direct naar inhoud van Artikel 9 Bedrijventerrein - 2
Plan: Nijmegen Kanaalhavens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP10000-VG02

Artikel 9 Bedrijventerrein - 2

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven voor zover deze voorkomen in de categorieën 2 t/m 4.2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in bijlage 1 van de planregels;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - bouwmarkt' tevens voor een bouwmarkt;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - asfaltcentrale' tevens voor een asfaltcentrale met een verwerkingscapaciteit van 100 ton of meer per uur en voor een puinbreker met een verwerkingscapaciteit van 100.000 ton of meer per jaar';
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - puinbreker' tevens voor een puinbreker met een verwerkingscapaciteit van 100.000 ton of meer per jaar;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens voor bedrijfswoningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - garage en autohandel' tevens voor een garagebedrijf en/of autohandel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - autohandel' tevens voor een autohandel;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - vrachtautohandel' tevens voor een handel in vrachtauto's;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - gasontvangstation' uitsluitend voor een gasontvangstation;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder LPG' tevens voor een benzineservicestation zonder LPG;
  • k. opwekking van duurzame energie door middel van kleinschalige (urbane) windturbines;
  • l. productiegebonden detailhandel en ondergeschikte detailhandel voor groothandelsbedrijven;
  • m. ondergeschikte kantoren;
  • n. opslag en uitstalling;
  • o. ontsluitingswegen;
  • p. bijbehorende voorzieningen zoals verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen;
  • q. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen, (los)kades en loswallen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en overkappingen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.

9.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel 9.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' mag tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd;
    • 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven;
    • 3. uitgezonderd bij hoekpercelen, dient er aan één zijde van het bouwperceel een onbebouwde strook van minstens 3 meter te zijn over de volle lengte van de zijdelingse perceelsgrens;
    • 4. ten behoeve van de realisering van urbane windturbines de maximale bouwhoogte met maximaal 5 meter mag worden overschreden;
    • 5. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' het bestaande aantal bedrijfswoningen is toegestaan met een maximale inhoud van 500 m³ per bedrijfswoning;
  • c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten behoeve van een bedrijfswoning mogen op het bouwperceel zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
    • 1. het totaal bebouwd oppervlak van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50 m²;
    • 2. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de beganegrondlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag bedragen;
    • 3. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • d. op het bouwperceel buiten de aanduiding 'bouwvlak' mogen, doch uitsluitend aan de voorzijde van en aangrenzend aan het hoofdgebouw, worden gebouwd:
    • 1. aan- en uitbouwen, zoals erkers en ingangspartijen, tot een maximale breedte van 40% van de gevelbreedte van het hoofdgebouw en een maximale diepte van 2 meter; de goot- en bouwhoogte mag ten hoogste 7 meter bedragen met dien verstande dat de aan- en uitbouw niet hoger mag zijn dan het hoofgebouw;
    • 2. ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, zoals luifels en balkons, met een maximale diepte van 2 meter;
  • e. erfafscheidingen en andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht; buiten de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen:
    • 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen niet meer dan 2,5 meter mag bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van palen en (licht)masten niet meer dan 10 meter en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter mag bedragen.
  • f. silo's en/of menginstallaties mogen uitsluitend binnen de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht en mogen een bouwhoogte hebben van maximaal 30 meter.

9.2.3 Specifieke vorm van bedrijventerrein - gasontvangstation

De gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - gasontvangstation' zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg en instandhouding van een gasontvangstation;
  • b. ondergrondse en bovengrondse leidingen en toebehoren;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals wegen, paden, parkeervoorzieningen, lichtvoorzieningen, erf- en terreinafscheidingen en groen.

Op deze gronden zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan ten dienste van een gasontvangstation, met dien verstande dat:

  • d. de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 3,5 meter;
  • e. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan 3 meter;
  • f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer mag bedragen dan 3 meter.

9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Productiegebonden en ondergeschikte detailhandel

Productiegebonden detailhandel en ondergeschikte detailhandel voor groothandelsbedrijven zijn toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de detailhandel staat in directe relatie met de aanwezige bedrijfsvoering; zo geldt voor productiebedrijven, dat er alleen producten mogen worden verkocht die door het bedrijf zelf zijn geproduceerd;
  • b. ondergeschikte detailhandel voor groothandelsbedrijven is niet mogelijk voor de zogenaamde foodcategorieën;
  • c. de detailhandelsfunctie is gemaximeerd ten aanzien van de hoofdfunctie en bedraagt maximaal 20% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte, met dien verstande dat de maximale omvang ervan nooit meer dan 100 m² verkoopvloeroppervlakte bedraagt;
  • d. voor de detailhandel gelden de openingstijden die ook voor de reguliere detailhandel van toepassing zijn;
  • e. er wordt voorzien in parkeerruimte op eigen erf.

9.3.2 Internetverkoop

De verkoop van goederen door middel van internetverkoop is toegestaan, mits:

  • a. geen uitstalling ten behoeve van de verkoop plaatsvindt;
  • b. geen showroom en/of verkoopruimte aanwezig is;
  • c. geen afhaal van goederen ter plaatse plaatsvindt.

9.3.3 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  • a. gebruik van gebouwen voor zelfstandige kantoren;
  • b. bewoning (inclusief kamerverhuur) van gebouwen, niet zijnde bedrijfswoningen;
  • c. opslag van goederen op onbebouwde gronden met een totale stapelhoogte van meer dan 5 meter. De opslag van goederen dient vanaf de Energieweg en Industrieweg aan het zicht onttrokken te zijn.

 

9.4 Afwijken van de gebruiksregels
9.4.1 Afwijkingsbevoegdheid voor andere bedrijven

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 9.1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. lid 9.1 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de ter plaatse toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.