in

de onmiddellijke nabijheid van de as van de spoorweg een beperking vormt voor de

planvorming.

ad b.

Uit de rapportage blijkt ook dat momenteel binnen het afwegingsgebied (tot 200 meter van de as van route cq. het tracé) de oriënterende waarde (ruim) wordt overschreden.

Plangebied

In het aangegeven afwegingsgebied, waarin ook een gedeelte van het plangebied ligt, is een nieuwe invulling, indien deze zich buiten het baanlichaam van de doorgaande spoorweg bevindt, voor wat de ruimtelijke ordening betreft wel toegestaan (omdat het buiten de PR risicocontour ligt) maar is de dichtheid van bebouwing/de aanwezige aantallen verblijvenden soms problematisch vanwege de hoogte van het groepsrisico. Indien de aantallen verblijvenden wijzigen zal hierover een afweging moeten volgen.

Dit is in het bijzonder van belang in verband met aspecten van zelfredzaamheid, hulpverlening en rampbestrijding. Het begrip oriënterende waarde houdt in dat het bevoegd gezag daarvan gemotiveerd kan afwijken. Het bevoegd gezag besluit mede op grond van de toetsing of er risicoreducerende maatregelen toegepast moeten worden. Er moet sprake zijn van een openbare en goed inzichtelijke belangenafweging, waarin moet zijn aangegeven waarom in het specifieke geval eventueel een bouwplan toch gerealiseerd kan worden. De uitkomst van een dergelijke afweging is vatbaar voor beroep.

Met betrekking tot het plan Bottendaal-Galgenveld kan opgemerkt worden dat tengevolge van de realisering van het bestemmingsplan het GR niet op voorhand toeneemt. Dit is een gevolg van het gegeven dat binnen het afwegingsgebied van het GR het bestemmingsplan een overwegend conserverend karakter heeft en hier nu al een forse bevolkingsdichtheid aanwezig is. Het bestemmingsplan maakt de realisering van extra bebouwing/aanwezige aantallen verblijvenden slechts in beperkte mate mogelijk. Er zal daarom geen significante toename van het GR plaatsvinden tengevolge van de planvorming.

Met betrekking tot de bereikbaarheid van de betrokken verblijfsgebieden van het plan, evenals met betrekking tot de zelfredzaamheid van de gebruikers kan worden gesteld dat deze naar verwachting aan minimale eisen zullen kunnen voldoen.

Weliswaar bevinden hulpverlening en calamiteitenbestrijding zich binnen de spoorzone in de gemeente Nijmegen niet op een adequaat niveau, niet aangenomen behoeft in dit specifieke geval te worden dat zij juist op deze locatie binnen het bestemmingsplan Bottendaal-Galgenveld met zijn redelijk tot goede bereikbaarheid niet aan minimaal te stellen eisen hieromtrent zouden kunnen voldoen.

De voorzieningen voor bluswater bij en langs het spoor zijn in zijn algemeenheid binnen Nijmegen ontoereikend, wat ook binnen dit plangebied van toepassing is.

Advies Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

Nabij het plangebied vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats over het spoortraject Nijmegen - 's-Hertogenbosch. Vanwege dit transport dient de planontwikkeling te worden getoetst aan de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRnvgs). In de CRnvgs staan twee risicomaten centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Voor het plaatsgebonden risico gelden grens- en richtwaarden. Voor het groepsrisico is een verantwoordingsplicht van toepassing. Binnen deze verantwoordingsplicht is het bestuur van de Veiligheidsregio aangewezen als adviseur betreffende de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers.

Conclusies over het bestemmingsplan Bottendaal Galgenveld

Uit de analyse van de Veiligheidsregio (zie bijlage) blijkt dat, als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor door Nijmegen, calamiteiten denkbaar zijn met zeer grote effecten ter hoogte van het plangebied. De kansen op dergelijke calamiteiten zijn echter zeer klein.

De mogelijkheden voor de rampenbestrijding bij deze calamiteiten zijn beperkt. Voor de bestrijding van een calamiteit op het spoor geldt dat onvoldoende blus-/ koelwater beschikbaar is om escalatie van het maatscenario te voorkomen. Daarnaast is de bereikbaarheid van incidenten op het spoor onvoldoende en stijgt het aantal te verwachten slachtoffers boven de mogelijkheden van de geneeskundige hulpverlening uit.

