direct naar inhoud van 4.2 Economie
Plan: Nijmegen Woonpark Oosterhout 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP28000-VG01

4.2 Economie

Coalitieakkoord 2010 – 2014 Werken aan een duurzame toekomst

Nijmegen werkt aan een duurzame en innovatieve economie, met werkgelegenheid die kansen en ontplooiingsmogelijkheden biedt voor al haar inwoners. Daarbij maken we optimaal gebruik van de sterke punten van de stad: de hoogopgeleide bevolking, de aanwezigheid van kennisinstellingen, de kritische geest, de innovatie. Een goede bereikbaarheid is vanuit economisch perspectief belangrijk, omdat het een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor bedrijven is. Ook goede vestigingsfactoren voor bewoners spelen een rol, want 'werken volgt wonen'. Dus een goede woonomgeving, groen, culturele activiteiten en een bruisende stad zijn van belang voor onze economische ambitie.

In het economisch beleid nemen kennisintensieve bedrijvigheid en creatieve bedrijvigheid een steeds belangrijker plaats in. Semiconductors, Health en Technology, Energie en Milieu en Toerisme zijn de speerpunten.

Beleid ontwikkeling kantoren

Met betrekking tot kleinschalige kantoren geldt het beleid zoals vastgesteld in 2001. In dat raadsbesluit is vastgelegd de vraag naar kleinschalige kantoren als volgt te accommoderen:

  • tot 1000 m² toestaan langs singels en hoofdradialen in Nijmegen;
  • tot 1500 m² kan in het kader van behoud van waardevolle panden een omzetting naar kantoorbestemming plaatsvinden;
  • tot 500 m² is een kantoorvestiging overal toegestaan.

Voor dit plangebied geldt met name de laatste regeling voor kleinschalige kantoren tot 500 m². Voor de vraag tot 500 m2 kan worden voorzien in woonwijken. Hierbij dient een afweging te worden gemaakt of de nieuwe kantoorfunctie bijdraagt aan een evenwichtige ontwikkeling van de wijk gelet op verkeersdruk, parkeerdruk, milieuwetgeving, etc. Vertrekpunt is het beperken van de overlast voor de buurt. Het is niet toegestaan om woningen volledig als kantoor te gebruiken, maar een kantoor aan huis is (onder beperkende voorwaarden) wel mogelijk.

Beleid ontwikkeling detailhandel

Detailhandelstructuur Nijmegen Noord (maart 2005)

In 2004 is er onderzoek gedaan naar de gewenste detailhandelsstructuur in de Waalsprong. Hieruit is per deelgebied een analyse gemaakt van de grootte van het winkelcentrum in bedrijfsvloeroppervlak (bvo) en de gewenste functie van de verschillende centra. Op 15 maart 2005 heeft het college de gewenste detailhandelsstructuur voor Nijmegen Noord vastgesteld. Dit houdt in:

  • qua typologie/karakteristiek een hoofdwinkelcentrum in het Centrumgebied (Citadel), een nieuw buurtwinkelcentrum in Oosterhout en een fullservicesupermarkt annex klein buurtwinkelcentrum in Lent-Oost;
  • volgens de huidige inzichten een omvang van 20.000 m² bvo voor het hoofdwinkelcentrum (marge van circa 3.000 m² naar boven en beneden (afhankelijk van o.a. goede bereikbaarheid, lay-out winkelcentrum en marktomstandigheden)), van circa 3.000 m² BVO voor het nieuwe buurtwinkelcentrum in Oosterhout en van 1.500-1.800 m² BVO voor de fullservicesupermarkt/het kleine buurtwinkelcentrum in Lent-Oost.

Wanneer ook de Vossenpels ontwikkeld wordt, kan de supermarkt in Lent-Oost (Vrouwe Udasingel) uitgroeien tot 1.800 m² bvo. De supermarkt heeft een functie voor de deelgebieden van de Waalsprong ten oosten van de Prins Mauritssingel, maar ook voor de inwoners van het dorp Lent.

Strategische notitie Detailhandel in uitvoering (juli 2005) en Regionaal Plan Stadsregio

Grootschalige en perifere detailhandel

De gemeente Nijmegen gaat terughoudend om met vestiging van grootschalige en/of perifere detailhandel buiten de traditionele winkelgebieden. Het is de bedoeling dat grootschalige detailhandelsformules bij voorkeur worden ingepast in de bestaande winkelstructuur.
In de strategische notitie is een aantal locaties aangewezen die kansrijk zijn voor de ontwikkeling van grootschalige en perifere detailhandel. Voor Nijmegen Noord is voor de lange termijn (na 2015) Knoop Ressen als geschikte locatie genoemd. Met betrekking tot de knoop Ressen wordt nagedacht over een ontwikkeling met grootschalige detailhandel gericht op een bepaald thema.

Beleid ontwikkeling horeca

Horecabeleid (oktober 2007)

Het nieuwe horecabeleid is 31 oktober 2007 door de Raad vastgesteld. Met betrekking tot horeca is in de Horecanota 'Eten en drinken in Nijmegen', een ruimtelijk-economische visie op de Nijmeegse horeca (januari 2006), een onderscheid gemaakt tussen horeca in het stadscentrum en horeca buiten het stadscentrum. Horeca in Woonpark Oosterhout valt in deze laatste categorie. De beleidslijn voor de horeca voor de Nijmeegse wijken buiten het stadscentrum is steeds geweest dat horeca de ruimte krijgt, mits het een aanvulling betreft op het bestaande aanbod en gericht is op de bewoners van die wijk.

Beleidsnotitie Ondersteunende horeca (vastgesteld in 2001)

Naast bedrijven met een horecabestemming, is het mogelijk dat in panden met een andere bestemming, ondersteunende horeca plaatsvindt. Deze ondersteunende horeca is echter aan beperkingen onderhevig, die in de regels van het bestemmingsplan zijn opgenomen.

Buurteconomie

Een van de speerpunten van het Nijmeegse economische beleid is het terugbrengen van economische activiteiten naar de stad én de wijken. Hierbij gaat het met name om de vestiging van kleinschalige (ambachtelijke) ondernemingen en het stimuleren van starters. Ruimtelijk kan dit zich uiten in:

  • ondernemen in / aan huis (met een maximum van 50 m2 oppervlakte);
  • behoefte aan woon-werkpanden;
  • economische herontwikkeling van kleinschalige bedrijvigheid.

De aard en omvang van de activiteiten moet uiteraard aansluiten bij de functie van de directe omgeving (wonen) en de behoefte. Gedacht dient te worden aan ambacht, nijverheid, financiële en zakelijke dienstverlening.

Bedrijventerrein

Bedrijventerreinen algemeen (2003)

Het Nijmeegs beleid over bedrijventerreinen is vastgelegd in de nota “Een andere kijk op Nijmeegse bedrijventerreinen” (2003). Kernpunten uit deze nota zijn zuiniger omgaan met de beschikbare ruimte en een relatie leggen met de behoefte van de aanwezige beroepsbevolking. Belangrijke uitgangspunten zijn:

  • Inzet op het vergroten van de werkgelegenheid voor laagopgeleide werknemers.
  • Tegelijkertijd inzet op het bevorderen van kennisintensieve en moderne industriële werkgelegenheid om de sterk groeiende groep hoger opgeleiden werkgelegenheid te bieden. Mogelijk plekken zijn Winkelsteeg en de Waalsprong.

Het thema van deze nota “meer werk op minder meter” is nog steeds van kracht. Dat wil zeggen dat er nog steeds ingezet wordt op intensivering van bestaande terreinen en inbreiding, voordat wordt overgegaan tot aanleg/ontwikkeling van nieuwe (regionale) bedrijventerreinen.

Regionaal Programma Bedrijventerreinen stadsregio Arnhem Nijmegen; 15 december 2011

Met de structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties uit 2010 herijkt de Provincie Gelderland het bedrijventerreinenbeleid op basis van nieuwe inzichten over de afnemende groei van de beroepsbevolking en de economie. Daarnaast zijn het toepassen van de SER ladder (eerst inbreiden dan uitbreiden), en een zorgvuldige planning en programmering ven bedrijventerreinen kenmerkend voor dit nieuwe beleid. In 2011 is op verzoek van de Provincie Gelderland een Regionaal Programma Bedrijventerreinen tot stand gekomen. In de stadsregio was sprake van een enorm overaanbod aan bedrijventerreinen. In het RPB zijn regionale afspraken gemaakt om dit overaanbod terug te dringen. Voor Nijmegen betekent dit dat er prioriteit mag worden gegeven aan bedrijventerrein de Grift en dat de nieuwe uitleglocatie in de A 73 zone “on hold” is gezet. Nieuwe uitbreidingsplannen voor bedrijventerreinen toevoegen is dus op dit moment niet aan de orde. Er is of komt voldoende bedrijventerrein op korte termijn beschikbaar (Bijsterhuizen, Mercuriuspark en Novio Tech Campus op Winkelsteeg) en er wordt prioriteit bij de ontwikkeling van bedrijventerrein de Grift in Nijmegen Noord gelegd.