Plan: | Nijmegen Kanaalhavens |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP10000-VG02 |
Een terrein waar in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij een algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
Op de gronden gelegen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' mag, ongeacht het bepaalde in de geldende bestemmingen, geen bebouwing voor geluidsgevoelige functies worden opgericht, tenzij een hogere waarde in het kader van de Wet geluidhinder is vastgesteld.
Binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) niet toegestaan.
Binnen de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - bedrijven' zijn geen kwetsbare objecten toegestaan.
De voor 'vrijwaringszone - waterstaatswerk' aangewezen gronden zijn - behalve voor de daar voorkomende bestemmingen - mede bestemd voor waterstaatkundige voorzieningen, zoals waterkering, waterbeheersing, kaden, dijksloten, wegen, paden, parkeervoorzieningen en groenvoorzieningen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2, onder c, met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' dienen de gronden in het kader van de nautische belangen van de vaarweg vrij gehouden te worden van bebouwing en opslag. Bouwen en opslag op de gronden met deze aanduiding is niet toegestaan, met uitzondering van bouwwerken die worden gebouwd welke direct verband houden met mogelijke toekomstige reconstructies en/of uitbreidingen aan de nabij gelegen vaarweg, alsmede voor het creƫren van een optimale nautische omgeving.
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van het vaarverkeer, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in artikel 34.6.1 voor de bouw van bouwwerken en opslag welke zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming, nadat de vaarwegbeheerder terzake is gehoord.
De in artikel 34.6.2 bedoelde afwijking wordt geacht te zijn verleend ten aanzien van bouwwerken, een complex van bouwwerken of opslag die bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, dan wel mogen worden opgericht krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning voor het bouwen.