Plan: | Nijmegen Kern Lent - Visveld |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP19000-OH01 |
Bij de onderstaande uitwerkingen van het thema externe veiligheid is ervan uitgegaan dat het bestemmingsplan Kern Lent - Visveld overwegend conserverend van aard is.
Binnen de externe veiligheid spelen twee begrippen een belangrijke rol: Plaatsgebonden risico en Groepsrisico.
Plaatsgebonden risico (PR)
Het plaatsgebonden risico wordt gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon dodelijk getroffen wordt door een ongeval ten gevolge van een activiteit met gevaarlijke stoffen indien deze persoon zich permanent en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt.
Groepsrisico (GR)
Het groepsrisico geeft aan wat de kans per jaar is op een ongeval met 10 of meer dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde activiteit.
Met betrekking tot externe veiligheid kunnen twee typen risico's worden onderscheiden:
ad a. Inrichtingen en bedrijven
Het gestelde onder a. wordt geregeld in het "Besluit externe veiligheid inrichtingen" (Bevi). Dit besluit kent een nadere verdeling naar plaatsgebonden risico's (PR) en groepsgebonden risico's (GR). Voor wat betreft het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden als toetsingswaarden (ijkpunten) aangegeven, het groepsrisico wordt getoetst aan de zogenaamde oriënterende waarden. Van de oriënterende waarde kan eventueel in voorkomende gevallen worden afgeweken. Hieraan dient wel een Collegebesluit ten grondslag te liggen waarin de onderbouwing van de afwijking is opgenomen (verantwoordingsplicht groepsrisico). Voorafgaand aan het Collegebesluit stelt het bevoegd gezag het bestuur van de Regionale Brandweer in de gelegenheid advies uit te brengen met betrekking tot het groepsrisico.
ad b. vervoer van gevaarlijke stoffen over transportwegen
Met betrekking tot de externe veiligheid voor wat betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over de transportassen binnen de gemeente Nijmegen in het zuidelijk deel van het Waalspronggebied, is het rapport “Ruimte voor de Waal – Nijmegen, Achtergrondrapport Externe Veiligheid”, van 1 oktober 2010 maatgevend.
Toepassing dient te worden gegeven aan het Bevi. In Artikel 5 lid 1 van het besluit staat omschreven: “Het bevoegd gezag neemt bij de vaststelling van een besluit als bedoeld in de artikelen 10, 11, eerste en tweede lid, 15, 17, eerste lid, 19, eerste, tweede en derde lid, 28, 37, 39b en 40, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en van een besluit tot het verlenen van vrijstelling als bedoeld in artikel 11 van de Woningwet, op grond waarvan de bouw of vestiging van kwetsbare objecten wordt toegelaten, de grenswaarde, genoemd in artikel 8, eerste lid, en de afstanden krachtens artikel 8.40 van de wet in acht. Het artikel 5 lid 1 betekent concreet dat een berekening naar het Plaats- en Groepsgebonden risico moet worden uitgevoerd en de waarden getoetst moeten worden aan de grens- cq voorkeurswaarden. Het besluit is van toepassing op risicovolle bedrijven, waaronder LPG-tankstations, BRZO-bedrijven, koel- of vriesinstallatie(s) met een inhoud van meer dan 1500 kg ammoniak, etc.
Een inrichting waarop het besluit van toepassing zou zijn is binnen het plangebied niet aanwezig. Ook buiten het plangebied zijn geen inrichtingen gelegen waarvan de invloedssfeer tot in het plangebied reikt.
Algemeen
Binnen en nabij het plangebied zijn de volgende potentiële risicobronnen aanwezig met betrekking tot het vervoer/transport van gevaarlijke stoffen:
Vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor
Algemeen
Het plangebied ligt in de directe nabijheid van de spoorlijn Nijmegen - Arnhem. Hierover vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Met betrekking tot deze risico's is op 24 oktober 2008 het rapport “Externe veiligheid spooromgeving Waalspronggebied” verschenen, welke is gebruikt als onderlegger voor het rapport “Ruimte voor de Waal – Nijmegen, Achtergrondrapport Externe Veiligheid”, van 1 oktober 2010.
Zoals eerder vermeld, worden de optredende risico's vanuit externe veiligheid onderverdeeld in:
a. Plaatsgebonden risico (PR)
b. Groepsrisico (GR)
Plaatsgebonden risico
Uit de bovenaangehaalde rapportage blijkt dat er geen PR risicocontour gevonden kan worden voor de waarde 10-6/jr., wel voor 10-7/jr. en 10-8/jr. Het PR vormt dus geen beperking vormt voor de planvorming.
Groepsrisico
Uit de rapportage blijkt ook dat momenteel binnen het afwegingsgebied (tot 200 meter van de route c.q. het tracé) de oriënterende waarde wordt overschreden naar aanleiding van de bouwplannen in het Waalspronggebied. Uiteindelijk zal dit in 2020 resulteren in een overschrijding van 1,08 maal de oriënterende waarde GR.
Plangebied
In het invloedsgebied, waarin ook het westelijk deel van het plangebied Kern Lent - Visveld ligt, is een nieuwe invulling voor wat de ruimtelijke ordening betreft wel toegestaan (omdat het buiten de PR risicocontour ligt) maar is de dichtheid van bebouwing/de aanwezige aantallen aanwezigen problematisch vanwege de uiteindelijke hoogte van het GR. Indien het bestemmingsplan wordt gewijzigd zal hier dan ook een afweging over moeten volgen. Dit is in het bijzonder van belang in verband met aspecten van zelfredzaamheid, hulpverlening en rampbestrijding. Het begrip oriënterende waarde houdt tevens in dat het bevoegd gezag daarvan gemotiveerd kan afwijken. Het bevoegd gezag besluit mede op grond van de toetsing of er risicoreducerende maatregelen toegepast moeten worden. Er moet sprake zijn van een openbare en goed inzichtelijke belangenafweging, waarin moet zijn aangegeven waarom in het specifieke geval eventueel een bouwplan toch gerealiseerd kan worden. De uitkomst van de afweging is vatbaar voor beroep.
Met betrekking tot het bestemmingsplan wordt opgemerkt dat het plan vooralsnog binnen de invloedszone van 200 meter vanaf het hart van de spoorlijn alleen conserverende bestemmingen kent, en die leiden niet tot een verhoging van het in de bedoelde zone aantallen aanwezige personen.
Er zal daarom ook geen toename plaatsvinden van het groepsrisico (GR) ten gevolge van het bestemmingsplan.
Verantwoording groepsrisico vervoer over het spoor
Onderstaand worden de voor dit plan relevante onderdelen vermeld:
Beschrijving huidig en toekomstig groepsrisico
Bronmaatregelen en RO-maatregelen
De mogelijkheden tot beperking van het groepsrisico, zowel nu als in de toekomst (periode van tien jaar), met betrekking tot het vervoer en de ruimtelijke ontwikkelingen en de voor- en nadelen hiervan.
Beheersbaarheid
De mogelijkheden van de voorbereiding op de bestrijding van en de beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval als bedoeld in artikel 1 van de Wet rampen en zware ongevallen.
Zelfredzaamheid
De mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de route of het tracé om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaar ongeval voordoet.
Ad a.
Het resulterend groepsrisico van het spoor volgend uit de verwachte transporten gevaarlijke stoffen over dit spoor en de verwachte bevolkingsgroei in verband met de ontwikkeling van de Waalsprong zal uiteindelijk in 2020 resulteren in een groepsrisico van 1,08 maal de oriënterende waarde.
Ad b.
In 2002 is een inventariserend onderzoek gedaan naar de risico's met betrekking tot de Nijmeegse transportassen, “Bouwstenen voor een inhaalslag” uitgekomen 16 januari 2003. In dit rapport werd het groepsrisico nog bepaald op minder dan 0,5 maal de oriënterende waarde.
Ad c.
Het invloedsgebied van de spoorlijn betreft een strook van 200 meter ter weerszijden van de spoorlijn, gemeten uit het hart van het spoor.
Ad.d.
