direct naar inhoud van Artikel 22 Algemene wijzigingsregels
Plan: Landschapszone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP24000-OH01

Artikel 22 Algemene wijzigingsregels

22.1 Wijziging voor ontwikkelingslocaties

Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6.a van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming(en) wijzigen onder volgende voorwaarden:

22.1.1 Algemene voorwaarden
  • a. uitsluitend gronden binnen de op de kaart aangegeven aanduiding voor de wijzigingsbevoegdheid mogen worden gewijzigd;
  • b. de bestemmingen groen en water mogen worden gewijzigd in Wonen
  • c. per locatie dient sprake te zijn van een integrale planontwikkeling;
  • d. er mogen maximaal 45 waterwoningen per bestemmingsvlak worden gerealiseerd met bijbehorende (parkeer)voorzieningen.
  • e. het maximale bebouwde oppervlak is 13% van de gronden binnen de aanduiding.
  • f. goot- en bouwhoogte bedragen maximaal 10 meter.
  • g. de gronden binnen de bestemming groen mogen uitsluitend worden bebouwd ten behoeve van parkeren;
  • h. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer of het railverkeer op geluidgevoelige gebouwen mag niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde zoals bedoeld in de Wet Geluidhinder;
  • i. op basis van bodemonderzoek moet blijken, dat tegen woningbouw ter plaatse geen bezwaar bestaat;
  • j. op basis van een flora- en faunaonderzoek moet blijken dat er geen strikt beschermde dier- en plantsoorten voorkomen, die niet door mitigerende en compenserende maatregelen kunnen worden behouden;
  • k. bij de planuitwerking dienen de ambities, geformuleerd in de Kadernota Klimaat, te worden meegenomen;
  • l. op basis van een inrichtingsplan moet blijken dat voldoende parkeerruimte wordt voorzien op eigen terrein.
  • m. De parkeernorm bedraagt het gemiddelde van de minimale en maximale norm voor de functie, berekend op basis van de CROW norm (nr. 182) conform bijlage 1 van de voorschriften.