direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Nijmegen Ruimte voor de Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP21000-OH01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan Nijmegen Ruimte voor de Waal van de gemeente Nijmegen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0268.BP21000-OH01 met de bijbehorende regels (en bijlagen);

1.3 aanbouw:

een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat op de grond staat, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een aparte ruimte vormt die al dan niet vanuit het hoofdgebouw bereikbaar is;

1.4 aaneengebouwd:

bebouwing welke wordt gekenmerkt door aaneengesloten hoofdgebouwen;

1.5 aan huis verbonden beroepsactiviteiten:

een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;

1.6 aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten:

het verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), het voeren van administratie van bedrijfsactiviteiten die (behoudens genoemde administratieve werkzaamheden) niet ter plaatse worden uitgeoefend of het verstrekken van logies en ontbijt (bed and breakfast), waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend;

1.7 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.8 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.9 aanlegsteiger:

voorziening ten behoeve van het aanmeren van kano's en boten;

1.10 agrarische bedrijfsvoering:

een onderneming waar door toevoeging van arbeid en andere productiemiddelen plantaardige en/of dierlijke productie plaatsvindt;

1.11 appartement:

afzonderlijke woning in een groter gebouw;

1.12 archeologische deskundige:

bij de gemeente Nijmegen werkzame of door de gemeente Nijmegen aangewezen inhoudelijk deskundige op het gebied van archeologie;

1.13 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.14 bed and breakfast:

een activiteit waarbij het verstrekken van logies en ontbijt plaatsvindt in de woning en ondergeschikt is aan de woonfunctie;

1.15 bestaand:
  • a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning;
  • b. bestaand gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
1.16 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.17 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.18 bevoorradingsverkeer

gemotoriseerd verkeer uitsluitend bedoeld voor het bevoorraden van de seizoensgebonden horeca, seizoensgebonden culturele, sociaal-recreatieve en milieueducatieve functies of toegestane evenementen;

1.19 bijgebouw:

een vrijstaand, in functioneel en bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel dat op de grond staat en alleen is bedoeld en ingericht ten behoeve van (huishoudelijke) berging, hobby- en/of stallingruimte;

1.20 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.21 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.22 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.23 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.24 bouwperceelgrens:

een grens van een bouwperceel;

1.25 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.26 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.27 co-werken

inspirerende omgeving waar mensen werken, elkaar ontmoeten en ervaringen uitwisselen;

1.28 culturele en ontspannende activiteit:

een seizoensgebonden activiteit inhoudende theatervoorstellingen, beachvolleybaltoernooi, kleinschalige muzikale vertoningen, dans, filmvoorstellingen, sportdemonstraties, tentoonstellingen en/of kunstuitingen;

1.29 equivalente geluidsniveau

het energetisch gemiddelde van de fluctuerende geluiddrukniveaus van het ter plaatse gedurende een bepaalde periode optredende geluid;

1.30 evenement:

een activiteit, inhoudende concerten, culturele voorstellingen, openlucht filmvertoningen, sporttoernooien, kindervakantiekampen/bouwdorpen en dergelijke, met uitzondering van evenementen die een hoog risicoprofiel hebben zoals dance gerelateerde evenementen

1.31 extensief recreatief en educatief medegebruik:

niet bedrijfsmatig recreatief en/of educatief gebruik dat in de openlucht plaatsvindt en geschiedt tussen zonsopgang en zonsondergang en niet gericht is op het verstrekken van nachtverblijf, zoals picknicken en wandelen;

1.32 figuur "relatie"

op de verbeelding opgenomen verbinding tussen aanduidingen die benadrukt dat er onlosmakelijke samenhang is;

1.33 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.34 geluidsgevoelige functies:

geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten:

geluidsgevoelige gebouwen

  • a. woningen;
  • b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
  • 1. onderwijsgebouwen;
  • 2. ziekenhuizen;
  • 3. verpleeghuizen;
  • c. de volgende andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen:
  • 1. verzorgingstehuizen;
  • 2. psychiatrische inrichtingen;
  • 3. medische centra;
  • 4. poliklinieken, en
  • 5. medische kleuterdagverblijven;

geluidsgevoelige terreinen

  • I. terreinen die behoren bij de in het vorengaande onder b bij nummer 4 bedoelde 'andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen', voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
  • II. woonwagenstandplaatsen;
1.35 gestapeld:

een woning in een woongebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat;

1.36 hoofdgebouw(en):

gebouw of gebouwen, die op een bouwperceel door zijn/hun aard, constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk(en) is/zijn aan te merken;

1.37 hoofdgeul:

de Waal als stroomvoerende rivier exclusief de te realiseren nevengeul en bestaande strangen;

1.38 Hoogwaardig openbaar vervoer

een vorm van openbaar vervoer die gepositioneerd kan worden tussen de traditionele bus en trein, waarbij de nadruk ligt op het snel en betrouwbaar en comfortabel vervoeren van passagiers over vrijliggende HOV-infrastructuur;

1.39 hoogwaterbestendig:

een gebouw dat, gezien de hoogte van het maaiveld waarop het gebouwd is, onder invloed kan komen van stromend rivierwater (hoogwater) en kan opdrijven, en waarbij de installaties behorende bij dit gebouw ook bij hoogwater veilig kunnen functioneren en de bereikbaarheid van het gebouw door steigers of dijken gegarandeerd is;