Het betreft hier een zeer beperkt deel van het plangebied van het bestemmingsplan Kern Lent - Visveld met een oppervlakte van ongeveer 3,6 ha. Het maximaal aantal aanwezigen betreft maximaal rond de 270 personen in de maatgevende nachtperiode, resulterend in dichtheid van 75 personen per ha. Gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan, zal er in de toekomst binnen de begrenzingen van dit plan geen significante stijging van de aantallen aanwezigen voordoen.
Ad.e.
Bij de berekening van het groepsrisico is rekening gehouden met de onderstaande vervoersstromen in spoorketelwagons.
Stofcategorie | Jaar 2008 | Jaar 2020 | |
A | Brandbare Gassen | 200 | 700 |
B2 | Toxisch gas (ammoniak) | 0 | 200 |
C3 | Brandbare vloeistoffen | 350 | 1050 |
D3 | Toxische vloeistoffen | 54 | 50 |
D4 | Zeer toxische vloeistoffen | 30 | 50 |
Opgemerkt wordt dat de verdeling tussen dag en nacht 33% / 67% is. Gezien de vervoersstromen en de aanwezigheid 's nachts is de nacht voor de berekeningen maatgevend.
Bij de bovenstaande tabel kan nog opgemerkt worden dat veruit de grootste bijdrage aan het groepsrisico geleverd wordt door de stofcategorie A Brandbare Gassen.
Ad.f.
Onder Ad.e. is in de tabel aangegeven wat de verwachte vervoersstromen in het jaar 2020 zullen worden. Op het vervoer van toxische vloeistoffen na zullen zich voor alle gevaarlijke stoffen stijgingen voordoen. De verwachte stijging van het groepsrisico wordt veroorzaakt door een toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen, gecombineerd met een grote stijging van de aantallen aanwezigen ten gevolge van het realiseren van de Waalsprong, waarbij ook binnen het invloedsgebied van de spoorlijn een aantal projecten zullen worden gerealiseerd. Daar heeft het onderhavige bestemmingsplan echter geen deel aan.
Ad.g.
Aangezien het plan conserverend van karakter is en slechts op een beperkt aantal locaties de bestemming wordt aangepast, echter wel aan het al langer bestaande gebruik, zal de planinvulling niet significant wijzigen. De thans aanwezige bebouwing is in zeer overwegende mate als kwetsbaar aan te merken. Dit wijzigt in de toekomst niet. Ook de legalisering van een al langere tijd aanwezig kinderdagverblijf op 180 meter van de spoorlijn met gelijktijdige realisering van een drietal woningen zal het groepsrisico niet kunnen beïnvloeden.
De hoogte van het groepsrisico zal ten gevolge van het bestemmingsplan in de toekomst niet wijzigen.
Op de onderwerpen bronmaatregelen en RO-maatregelen, beheersbaarheid en zelfredzaamheid wordt hierna ingegaan na het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid.
Advies Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
In het kader van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico, heeft de sector brandweer van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid op 30 augustus 2011 een advies uitgebracht. Daarin staat dat geen gebruik gemaakt zal worden van het adviesrecht in het kader van de verantwoordingsplicht groepsrisico, omdat het bestemmingsplan vanwege het conserverende karakter zeer minimale gevolgen zal hebben voor het risico. Het wordt daarom dan ook niet opportuun geacht om hiervoor een uitgebreide analyse van de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en zelfredzaamheid op te stellen. In overleg met de collega's van Brandweer Nijmegen wordt desalniettemin gewezen op de specifieke problemen voor de rampenbestrijding bij een calamiteit op het spoor. Deze mogelijkheden worden beperkt door slechte bereikbaarheid van incidenten op het spoor en het ontbreken van voldoende blus-/ koelwatervoorzieningen. Geadviseerd wordt deze beperkingen te beschouwen in het kader van de verantwoording van het groepsrisico.
Uit onze analyse blijkt dat, als gevolg van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor door Nijmegen, calamiteiten denkbaar zijn met zeer grote effecten ter hoogte van het plangebied. De kansen op dergelijke calamiteiten zijn echter zeer klein. De mogelijkheden voor de rampenbestrijding bij deze calamiteiten zijn beperkt. Voor de bestrijding van een calamiteit op het spoor geldt dat onvoldoende blus-/ koelwater beschikbaar is om escalatie van het maatscenario te voorkomen. Daarnaast is de bereikbaarheid van incidenten op het spoor onvoldoende en stijgt het aantal te verwachten slachtoffers boven de mogelijkheden van de geneeskundige hulpverlening uit. Ook de mogelijkheden tot zelfredding zijn niet optimaal. Daarnaast voert de gemeente Nijmegen in zijn algemeenheid geen actieve risicocommunicatiecampagne(s). Een dergelijke campagne, gericht op de bewoners en bedrijven in de spoorzone, kan een bijdrage leveren aan het verhogen van het risicobewustzijn en daarmee de zelfredzaamheid van deze personen. Ter verbetering van de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers, zijn in de analyse in de bijlage (geen onderdeel van deze weergave) mogelijke maatregelen benoemd. Hoewel deze maatregelen bijdragen aan het terugdringen van de risico's, kunnen de risico's niet tot nul worden gereduceerd. Ook na het treffen van de benoemde maatregelen kunnen zich calamiteiten voordoen waarbij de mogelijkheden voor de rampenbestrijding worden overstegen. Het is aan het bevoegd gezag dit risico expliciet te accepteren en in het ruimtelijk besluit te verantwoorden binnen de verantwoordingsplicht groepsrisico.
Onderstaand worden mogelijke maatregelen gegeven ter verbetering van de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers. Dit betreft een niet-limitatieve opsomming. Niet alle maatregelen zijn te treffen binnen de ruimtelijke procedure.
Reactie op het brandweeradvies
Met betrekking tot de bereikbaarheid van het spoor ter hoogte van het bestemmingsplan Kern-Lent/Visveld kan opgemerkt worden dat de bereikbaarheid van dit deel van het traject, voor zover niet meteen aangrenzend liggend aan het plan matig is te noemen. Echter zal dit onderwerp zijn van de ter plaatse nog te entameren bestemmingsplannen. Zij maken daarom ook geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan. Het onderhavige bestemmingsplan kan hierin dan ook niet voorzien omdat een mogelijke realisering hiervan niet dit plangebied betreft. Overigens wordt opgemerkt dat bronmaatregelen als bijvoorbeeld minder vervoer van gevaarlijke stoffen en bijvoorbeeld maatregelen aan wagenpark en spoor niet tot de mogelijkheden behoren omdat zij zich bevinden buiten de mogelijkheden van de gemeente Nijmegen om hierop invloed uit te oefenen.
Met betrekking tot het niet in voldoende mate aanwezig zijn van blus- en koelwatervoorzieningen kan opgemerkt worden dat in het plangebied op zich voldoende blus- en koelwatervoorzieningen aanwezig zijn, maar dat dit op de terreinen aanpalend aan de spoorlijn niet het geval is voor wat mogelijke calamiteiten op het spoor betreft. Echter zal dit onderwerp zijn van de langs het spoor zelf te entameren bestemmingsplannen. Een invulling met betrekking tot voldoende blusmiddelen langs het spoor kan daarom ook geen onderdeel uitmaken van dit bestemmingsplan. Het onderhavige bestemmingsplan kan hierin dan ook niet voorzien.
Binnen het plangebied ligt één locatie, op ongeveer 180 vanuit het hart spoor, waar al langere tijd een kinderdagverblijf is gevestigd. Deze wordt via de bestemming “Gemengd - 1" binnen het bestemmingsplan opgenomen. Er zal met betrekking tot de aanwezige begeleiders specifieke voorlichting worden verstrekt over de risico's van een calamiteit op het spoor en hen te (laten) informeren over hoe te handelen in geval van een incident bij het spoor (en de Prins Mauritssingel).
Met betrekking tot zelfredzaamheid kan opgemerkt worden dat, op enkele uitzonderingen na, de aanwezigen/bewoners van het plangebied niet als verminderd zelfredzaam kunnen worden aangemerkt. Bovendien zijn in het invloedsgebied van de spoorlijn de vluchtmogelijkheden in voldoende mate aanwezig, waaronder voldoende vluchtmogelijkheden die van de mogelijke risicobronnen wegleiden.
