direct naar inhoud van 6.2 Beleid Groene ruimte
Plan: Nijmegen Bottendaal Galgenveld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP7000-VG02

6.2 Beleid Groene ruimte

Het beleid van de groene ruimte is, volgend op het provinciale beleid van het Streekplan Gelderland 2005, primair gericht op behoud, herstel en ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke kwaliteiten. Dat bepaalde delen (spoorkuil en -taluds) daar niet in opgenomen zijn vanwege de ligging in de stad, wil dit niet zeggen dat er geen natuurlijke en/of landschappelijke relatie bestaat. Ook voor die delen geldt een beschermend regiem. Daarnaast is het beleid van de groene ruimte gericht op de functie als uitloopgebied voor de wijken en de verdere omgeving, met daarin opgenomen diverse recreatieve functies als sport- en dagrecreatief medegebruik, zoals moestuinen, fietsen en wandelen.

Het groenbeleid is verwoord in de beleidsnota "Groene draad - Kansen voor het Nijmeegse groen". In dit plan is een hoofdgroenstructuur opgenomen waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen groen dat betekenis heeft op stedelijk niveau en groen wat vooral een rol speelt op wijkniveau. Aan de hand van een vijftal uitgangspunten zijn deze groengebieden bepaald en opgenomen. Dit betekent niet dat aan al het andere groen dat niet opgenomen is als hoofdgroenstructuur geen waarde wordt gehecht. Deze groengebieden zijn vaak heel belangrijk voor de buurt, een straat of enkele bewoners. In het groenplan zijn bovendien de karakteristieken van de verschillende wijken beschreven en de kansen voor het groen bij nieuwe ontwikkelingen. We streven er niet naar om al het groen in Nijmegen te behouden, maar wel om de groene karakteristiek van de wijken te behouden en te versterken. Op sommige plaatsen kan dit betekenen dat de kwantiteit van het groen afneemt, maar dat de kwaliteit vergroot wordt. Hoe omgegaan wordt met het groen wordt vooral bepaald door de groene karakteristiek en de gewenste maatschappelijke veranderingen die in een stad plaatsvinden.

De uitgangspunten voor de bestemmingen in de groene ruimte zijn:

  • behoud en ontwikkeling van het groene karakter;
  • behoud en ontwikkeling van functie als uitloopgebied voor omliggende woongebieden en;
  • (voor zover van toepassing) met in acht name van de voorgaande punten, ontwikkeling van de specifiek toegewezen bestemming Recreatie.