Plan: | Nijmegen Centrum - Stationsomgeving |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP5500-VG01 |
Groen
De in het plangebied voorkomende grotere openbare groenvoorzieningen zijn voorzien van de bestemming Groen. Binnen de meeste overige bestemmingen zijn ook groenvoorzieningen mogelijk, zodat niet al het groen ook als groen bestemd hoeft te worden. Zo zijn bijvoorbeeld binnen de bestemming Verkeer ook groenvoorzieningen mogelijk, zodat bermen niet als groen bestemd hoeven te worden. Binnen de bestemming Groen zijn ook bijbehorende voorzieningen zoals sport- en speelvoorzieningen, terrassen,hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets en voetpaden mogelijk. Tevens zijn wadi's, water, overstortvijvers, rioolbuffers en geluidwerende voorzieningen mogelijk. In de bestemming Groen is parkeren niet toegestaan, met uitzondering van ondergrondse parkeervoorzieningen. Waardevolle bomen zijn niet apart aangeduid. Deze bomen worden via de kapverordening beschermd.
Na realisering van de parkeergarage aan de Van Schaeck Mathonsingel vervalt het parkeerterrein op de Nassausingel. Het tussengebied op de Nassausingel is daarom al als groen bestemd. Binnen de bestemming Groen is een aanduiding opgenomen ten behoeve van nieuwbouw van de kiosk aan het Keizer Karelplein/Nassausingel. De bestaande kiosk kan binnen deze aanduiding worden verplaatst. Binnen de bestemming Groen komt verder de aanduiding 'ontsluiting' ten behoeve van de parkeergarage Hezelpoort voor.
Verkeer
De bestemming Verkeer is opgenomen voor de openbare weg in brede zin. Hieronder wordt verstaan wegen, pleinen, busbanen, fiets- en voetpaden, bruggen, parkeervoorzieningen en fietsenstallingen. Binnen de bestemming Verkeer zijn ook bijhorende voorzieningen zoals groen-, sport- en speelvoorzieningen, taluds en geluidwerende voorzieningen toegestaan. Tevens zijn wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen mogelijk. Ook zijn terrassen, markten en standplaatsen toegestaan.
De aanduiding 'station' is opgenomen voor het stationsgebouw, de fietsenstalling, voorplein met fietsenkelder en het busstation. Binnen de bestemming Verkeer is verder de aanduiding 'railverkeer' opgenomen voor de spoorlijnen (met bijbehorende bebouwing), een aanduiding 'brug' voor de bruggen over het spoor en de aanduiding 'onderdoorgang' voor de onderdoorgang onder het spoor (Tunnelweg). Binnen de bestemming Verkeer komt ook nog de aanduiding 'garagebox' voor.
Leiding-Riool (dubbelbestemming)
Met deze dubbelbestemming zijn de hoofdriolen aangegeven. Rondom de riolen is een strook van 4 meter aangehouden. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van het riool hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. De gemeente is de beheerder van deze riolen.
Waarde-Archeologie 2 (dubbelbestemming)
In gebieden met een archeologisch belang (waarde 2) geldt een archeologische (dubbel)bestemming. Ten behoeve van de dubbelbestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden opgericht. Indien er ten behoeve van de andere, op de gronden geldende bestemming een bouwwerk wordt opgericht van meer dan 50 m2 en een diepte van meer dan 30 cm, dient er een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden voldoende zijn vastgesteld. Er kan, na advies van de archeologisch deskundige, omgevingsvergunning worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een omgevingsvergunning voor werken- en werkzaamheden vereist. Deze dubbelbestemming is opgenomen voor het station en een gedeelte aan de westzijde van het spoor.
Waarde-Archeologie 3 (dubbelbestemming)
In gebieden met waarde 3 (terreinen van zeer hoge archeologische waarde ) geldt een archeologische (dubbel)bestemming. Ten behoeve van de dubbelbestemming mogen uitsluitend andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, worden opgericht. Indien er ten behoeve van de andere, op de gronden geldende bestemming een bouwwerk wordt opgericht waarvoor grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder het maaiveld, dient er een rapport te worden overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden voldoende zijn vastgesteld. Er kan, na advies van de archeologisch deskundige, omgevingsvergunning worden verleend voor bouwwerken ten behoeve van overige geldende bestemmingen. Tevens is een omgevingsvergunning voor werken- en werkzaamheden vereist. Deze bestemming beslaat bijna het gehele plangebied.
Waarde-Cultuurhistorie 1 (dubbelbestemming)
De dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie 1 is opgenomen voor het van rijkswege beschermde stadsgezicht Benedenstad. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de cultuurhistorische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. Bevoegd gezag wint hiervoor schriftelijk advies in bij de Commissie Beeldkwaliteit omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning cultuurhistorische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Deze dubbelbestemming geldt alleen voor een gedeelte in het noordoosten van het plangebied.
Of de cultuurhistorische waarden op onaanvaardbare wijze worden aangetast zal worden beoordeeld aan de hand van de door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde toelichting op de bescherming van de Benedenstad. Deze toelichting is opgenomen in de bijlage 3 van het raamwerk Nijmegen Centrum. Ter bescherming van het stadsgezicht is naast het bouwverbod, tevens een omgevingsvergunning voor slopen en het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden opgenomen.
Waarde-Cultuurhistorie 2 (dubbelbestemming)
De dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie 2 is opgenomen voor de 19e-eeuwse stadsuitleg. Voor dit gebied is een procedure als bedoeld in artikel 35 Monumentenwet 1988 in voorbereiding, namelijk de aanwijzing van het gebied als een (van rijkswege) beschermd stadsgezicht. Zodra dit besluit is genomen moet de gemeenteraad, ter bescherming van het stadsgezicht, een bestemmingsplan vaststellen waarin de cultuurhistorische waarden van het gebied geborgd zijn (artikel 36 Monumentenwet). Om tijdig aan deze verplichting te voldoen, wordt in dit geactualiseerde bestemmingplan alvast rekening gehouden met deze komende aanwijzing. Dit gebied heeft is tevens aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsbeeld. Deze dubbelbestemming geldt alleen voor een gedeelte in het noordwesten van het plangebied.
Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien de cultuurhistorische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. Bevoegd gezag wint hiervoor schriftelijk advies in bij de Commissie Beeldkwaliteit omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning cultuurhistorische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
Of de cultuurhistorische waarden op onaanvaardbare wijze worden aangetast zal worden beoordeeld aan de hand van de door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde toelichting op de bescherming van de 19e-eeuwse stadsuitleg. Deze toelichting is opgenomen in bijlage 4 van het raamwerk Nijmegen Centrum. Ter bescherming van het stadsgezicht is naast het bouwverbod, tevens een omgevingsvergunning voor slopen en het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden opgenomen. Voor het aanleggen van parkeerplaatsen dient bijvoorbeeld een omgevingsvergunning te worden aangevraagd. Het parkeren in de voortuinen binnen de 19e-eeuwse Stadsuitleg kan daarmee worden tegengegaan.
Omdat voor de bescherming van individuele monumenten en stadsbeeldobjecten al een regeling is opgenomen in de Monumentenwet en in de Monumentenverordening van de gemeente Nijmegen is hiervoor geen aparte (beschermende) regeling opgenomen in het bestemmingsplan.
Waterstaat-Waterkering (dubbelbestemming)
De dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering is opgenomen voor de kernzone en de beschermingszone van de waterkering langs de Waal. Op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd. Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Deze dubbelbestemming geldt alleen voor een gedeelte in het noorden van het plangebied.
algemene regels
Beeldende kunst
Bij de algemene regels is een regeling opgenomen ten behoeve van beeldende kunst. Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels onverkort van toepassing zijn.
(Bouw)werken ten algemenen nutte
Het oprichten van bouwwerken ten algemenen nutte, zoals: transformatorhuisjes, schakelhuisjes, bemalingsinrichtingen, gasdrukregel- en meetstations, straatmeubilair, infiltratievoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van koude- en warmteopslag, wachthuisjes voor verkeers- en parkeerdiensten, haltes, openbare toiletvoorzieningen en schuilgelegenheden, is, onder voorwaarden, binnen alle bestemmingen toegestaan. De regels van de dubbelbestemmingen en algemene aanduidingsregels zijn onverkort van toepassing.
Jongerenontmoetingsplaatsen
Er is regeling opgenomen dat Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn ontheffing te verlenen ten behoeve van jongerenontmoetingsplaatsen binnen de bestemmingen Groen, Verkeer of Maatschappelijk. Er moet dan aan een aantal voorwaarden zijn voldaan.
Ondergronds bouwen
Bij deze algemene regel staan de regels voor ondergronds bouwen aangegeven. Bij alle bestemmingen is ondergronds bouwen toegestaan, met dien verstande dat de dubbelbestemmingen onverkort van toepassingen blijven. Ondergrondse parkeervoorzieningen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan.
Milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied
Bij de algemene regels is een regeling opgenomen ten behoeve van het grondwaterwingebied en -beschermingszone Nieuwe Markt. De grondwaterwinning zal in 2015 worden beƫindigd. De nu aanwezige 25-jaarszone zal worden ingekrompen tot een 10-jaarszone, die op termijn nog verder zal inkrimpen. In dit bestemmingsplan is voor de 10-jaarszone de aanduiding 'milieuzone-grondwaterbeschermingsgebied' opgenomen. Binnen deze aanduiding is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren (vml aanlegvergunning). Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen wanneer door beƫindiging van de waterwinning de aanduiding "Milieuzone-Grondwaterbeschermingsgebied" geheel of gedeeltelijk kan komen te vervallen.
Veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen
Binnen de gebiedsaanduiding veiligheidszone-vervoer gevaarlijke stoffen zijn nieuwe zeer kwetsbare objecten niet toegestaan. Onder zeer kwetsbare objecten wordt een object dat bestemd is voor groepen beperkt zelfredzame personen verstaan. Van beperkte zelfredzaamheid is sprake wanneer personen in geval van een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen, zoals kinderen, ouderen, gehandicapten en gedetineerden. Voorbeelden van zeer kwetsbare objecten zijn grote zorgcomplexen, ziekenhuizen, detentiecentra, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, basisscholen en begeleid wonen met 24-uurszorg. Deze gebiedsaanduiding is opgenomen voor een zone van 200 meter vanaf het spoor.
Zoekgebied-parkeergarage
Deze aanduiding is opgenomen ten behoeve van de parkeergarage Hezelpoort. Binnen deze aanduiding mag een parkeergarage worden gebouwd met een maximum van 900 parkeerplaatsen met bijbehorende voorzieningen zoals in- en uitritten, fietsenstallingen en groenvoorzieningen.