De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid is in samenwerking met alle regiogemeenten een risicocommunicatiecampagne gestart. Onder de naam “Gelderland-Zuid denkt vooruit” zijn er diverse tools ontwikkeld om de inwoners te informeren over de mogelijke risico's en zijn er voor de twee belangrijkste handelingsperspectieven, te weten vluchten en schuilen, instructiekaarten aangemaakt. Burgers ontvangen standaard een folder als zij inschrijven bij de burgerlijke stand. Deze campagne is inmiddels gestart. Deze folder zal ook standaard gestuurd gaan worden naar de bewoners/gebruikers van de panden in het plangebied van het bestemmingsplan, voor zover gelegen binnen de onderscheiden risicocontouren van de vervoersassen gevaarlijke stoffen.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over het water
Plaatsgebonden Risico
In de nabijheid van het plangebied ligt de rivier de Waal. Voor het plaatsgebonden risico (PR) geldt dat zowel voor de huidige situatie als voor de toekomstige situatie de 10-6 risicocontour voor de rivier niet kan worden bepaald, wel de 10-7 contour. Met het PR hoeft bij de invulling van dit plan geen rekening te worden gehouden.
Groepsrisico
Met betrekking tot het groepsrisico (GR) geldt dat in de huidige situatie binnen het beoordelingsgebied, tot 1000 meter vanaf het hart van de rivier, de oriënterende waarde GR nergens wordt overschreden. Zij is voor het verleden en thans bepaald op minder dan 10-2maal de oriënterende waarde. Een stijging naar aanleiding van het plan Kern-Lent/Visveld is uitgesloten, gezien de conserverende aard van het plan Ook de Waalsprongplannen in de nabijheid van Lent/Visveld zorgen niet voor een stijging van het GR voor 2020 en daarna.
Verantwoording groepsrisico vervoer over water
Onderstaand worden de voor dit plan relevante onderdelen vermeld:
Beschrijving huidig en toekomstig groepsrisico
Ad a.
Het resulterend groepsrisico van het vervoer over water volgend uit de verwachte transporten gevaarlijke stoffen over dit water en de verwachte bevolkingsgroei in verband met de ontwikkeling van de Waalsprong zal uiteindelijk niet resulteren in een overschrijding van de oriënterende waarde. Het groepsrisico is thans minder dan 10-2 maal de oriënterende waarde, en zal hier ook tengevolge van de realisering van de Waalsprong ook na 2020 niet bovenuitkomen. Ook kan opgemerkt worden dat het gehele plan Kern Lent - Visveld op meer dan 300 meter uit de as van de rivier ligt, en daarom de eventueel spaarzame te entameren ontwikkelingen, die overigens in dit plan niet op voorhand mogelijk worden gemaakt, een slechts zeer marginale invloed op het groepsrisico zullen hebben.
Ad b.
Uit het onderzoek “Ruimte voor de Waal – Nijmegen, Achtergrondrapport Externe Veiligheid”, van 1 oktober 2010, gedaan naar de risico's met betrekking tot de Nijmeegse transportassen in het zuidelijk Waalspronggebied is het groepsrisico bepaald op minder dan 10-2 maal de oriënterende waarde in 2007.
Ad c.
Het invloedsgebied van de rivier de Waal betreft een strook van 1000 meter ter weerszijden van de rivier, gemeten uit het hart van de rivier. Opgemerkt dient te worden dat buiten de 300 meter lijn vanuit het hart van de rivier ontwikkelingen binnen dit invloedsgebied het groepsrisico slechts marginaal kunnen beïnvloeden.
Ad.d.
Het betreft hier een deel van het totale plangebied Kern Lent - Visveld met een oppervlakte van ongeveer 64.6 ha. Het maximaal aantal aanwezigen betreft maximaal rond de 2900 personen in de maatgevende nachtperiode, resulterend in een dichtheid van 45 personen per ha. Gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan, zal er in de toekomst binnen de begrenzingen van dit plan geen significante stijging van de aantellen aanwezigen voordoen, en zeker niet in het beschouwde invloedsgebied omdat dit gebied niet of nauwelijks ontwikkelingspotentie heeft.
Ad.e.
Bij de berekening van het groepsrisico is rekening gehouden met de in de onderstaande tabel opgenomen vervoersstromen in tankschepen. Met betrekking to de toekomstige vervoersstromen is in onderstaande tabel rekening gehouden met het maximale groeiscenario als opgenomen in Bijlage 2 van de “Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen” (cRvgs).
Stofcategorie | Jaar 2007 | cRvgs, Bijlage 2 | |
GF3 | Zeer Brandbaar Gas | 1.195 | 2.135 |
GT3 | Toxisch Gas | 9 | 196 |
LF1 | Brandbare vloeistof | 9.497 | 9.882 |
LF2 | Zeer brandbare vloeistof | 6.764 | 13.958 |
LT1 | Zeer licht toxische vloeistof | 49 | 146 |
Ad.f.
Met de betrekking tot de verwachte verkeersstromen is in het bovenvermelde rapport rekening gehouden met het basisnet vervoer gevaarlijke stoffen als opgenomen in de “Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen”. Ondanks deze vanuit de optiek van Externe Veiligheid forse groei, valt niet te verwachten dat binnen afzienbare tijd een benadering van de oriënterende waarde van het groepsrisico zal plaatsvinden.
Ad.g.
Aangezien het plan conserverend van karakter is en slechts op een beperkt aantal punten de bestemming wordt aangepast, echter wel aan het al langer bestaande gebruik, zal de planinvulling niet significant wijzigen. De thans aanwezige bebouwing is in sterke mate als kwetsbaar aan te merken. Dit wijzigt in de toekomst niet. De hoogte van het groepsrisico zal tengevolge van het bestemmingsplan Kern-Lent/Visveld in de toekomst niet wijzigen.
Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg
In het plangebied is een route gevaarlijke stoffen aanwezig, de Prins Mauritssingel (voormalige A325).
Plaatsgebonden risico
Met betrekking tot het plaatsgebonden risico (PR) geldt dat voor de huidige situatie als voor de toekomstige situatie de norm van 10-6 niet kan worden bepaald, wel de 10-7 contour. Met het PR hoeft bij de invulling van dit plan geen rekening te worden gehouden.
Groepsrisico
Met betrekking tot het groepsrisico (GR) geldt dat in de huidige situatie de oriënterende waarde nergens wordt overschreden. Het bestemmingsplan zal gezien zijn conserverend karakter geen aanleiding zijn voor een eventuele overschrijding van de oriënterende waarden.
Verantwoording groepsrisico vervoer over de weg
Onderstaand worden de voor dit plan relevante onderdelen vermeld:
Beschrijving huidig en toekomstig groepsrisico
Ad a.
Het resulterend groepsrisico van het vervoer over de weg volgend uit de verwachte transporten gevaarlijke stoffen over de Prins Mauritssingel (voormalige A325) en de verwachte bevolkingsgroei in verband met de ontwikkeling van de Waalsprong zal uiteindelijk rond 2020 niet resulteren in een overschrijding van de oriënterende waarde. Het groepsrisico zal, afhankelijk van de planinvullingen elders (o.a. Citadel en de Schans), uiteindelijk uitkomen op tussen 5 en 6 x 10-2 maal de oriënterende waarde.
Ad b.
Uit de bovenvermelde analyse blijkt dat het GR thans ligt rond 5 x 10-2 maal de oriënterende waarde.
Ad c.
Het invloedsgebied van de Prins Mauritssingel betreft een strook van 200 meter ter weerszijden die weg.
Ad.d.
Het betreft hier een beperkt deel van het totale plangebied Kern-Lent/Visveld met een oppervlakte van ongeveer 21,7 ha. Het aantal aanwezigen betreft maximaal rond de 1220 personen in de maatgevende nachtperiode, resulterend in dichtheid van 56 personen per ha. Gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan zal er in de toekomst binnen de begrenzingen van dit plan geen significante stijging van de aantellen aanwezigen voordoen, en zeker niet in het beschouwde invloedsgebied omdat dit gebied niet of nauwelijks ontwikkelingspotentie heeft.
