direct naar inhoud van Artikel 12 Groen - 1
Plan: Nijmegen Kanaalhavens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP10000-VG02

Artikel 12 Groen - 1

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, overstortvijvers, rioolbuffers, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen;
  • c. bijbehorende voorzieningen zoals: hondenuitlaatplaatsen, in- en uitritten en fiets- en voetpaden;
  • d. bestaande parkeervoorzieningen en bestaande verhardingen;
  • e. bijgebouwen ten behoeve van woonboten;
  • f. loopbruggen, aanlegsteigers en trappen ten behoeve van woonboten;
  • g. geluidwerende voorzieningen, zoals geluidswallen en geluidsschermen;
  • h. (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 32.2.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van (bouw)werken ten algemenen nutte zoals bedoeld in artikel 32.2;
  • b. bijgebouwen ten behoeve van woonboten;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde.

12.2.2 Specifieke bouwregels

De in artikel 12.2.1 genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van bijgebouwen ten behoeve van woonboten mag per woonboot niet meer bedragen dan 20 m2, met dien verstande dat bestaande bijgebouwen groter mogen zijn. De bouwhoogte van een bijgebouw mag maximaal 3 meter bedragen.
  • b. de bouwhoogte van palen, (licht)masten en geluidwerende voorzieningen mag niet meer dan 15 meter en de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen.
12.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van gronden ten behoeve van nieuwe, niet bestaande parkeervoorzieningen;
  • b. het gebruik van gronden als ontsluitings- of toegangsweg voor gemotoriseerd verkeer;
  • c. het gebruik van gronden als terrassen.