direct naar inhoud van Artikel 9 Gemengd - 8
Plan: Nijmegen Centrum - Stationsomgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP5500-VG01

Artikel 9 Gemengd - 8

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 8' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. atelier, bioscoop, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool, muziektheater, theater, poppodium, dienstverlening, kantoren en wonen, met dien verstande dat nieuwe geluidsgevoelige functies alleen zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de Wet geluidhinder;
  • b. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  • c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en overkappingen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.

9.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel 9.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. De woningen mogen vanaf een hoogte van 24.00 meter boven N.A.P. worden gerealiseerd;
  • c. de goot- en bouwhoogte wordt gemeten ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn';
  • d. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
  • e. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' geldt de volgende bepaling: aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen aan- en uitbouwen worden gebouwd tot maximaal 3 meter achter de achtergevellijn. Bestaande legale aan- en uitbouwen dieper dan 3 meter achter de achtergevellijn mogen worden vernieuwd of veranderd, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot;
  • f. binnen het 'bouwvlak' dient een inpandige fietsenstalling te worden gerealiseerd met minimaal 3000 plaatsen;
  • g. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat:
    • 1. aangrenzend aan de hoofdbebouwing mogen ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals (brand)trappen, keldertoegangen, koekoeken, luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 2 meter;
    • 2. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • h. bij de realisering van de in deze bestemming toegelaten geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies moet worden voldaan aan de voorkeurswaarde uit de Wet geluidhinder. Als de geluidsbelasting hoger is dan de voorkeurswaarde mogen geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies alleen worden gerealiseerd als voldaan wordt aan de van toepassing zijnde vastgestelde hogere waarde en de daarin opgenomen voorwaarden;
  • i. bij de realisering van de in deze bestemming toegelaten geluidsgevoelige bestemmingen en/of functies mogen vanwege het emplacement, op de gevel achter het gallerijscherm dan wel op de gevel achter het geïntegreerde geluidscherm in de gevel de volgende waarden niet worden overschreden (uitgaande van een berekening volgens methode II.8 volgens de Handleiding meten en rekenen industrielawaai):
    • 1. langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) aan de westgevel 50 dB(A) etmaalwaarde;
    • 2. langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) aan de noordgevel 50 dB(A) etmaalwaarde;
    • 3. langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) aan de zuidgevel 55 dB(A) etmaalwaarde;
    • 4. maximaal geluidniveau (LAmax) aan de westgevel 70 dB(A) (dag-, avond- en nachtperiode);
    • 5. maximaal geluidniveau (LAmax) aan de noordgevel 70 dB(A) (dag-, avond- en nachtperiode);
    • 6. maximaal geluidniveau (LAmax) aan de zuidgevel 70 dB(A) (dag-, avond- en nachtperiode);
  • j. in de woningen mag het maximale piekniveau vanwege het emplacement niet hoger zijn dan 45 dB(A) (dag-, avond- en nachtperiode);
  • k. wanneer een woning geen slaapkamer aan de geluidluwe zijde heeft moet bij tenminste één slaapkamer een geluidbuffer en/of geïntegreerd geluidscherm in de gevel het geluid reduceren tot een geluidluwe situatie. De volgende eisen worden aan de geluidbuffer en/of geïntegreerd geluidscherm in de gevel gesteld:
    • 1. ter plaatse van het te openen deel van de slaapkamer mag de geluidsbelasting niet meer bedragen dan een Lvl,cum van 48 dB (gecumuleerde geluidsbelasting vanwege gezoneerde bronnen volgens de Wet geluidhinder, inclusief busstation en inclusief emplacement);
    • 2. ter plaatse van het te openen deel van de slaapkamer mag de geluidsbelasting niet meer bedragen dan een Lrl,cum van 55 dB (gecumuleerde geluidsbelasting vanwege gezoneerde bronnen volgens de Wet geluidhinder, inclusief busstation en inclusief emplacement);
  • l. voor studentenwoningen die geen buitenruimte aan een geluidluwe zijde hebben geldt dat er een collectieve buitenruimte mag worden gecreëerd waar de geluidsbelasting niet hoger is dan navolgende waarden:
    • 1. de voorkeurswaarde voor wegverkeer (48 dB per bron);
    • 2. 48 dB vanwege het busstation;
    • 3. de voorkeurswaarde voor railverkeer (55 dB per bron);
    • 4. een langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr, LT) van 50 dB(A) etmaalwaarde vanwege het emplacement.