Ad.e.
Bij de berekening van het groepsrisico is rekening gehouden met onderstaande vervoersstromen in tankwagens per jaar.
Stofcategorie | Jaar 2007 | Jaar 2020 | |
GF3 | Brandbare Gassen | 130 | 130 |
LF1 | Brandbare vloeistoffen | 524 | 603 |
LF2 | Brandbare vloeistoffen | 492 | 566 |
De grootste bijdrage aan het groepsrisico wordt hierbij, ondanks de relatief geringe hoeveelheden ten opzichte van het totale vervoer van gevaarlijke stoffen over de Prins Mauritssingel, veroorzaakt door de brandbare gassen. Opgemerkt wordt voorts nog dat de mogelijke (beperkte) stijging van het groepsrisico in 2020 in hoofdzaak wordt veroorzaakt door de toename van de bebouwing in de Waalsprong.
Ad.f.
Met de betrekking tot de verwachte verkeersstromen is in het bovenvermelde rapport rekening gehouden met een groei van 0,0 % per jaar voor wat het vervoer van brandbare gassen betreft. Aangezien deze ondanks het relatief geringe aandeel in het totale transport veruit de grootste invloed heeft op het GR, zal de beperkte invloed van de brandbare vloeistoffen niet voor een significante toename van het GR kunnen zorgen.
Ad.g.
Aangezien het plan conserverend van karakter is en slechts op een beperkt aantal punten de bestemming wordt aangepast, echter wel aan het al langer bestaande gebruik, zal de planinvulling niet significant wijzigen ten opzichte van de bestaande toestand. De thans aanwezige bebouwing is in sterke mate als kwetsbaar aan te merken. Dit wijzigt in de toekomst niet. De hoogte van het groepsrisico zal tengevolge van het bestemmingsplan Kern-Lent/Visveld daarom in de toekomst niet wijzigen.
Conclusie verantwoording groepsrisico
Bij de beoordeling van risico's is de vraag aan de orde welke omvang van een ramp, gegeven de in dit plan zeer kleine kans hierop, nog aanvaardbaar is. Het gaat om de afweging van deze risico's tegen de maatschappelijke lusten en lasten. De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico is in deze afweging een ijkpunt. De groepsrisicoberekeningen in de rapportage “Ruimte voor de Waal – Nijmegen, Achtergrondrapport Externe Veiligheid”, van 1 oktober 2010 tonen het volgende aan:
In het bovenstaande zijn alle wegingspunten al opgevoerd. In het bijzonder uit het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid blijkt dat er van een beïnvloeding van dit bestemmingsplan op de veiligheidsrisico's geen sprake is, ook niet voor wat het vervoer over het spoor betreft.
Afgewogen moet ook worden dat het bestemmingsplan, en wel vooral in het beschouwde gebied, met betrekking tot de externe veiligheid een al gedurende jaren bestaande situatie in het dorp Lent betreft. Wijzigingen hierin zullen zeer kostbaar zijn en in geen verhouding staan ten opzichte van de te behalen winst op het punt externe veiligheid. Waarbij natuurlijk opgemerkt moet worden dat het vervoer over het water en de weg in feite niet/nauwelijks gewogen behoeven te worden vanwege hun zeer lage groepsrisico's.
Met betrekking tot de vermindering van de groepsrisico's worden, voor zover praktisch uitvoerbaar, de adviezen van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid zoveel mogelijk uitgevoerd. Daarmee wordt echter het risico niet teruggebracht tot nul, er blijft een restrisico bestaan.
Gezien echter het maatschappelijk belang van het vast te stellen bestemmingsplan zal dit moeten worden aanvaard.
Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen hebben kennis genomen van het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en vinden het groepsrisico in het geconsolideerde gebied, na het nemen van de maatregelen als opgenomen onder Verantwoording groepsrisico vervoer over het spoor, aanvaardbaar.