Ook de mogelijkheden tot zelfredding zijn niet optimaal. De bestemmingen 'Gemengd-1' en 'Centrum' bieden expliciet de mogelijkheid tot realisering van functies die specifiek zijn bedoeld voor verblijf of gebruik door verminderd of niet-zelfredzame personen. Daarnaast voert de gemeente Nijmegen in zijn algemeenheid geen actieve risicocommunicatiecampagne(s). Een dergelijke campagne, gericht op de bewoners van en bedrijven in de spoorzone, kan een bijdrage leveren aan het verhogen van het risicobewustzijn en daarmee de zelfredzaamheid deze personen.

Ter verbetering van de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers, zijn in de analyse in de bijlage mogelijke maatregelen benoemd. De Veiligheidsregio wijst erop dat, hoewel deze maatregelen bijdragen aan het terugdringen van de risico's, de risico's niet tot nul kunnen worden gereduceerd. Ook na het treffen van de benoemde maatregelen kunnen zich calamiteiten voordoen waarbij de mogelijkheden voor de rampenbestrijding worden overstegen. Het is aan het bevoegd gezag dit risico expliciet te accepteren en in het ruimtelijk besluit te verantwoorden binnen de verantwoordingsplicht groepsrisico.

Aspecten van het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) stelt in haar bovenstaand weergegeven advies het volgende:

  • Er zijn calamiteiten denkbaar tengevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Spoorweg Nijmegen 's-Hertogenbosch, waarbij opgemerkt wordt dat dit zeer grote effecten kan hebben binnen het plangebied, maar dat de kansen op dergelijke calamiteiten zeer klein zijn;
  • Er zijn onvoldoende blus- en koelmiddelen beschikbaar binnen het plangebied;
  • De bereikbaarheid van incidenten op het spoor is onvoldoende;
  • Het aantal slachtoffers kan boven de mogelijkheden van de geneeskundige hulpverlening uitstijgen;
  • De mogelijkheden tot zefredding zijn niet optimaal;
  • Binnen het beoordelingsgebied wordt expliciet de mogelijkheid geschapen voor de huisvesting van verminderd- dan wel niet-zelfredzame personen;
  • De gemeente Nijmegen voert in zijn algemeenheid geen actieve risicocampagnes, een dergelijke campagne kan echter een bijdrage leveren aan het risicobewustzijn en de zelfredzaamheid van de bedoelde personen.

Preventie, bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid

De VRGZ stelt de volgende maatregelen voor ter reductie van het risico:

  • a. Het optimaliseren van de bereikbaarheid van incidenten op het spoor in Nijmegen;
  • b. Het realiseren van blus-/koelwatervoorzieningen specifiek voor de spoorzone in Nijmegen;
  • c. Binnen de bestemmingen 'Gemengd-1' en 'Centrum' de mogelijkheid tot de vestiging van verminderd tot niet-zelfredzame personen uitsluiten;
  • d. Burgers actief voorlichten over de risico's van gevaarlijke stoffen.

Ad a en b
Het optimaliseren van de bereikbaarheid van incidenten op het spoor evenals het verbeteren van de blus- en koelwatervoorzieningen binnen de spoorzone is niet alleen van toepassing op het bestemmingsplan Bottendaal-Galgenveld, maar geldt voor (nagenoeg) de gehele spoorzone binnen de gemeente Nijmegen. Het aanpassen hiervan tot een adequaat niveau is een tijds- en kapitaalintensieve procedure die niet binnen het kader van de huidige bestemmingsplanprocedure valt. Het realiseren van bluswatervoorzieningen zal voorts geregeld worden in eventueel later te entameren (nieuw)bouwplannen.

Ad c.

De bestemming Centrum komt niet voor in het afwegingsgebied. Binnen de bestemming 'Gemengd' zal in het bestemmingsplan de mogelijkheid tot vestiging van verminderd- en niet- zelfredzame personen worden uitgesloten. Er wordt een ontheffingsmogelijkheid opgenomen zodat van geval tot geval kan worden onderzocht of op een specifieke locatie, gelegen binnen het invloedsgebied van 200 meter vanaf de as van de spoorlijn, de vestiging van verminderd- en niet zelfredzame personen spoorlijn aanvaardbaar is. De ontheffing wordt pas verleend na advies door de Veiligheidsregio.

Ad d.

Huidige en toekomstige bewoners binnen het plangebied kunnen kennisnemen van de risico's via www.risicokaart.nl waardoor de zelfredzaamheid kan toenemen. Bovendien is binnen de veiligheidsregio een risicocommunicatieplan in ontwikkeling.

Conclusie groepsrisicobeoordeling

Met inachtneming van het gegeven dat het groepsrisico geen significante stijging te zien zal geven ten gevolge van het overwegend conserverende karakter van het bestemmingsplan en met inachtneming van het bovenstaande onder a. tot en met d.kan de conclusie worden getrokken dat het bestemmingsplan kan worden vastgesteld.