direct naar inhoud van 5.3 Geluid
Plan: Nijmegen Woonpark Oosterhout 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP28000-VG01

5.3 Geluid

In het bestemmingsplan worden de functies in het plangebied (op)nieuw vastgelegd. Het gaat hier voornamelijk om een consoliderend bestemmingsplan. Middels dit bestemmingsplan worden er dus zo goed als geen nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen toegestaan. Voor de bestaande geluidsgevoelige functies hoeft geen akoestisch onderzoek te worden verricht, die zijn namelijk al mogelijk gemaakt middels een eerder bestemmingsplan en worden voortgezet. Alleen voor de nieuwe dan wel nog niet gerealiseerde geluidsgevoelige functies moet een akoestisch onderzoek worden verricht.

De Wet geluidhinder (Wgh) is van toepassing binnen de wettelijke vastgestelde zone van een weg. Wegen waarvoor een maximum toegestane snelheid geldt van 30 km/uur en die binnen een als woonerf aangeduid gebied liggen zijn niet gezoneerd en daardoor niet onderzoeksplichtig. De geluidsgevoelige functies liggen binnen de zones van de Griftdijk, Keizer Hendrik VI Singel en een deel van de Oude Groenestraat. Voor deze wegen is akoestisch onderzoek verricht. Ook liggen de geluidsgevoelige functies in de buurt van de Zegelringstraat, Terracottastraat, Annabellastraat en een deel van de Oude Groenestraat. Deze wegen zijn, volgens de Wet geluidhinder, niet gezoneerd omdat de maximum toegestane snelheid 30 km/uur bedraagt. Ondanks dat de wegen niet gezoneerd zijn, zijn deze wegen wel in het akoestisch onderzoek betrokken.

Op een drietal locaties maakt het bestemmingsplan nieuwe geluidsgevoelige functies, binnen de zone van een weg, mogelijk:

  • 2 locaties langs de Griftdijk;
  • 1 locatie op de hoek Griftdijk-Oude Groenestraat (Werkpark Oosterhout).

Uit de Wgh blijkt dat de voorkeurswaarde voor wegverkeer, in geval van woningen, 48 dB bedraagt. Ook voor andere geluidsgevoelige functies bedraagt die 48 dB; dat is terug te vinden in het Besluit geluidhinder (Bgh). Deze waarden mogen bij voorkeur niet worden overschreden. Als de voorkeurswaarde wordt overschreden kan onder voorwaarden een hoge waarde worden vastgesteld. In de Wgh, Bgh en “Beleidsregels Hogere Waarde(n) Wet geluidhinder” staan deze voorwaarden omschreven. Uit de Wgh blijkt dat de maximum toegestane geluidsbelasting voor wegverkeer, in geval van woningen, 63 dB bedraagt. Ook voor andere geluidsgevoelige functies bedraagt die 63 dB, blijkens het Bgh.

In de Beleidsregels Hogere Waarden Wet geluidhinder zijn voorwaarden opgenomen voor woningen. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan kunnen woningen worden gerealiseerd. In het kort zijn de voorwaarden als volgt:

  • er moet een ontheffingscriterium van toepasssing zijn;
  • de woning moet minimaal één geluidsluwe zijde hebben;
  • de buitenruimte(n) van een woning, die als verblijfsruimte worden gebruikt, moeten aan de geluidsluwe zijde liggen;
  • bij een grotere geluidsbelasting dan 53 dB vanwege wegverkeer gelden er indelingseisen.

De indelingseisen zijn als volgt:

  • verblijfsruimten van een woning moeten zoveel mogelijk aan de geluidsluwe zijde liggen;
  • ten minste één slaapkamer van een woning moet aan de geluidsluwe zijde liggen.

Uit akoestisch onderzoek blijkt dat ten gevolge van wegverkeer de voorkeurswaarde van 48 dB wordt overschreden en de maximum toegestane geluidsbelasting van 63 dB niet. Het bestemmingsplan maakt het realiseren van geluidsgevoelige functies mogelijk maar het is nog niet bekend hoe deze binnen de bouwvlakken worden gesitueerd. Voor woningen geldt dat de locatie zo kan worden ingericht dat aan de Beleidsregels Hogere waarde(n) Wet geluidhinder wordt voldaan. Voor geluidsgevoelige functies moeten hogere waarden worden vastgesteld. Verder moet bij de geluidsgevoelige functies worden voldaan aan de geluidweringseisen, zodanig dat voor de toegestane binnenwaarden minimaal wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit. Hierbij moet worden uitgegaan van de totale geluidsniveaus. In het kader van het bestemmingsplan is dit nog niet aan de orde; dit is pas in het kader van de omgevingsvergunning aan de orde.

In het verleden zijn eerder hogere waarden binnen het plangebied vastgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de besluiten waarin de eerder vastgestelde hogere waarden zijn opgenomen:

  • MW98.27016-6023025 van 14 juli 1998;
  • MW2000.9983 van 9 mei 2000, MW2000.9952 van 18 mei 2000 en MW2000.9983 van 4 augustus 2000;
  • MW2003.6927 van 13 februari 2003.

Bij het besluit MW98.27016-6023025 van 14 juli 1998 gaat het om de volgende waarneempunten/adressen:

  • Groenestraat 1;
  • Groenestraat 2;
  • Groenestraat 2a;
  • waarneempunt 37/38;
  • waarneempunt 39/40;
  • waarneempunt 46.

Bij de besluiten MW2000.9983 van 9 mei 2000, MW2000.9952 van 18 mei 2000 en MW2000.9983 van 4 augustus 2000 gaat het om de volgende waarneempunten:

  • waarneempunt 15;
  • waarneempunt 16.

Bij het besluit MW2003.6927 van 13 februari 2003 gaat het om de volgende locaties:

  • locatie 1;
  • locatie 3;
  • locatie 4.

De bijbehorende bijlagen zijn in hoofdstuk 9 (bijlage 2) van de toelichting van dit bestemmingsplan opgenomen.