Plan: | Nijmegen Brakkenstein |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP16000-OH01 |
Vierde Nota Waterhuishouding
De hoofddoelstelling is: ”Het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd.” De doelstelling specifiek voor stedelijk water is: ”Stedelijke watersystemen zijn een belangrijke 'drager' voor stadslandschappen”. De NW4 benadrukt het afkoppelen van verhard oppervlak en het infiltreren van afstromend regenwater. Het doel is om in 2050 in bestaand stedelijk gebied 20% en in nieuw stedelijk gebied 60% van het verhard oppervlak afgekoppeld te hebben. Hierbij moet wel gelet worden op de aanpak van diffuse verontreinigingsbronnen (bedrijven, goten, wegen etc.).
Waterbeleid in de 21e Eeuw “Anders omgaan met water"
Water zal, meer dan nu het geval is, sturend zijn bij de ruimtelijke inrichting en grondgebruik in Nederland. Bij nieuwe ruimtelijke besluiten moeten de gevolgen voor veiligheid en wateroverlast expliciet in beeld worden gebracht in een aparte paragraaf in de nota van toelichting en onderdeel vormen van de integrale afweging (artikel 3.1.6 lid 1 sub b Bro). Een tweede aspect uit dit beleidsdocument is het hanteren van de trits “vasthouden, bergen en afvoeren” als strategie voor het tegengaan van wateroverlast. Hoger gelegen en/of bovenstrooms gelegen gebieden mogen niet langer hun waterproblemen afwentelen op lager gelegen, respectievelijk benedenstroomse gebieden.
Derde Gelders Waterhuishoudingsplan 2005-2009
Het waterbeleid van de provincie staat in het derde Waterhuishoudingsplan (WHP3). Het valt uiteen in beleid voor de lange en middellange termijn, en maatregelen die in de planperiode 2005-2009 genomen worden. De hoofdlijnen van de lange termijn tot 2030: veiligheid tegen hoogwater, droge voeten en water voor droge tijden, natte natuur, schoon water in gebieden, schoon water uit de kraan. Voor de middellange termijn tot 2015 is het beleid gebiedsgericht uitgewerkt in drie onderdelen: 1. Provinciebreed basisbeleid Veiligheid tegen hoogwater in de grote rivieren door de rivieren meer ruimte te geven. Inrichten van waterbergingsgebieden ter voorkoming van wateroverlast. Voorkomen van achteruitgang van de waterkwaliteit en bescherming van de waterhuishoudkundige functies. Het realiseren van de gewenste waterkwaliteit. Dankzij de Reconstructieplannen neemt het gebruik van pesticiden en meststoffen af door bijvoorbeeld extensivering van de veehouderij. 2. Aanvullend beleid in actiegebieden Voor een aantal waardevolle gebieden is aanvullend gebiedsgericht beleid. In deze actiegebieden wordt natuur ontwikkeld en de waterkwaliteit te verbeterd. Naast de wettelijk verplicht te ontwikkelen vogel- en habitatrichtlijngebieden, zijn als actiegebieden aangewezen: de Bommelerwaard, de Hierdense Beek, de Veldbeek, de Zuid-Veluwse Beken, Oost-Veluwezoom inclusief de Havikerwaard, het bekengebied rondom Winterswijk, de Graafschap, de Hatertsche Vennen en het Binnenveld. 3. Gebiedsgericht grondwaterbeheer Grondwater is in Gelderland de voornaamste bron van drinkwater en hoogwaardige industriële toepassingen. Verder is in het WHP3 aangegeven welke gebieden extra gevoelig zijn voor grondwateronttrekkingen. Deze kunnen de natte natuur aantasten, maar met onttrekkingen kan ook overlast kan worden bestreden. Uitvoering Het overgrote deel van de provinciale watermaatregelen wordt uitgevoerd door gemeenten en waterschappen. Het drinkwaterbedrijf , terreinbeheerders en agrariërs kunnen en ook bij betrokken zijn. Ook stimuleert de provincie de uitvoering in een aantal integrale projecten. In deze 'sleutelprojecten' regisseert de provincie de samenwerking tussen de verschilende betrokken partijen. Beleid afgestemd op functie Aan alle plekken in Gelderland is een maatschappelijke functie toegekend. Het beleid houdt rekening met die functies. In een landbouwgebied bijvoorbeeld moet het watersysteem aan andere vereisten voldoen dan in een natuurgebied, en voor het water in stedelijk gebieden gelden andere vereisten dan voor zwemwater. De functiekaart in het WHP3 laat zien welke functie een plek heeft. Kosten De totale kosten voor de uitvoering van het WHP3 bedragen naar schatting 200 miljoen euro. Voor de Gelderse waterschappen ten gevolge van het WHP3, is dat ca 100 miljoen euro. Het derde Waterhuishoudingsplan wordt eind 2009 opgevolgd door het Waterplan Gelderland 2010-2015. Het ontwerp Waterplan is in december 2008 vastgesteld. |
Voor het gehele plangebied geldt medebestemming 'grondwaterbeschermingsgebied' (25-jaarszone). Voor dit gebied geldt provinciale regelgeving ter bescherming van de grondwaterkwaliteit, ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. Dit zoals vastgelegd in het Gelders Milieuplan PMG, uit het Provinciaal Gelders Waterhuishoudingsplan. In tegenstelling tot een andere grondwaterwinning in het binnen-stedelijke gebied van de gemeente Nijmegen (Nw Marktstraat) is de Provincie bevoegd gezag voor de binnen dit plangebied gelegen grondwaterwinning Heumensoord. Voor dit gebied geldt het Stand Still/StepForward beginsel, hetgeen in par. 9.5 is uitgewerkt.
In de lijn van de Europese Kaderrichtlijn Water wil de provincie dat alle gemengde overstorten op regionale oppervlaktewateren worden gesaneerd. Daartoe moet elke verandering in de stedelijke waterketen en/of stedelijke herstructurering worden benut. Afkoppelen speelt daarin een belangrijke rol. Afkoppelen in waterwingebieden is verboden en in grondwaterbeschermingsgebieden toegestaan onder voorwaarde van een provinciale ontheffing (PGM).
Op deze wijze wordt de verplichte basisinspanning gehaald (zie convenanten met Waterschap Rivierenland en Rijkswaterstaat).
Integraal Waterbeheersplan Gelders Rivierengebied (IWGR-2)
De waterkwantiteits- en kwaliteitsbeheerders binnen het Gelders rivierengebied presenteren in dit plan hun beleid voor de periode 2002-2006. Het belangrijkste streven in dit plan is te komen tot 'ecologisch gezond' water, waar planten en dieren goed kunnen gedijen. Emissies vanuit de waterketen vormen hierbij een bedreiging.
In het IWGR-2 is het volgende beleid vastgesteld:
Voor het overstorten van gemengde stelsels in het stedelijk gebied zijn de volgende beleidsregels vastgesteld:
Dit waterbeheersplan is geldig tot 22 december 2009. Het zal dan vervangen worden door het Waterbeheerplan 2010-2015. Dit zal door het Waterschap naar verwachting eind oktober worden vastgesteld.
Waterplan - Gemeentelijk rioleringsplan 2005-2009
Het in juni 2001 vastgestelde Waterplan Nijmegen vormt voor de Nijmeegse waterpartners de inhoudelijke en procesmatige basis voor het samen werken aan een duurzame waterketen, een gezond veerkrachtig watersysteem en een aantrekkelijke leefomgeving in Nijmegen tegen de laagste maatschappelijke kosten. Het plan geeft vanuit een visie op de lange termijn (50 jaar) een beschrijving van het totale waterbeleid voor de middellange termijn (15 jaar) met een programma voor de eerste 5 jaar. Belangrijke doelstellingen zijn:
De doelstellingen uit het Waterplan zijn grotendeels overgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP)
Deelovereenkomsten waterplan (2003)
In 2003 zijn een drietal deelovereenkomsten met Rijkswaterstaat en het Waterschap Rivierenland afgesloten, waarin (financiële) afspraken zijn gemaakt over het bouwen en beheren van het zandfilter bij RWZI. Tevens is overeengekomen dat de eindtermijn voor realisatie van de basisinspanning riolering via het afkoppelen van hemelwaterafvoer verlengd is tot 2019 (emissie op de Waal).
Afkoppelbeleid
Het gemeentelijk beleid voor het afkoppelen van hemelwaterafvoer is opgenomen in vastgesteld beleid:
a) Nijmeegse bouwverordening (artikel 2.7.5.):
Bij bouwplannen moet het hemelwater in beginsel op eigen terrein geïnfiltreerd worden.
Ontheffing hierop is mogelijk bij kleinschalige uitbreidingen en wanneer infiltratie van hemelwater technisch of ruimtelijk niet wenselijk of mogelijk is.
b) Nota afkoppelen en infiltreren hemelwaterafvoer (mei 2008):
De nota bevat criteria voor het ontwerp en de aanleg van infiltratie- en afkoppelvoorzieningen op zowel particulier als openbaar terrein. De nota bevat tevens nadere criteria voor ontheffing op de infiltratieplicht uit de Nijmeegse bouwverordening.