Bijlage 3 Parkeernormen
Regels voor het bepalen van de parkeernormering bij bouwplannen
Hoofddoel van deze parkeernormen is dat de aanvrager van een bouwvergunning er alles aan doet om de parkeereis op eigen terrein te realiseren.
Basisdocument
Voor het bepalen van de parkeereis wordt gebruik gemaakt van de CROW-norm
Definities:
-
1. CROW-norm: publicatie 182 "Parkeerkencijfers - Basis voor parkeernormering" van het CROW,(3e druk, september 2008).
-
2. CROW-klasse: “sterk stedelijk”.
-
3. CROW-stedelijke zones:
-
a. zone 1: centrumgebieden,
-
b. zone 2: schil/overloopggebieden,
-
c. zone 3: rest bebouwde kom.
Ad 2a. Centrumgebieden (zone 1)
Binnenstad; Brabantse Poort; Heijendaal; Winkelsteeg; Centrum Waalsprong-gebied De grenzen van de centrumgebieden zijn weergegeven op onderstaande kaarten.
Wat betreft Winkelsteeg en Citadel Waalsprong dienen de grenzen nog vastgelegd te worden.
Ad 2b. Schil/Overloopgebieden (zone 2)
Iedere centrumzone heeft een overloopgebied. De grenzen van de overloopgebieden zijn weergegeven op ondeerstaande kaaretn
Wat betreft Winkelsteeg en Citadel Waalsprong dienen de grenzen nog vastgelegd te worden.
Ad 2c. Rest bebouwde kom (zone 3)
Dit zijn alle overige gebieden, niet zijnde zone 1 of zone 2
Wijze van toetsen en berekenen
-
1. Er wordt getoetst volgens het schema, zoals opgenomen achteraan deze Parkeernormen.
-
2. Er wordt een onderscheid gemaakt in vaste parkeerbehoefte (privé) en publieke parkeerbehoefte (aandeel bezoekers; openbaar).
-
3. In het centrumgebied van de binnenstad wordt voor nieuwe functies alleen de vaste parkeerbehoefte (privé) berekend. De publieke parkeerbehoefte (aandeel bezoekers; openbaar) wordt in dit deel van de stad opgelost in de openbaar toegankelijke parkeergarages. In de overige gebieden wordt met beide behoeften gerekend.
-
4. Voor het bepalen van het aantal parkeerplaatsen bij een bouwplan met een enkele functie wordt uitgegaan van de “gemiddelde” parkeerbehoefte volgens de CROW-norm.
-
5. Voor het bepalen van het aantal parkeerplaatsen bij bouwplannen met meerdere/verschillende functies wordt voor het bepalen van de parkeereis een
parkeerbalans opgesteld conform de in de CROW-norm voorgeschreven methode.
-
6. Voor het bepalen van het aantal parkeerplaatsen bij bouwplannen binnen een bestemming waar meerdere functies zijn toegestaan en waarvan het gerbuik nog niet in het bouwplan is vastgeled, wordt de hoogste parkeereis op basis van de toegelaten functies toegepast.
Ontheffingregels van de parkeereis
Wanneer een aanvrager van een bouwvergunning met gegronde redenen kan aantonen dat realisering van de benodigde parkeerplaatsen op eigen terrein niet mogelijk is, kunnen Burgemeester en wethouders ontheffing van de parkeereis te verlenen.
Hiertoe bestaan de volgende mogelijkheden:
-
a. ontheffing van het gemiddelde, maar binnen de bandbreedte;
-
b. ontheffing van realisering op eigen terrein, maar wel elders op privé-terrein;
-
c. ontheffing van de bandbreedte en eigen/privé-terrein.
Per functie/bestemming wordt in de CROW-norm een minimum en een maximum parkeerbehoefte aangegeven. Dit is de "bandbreedte" waarbinnen ontheffing kan worden verleend. Deze bandbreedte wordt gebruikt bij de beoordeling van ontheffingsaanvragen. Alleen in specifieke gevallen beargumenteerd ontheffing worden verleend van “het gemiddelde” en/of de "bandbreedte". Daarbij dienen de afwegingsregels en de indieningseisen toegepastte worden.
Afwegingregels voor ontheffing
Ontheffing kan worden verleend:
-
1. indien het voldoen aan de parkeereis door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit.
-
a. Bij een aanvraag voor toepassing van de ontheffingsmogelijkheid wordt eerst beoordeeld of een aanpassing van het bouwplan kan leiden tot het wel voldoen aan de parkeereis.
-
b. Indien slechts aanpassingen mogelijk zijn die onevenredig hoge kosten met zich meebrengen wordt het belang van de bereikbaarheid en leefbaarheid afgewogen ten opzichte van het belang van de realisatie van het bouwplan. Om bij twijfelgevallen te kunnen beoordelen of er sprake is van "onevenredig hoge kosten" dient de aanvrager van een bouwvergunning via een rendementsberekening aan te tonen dat het realiseren van (extra) parkeerplaatsen op eigen terrein of aanpassing van het bouwplan niet mogelijk is.
-
2. voor zover op andere wijze dan op eigen terrein in de parkeereis wordt voorzien. Dit is het geval wanneer:
-
a. de benodigde parkeer- of stallingsruimte in een naburige parkeervoorziening (binnen een straal van 750 meter) wordt gecompenseerd; of
-
b. er voldoende ruimte op de openbare weg aanwezig is om de parkeerdruk op te vangen. Voor de beoordeling van het opvangen van de parkeerdruk op de openbare
weg wordt gebruik gemaakt van de methode 'parkeerbalans' uit de CROW-norm.
Indieningseisen voor een verzoek tot ontheffing
-
1. Om voor de hiervoor genoemde ontheffingsmogelijkheden in aanmerking te komen dient de aanvrager van een bouwvergunning hiertoe een schriftelijk verzoek in te dienen bij Burgemeester en wethouders.
-
2. In het verzoek dient de aanvrager van een bouwvergunning te beargumenteren waarom de benodigde parkeerplaatsen niet op eigen terrein gerealiseerd kunnen worden.
-
3. Indien ontheffing wordt verleend conform lid 2a van de Afwegingsregels voor ontheffingdient aangegeven te worden hoe en waar dit gebeurt. Indien een aanvrager elders (binnen de gestelde normen) op privé-terrein parkeerplaatsen compenseert dient hiervan een privaatrechtelijke overeenkomst met bijbehorende situatieschets te worden overlegd. Aangetoond dient te worden dat deze parkeerplaatsen ten behoeve van het betreffende bouwplan waarvoor een bouwvergunning wordt aangevraagd, blijvend kunnen worden aangewend.