1.40 hoogwatervluchtplaats:

gebied dat bedoeld is als vluchtplaats voor levende have in geval van hoogwater;

1.41 horecabedrijf:

een bedrijf of instelling zoals genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 1), waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca;

1.42 intensieve veehouderij:

agrarische bedrijfsvoering welke niet, of overwegend niet, afhankelijk is van de bij het bedrijf behorende gronden als agrarisch productiemiddel;

1.43 kampeerterrein:

terrein bedoeld voor recreatief verblijf en overnachten;

1.44 kwelvoorziening:

waterstaatkundige voorziening al dan niet in de vorm van een bouwwerk, bedoeld voor het tegengaan van kwel, zoals een waterkerend scherm;

1.45 landschappelijke waarden:

waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang;

1.46 maatschappelijke voorzieningen:

het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen, uitvaartcentrum en bibliotheek;

1.47 nachtelijke party

bedrijfsmatig opgezet feest dat plaatsvindt in de nachtelijke uren waarbij intensief wordt gedanst, zoals bijvoorbeeld een house- of danceparty;

1.48 natuurlijke waarden:

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied;

1.49 ondergronds bouwwerk:
  • a. een (gedeelte van een) gebouw dat gelegen is onder het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw, waarbij de hoogte van die begane grondvloer nergens hoger ligt dan 0,25 m boven het aansluitende maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. een zelfstandig voor mensen toegankelijk bouwwerk waarvan de bovenkant nergens hoger is dan het maaiveld van het bouwperceel ter plaatse van dat bouwwerk;
1.50 ondergrond:

voor de ondergrond van het plan is gebruik gemaakt van het bestand BP21000_GBKN20110214.dxf;

1.51 ondersteunende horeca:

horeca waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit en daaraan ondergeschikt is;

1.52 overkapping:

een op de grond staand, afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw;

1.53 pad:

wandel- en/of fietspad;

1.54 PA-systeem/ PA systemen

een P.A. is een vakterm waarmee de geluidsinstallatie bedoeld wordt die de muziek (bijvoorbeeld een concert) gaat versterken voor het publiek. Het is een afkorting voor de engelse term "Public Address";

1.55 partycentrum:

een bedrijf waar het houden van feesten en partijen met een besloten karakter middels het verhuren van (delen van) de accommodatie centraal staat, voor een van tevoren in omvang bekend staande groep van personen waarbij tevens het verstrekken van drank en maaltijden voor consumptie ter plaatse mogelijk is;

1.56 passantenhaven:

een aanmeervoorziening met bijbehorende gronden waar gelegenheid wordt gegeven voor het voor een korte periode aanleggen of aanmeren van overwegend pleziervaartuigen;

1.57 recreatievaart:

waterrecreatie of watersport met gebruikmaking van een pleziervaartuig, niet zijnde beroepsvaart;

1.58 recreatieve voorzieningen:

op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin;

1.59 schuilgelegenheid:

een tijdelijk gebouw of overkapping van geringe omvang en hoogte, uitsluitend bedoeld als onderkomen tijdens slecht weer, niet zijnde een vogelkijkhut;

1.60 seizoensgebonden:

gebruik van gronden of bouwwerken dat plaatsvindt uitsluitend in de periode van 1 mei tot en met 30 september;

1.61 seksinrichting:

een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar;

1.62 soundcheck:

Het testen van de geluidsinstallatie en het inregelen van de muziekinstrumenten;

1.63 staat van horeca-activiteiten:

een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van horecabedrijven;

1.64 straatmeubilair:

de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, fietsenstallingen, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, abri's en dergelijke;

1.65 terras:

een buiten een gebouw gelegen gebied, waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of etenswaren verstrekt;

1.66 tijdelijk:

een bouwwerk dat uitsluitend aanwezig is in de periode van mei tot en met september;

1.67 twee-onder-één kap woningen:

blokken van twee aaneengebouwde woningen;

1.68 uitbouw:

een op de grond staand en aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting betreft van een in het gebouw gelegen ruimte;

1.69 veerhaven:

voorziening bedoeld voor het aanmeren van een veerpont;

1.70 verblijfsgebied:

een gebied bedoeld voor verblijfsmatige functies, zoals terrassen, een markt, kleinschalige evenementen zoals een braderie, openlucht muziekvoorstellingen, en dergelijke;

1.71 Vierdaagsefeesten

jaarlijks terugkerend evenement over 7 aaneengesloten dagen, in de derde week van juli, behorende bij de Vierdaagse wandeltocht;

1.72 vissteiger:

een bouwwerk, niet zijnde beschoeiingen, kennelijk bedoeld als voorziening ten behoeve van de vissport. In ieder geval niet ten behoeve van het aanmeren van motorboten;

1.73 vrijstaande woning:

een woning zonder gemeenschappelijke wand met een andere woning;

1.74 waterhuishouding:

de wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich verplaatst, wordt gebruikt, wordt verbruikt, wordt tegengehouden en wordt afgevoerd;

1.75 waterhuishoudkundige voorziening:

een bouwwerk of een werk, geen bouwwerk zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding, zoals dijken, duikers, watergangen, waterbergingen, sluizen, gemalen, waterkerende schermen, pipingschermen en dergelijke;

1.76 wonen:

de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen;

1.77 woning:

een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen.