direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie
Plan: Nijmegen Brakkenstein
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP16000-OH01

Artikel 15 Recreatie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatieve voorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "spt" voor een speeltuin;
  • c. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen en sport-en speelvoorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en overkappingen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.

15.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel 17.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding bouwvlak;
  • b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het bouwperceel binnen het bouwvlak mag tot maximaal het aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen het bouwvlak geheel worden bebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen het bouwvlak niet meer mogen bedragen dan op de verbeelding is aangegeven;
  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht; buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag ten hoogste 50 m2 bedragen;
    • 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de begane grondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen;
    • 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • d. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het aangegeven bouwvlak worden opgericht met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte van erafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
    • 2. de hoogte van palen en (licht)masten en ballenvangers mag niet meer dan 10 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter.