2.1.1 Twee-onder-één-kapwoningen Vlinderlaan 104 en 104a (en vier naastgelegen twee-onder-één-kapwoningen), Nijkerk
Op 17 juni 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een twee-onder-één-kapwoning aan de Vlinderlaan (104 en 104a) in de nieuwbouwwijk De Terrassen in Nijkerk. Aanleiding voor deze aanvraag is de wens om woningbouw te realiseren op deze locatie. De voorgestelde twee-onder-één-kapwoning was niet te realiseren binnen het geldende bestemmingsplan, aangezien het bouwvlak te beperkt is. De, eveneens in deze periode aangevraagde vier twee-onder-één-kapwoningen naast de genoemde percelen, waren wel te vergunnen op basis van het geldende bestemmingsplan.
Op 3 september 2013 is namens het College van burgemeester en wethouders van Nijkerk positief beslist op de aanvraag, zie bijlage
1. De (op basis van de uitgebreide procedure van de Wabo) verleende vergunning is op 24 oktober 2013 onherroepelijk geworden.
Vertaling in bestemmingsplan
Het gebied krijgt een woonbestemming, met uitzondering van de voortuinen. Voor deze voortuinen is, in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan 'Nijkerk 2', een tuinbestemming opgenomen. Binnen de woonbestemming is het bouwvlak dusdanig ruim opgenomen dat het mogelijk is om hierbinnen de beoogde twee-onder-één-kapwoning te realiseren.
Hoewel de vier naast de percelen Vlinderlaan 104 en 104a gelegen twee-onder-één-kapwoningen op basis van een reguliere (Wabo)procedure verleend konden worden, worden deze woningen ook bestemd in dit bestemmingsplan. Deze woningen vormen een eenheid met de twee-onder-één-kapwoningen Vlinderlaan 104 en 104a. Gewenst is een planologisch eensluidend regime.
2.1.2 23 woningen Zijdevlinder, Nijkerk
Op 28 juni 2013 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van 23 rijwoningen nabij de Vlinderlaan, Zijdevlinder en Harlekijn in de nieuwbouwwijk De Terrassen in Nijkerk. Aanleiding voor deze aanvraag is de wens om woningbouw te realiseren op deze locatie. De rijwoningen waren echter niet te realiseren binnen het geldende bestemmingsplan, aangezien dit bestemmingsplan rijwoningen op deze locatie niet mogelijk maakt.
Op 12 september 2013 is namens het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk positief beslist op de aanvraag, zie bijlage
2. De (op basis van de uitgebreide procedure van de Wabo) verleende vergunning is op 31 oktober 2013 onherroepelijk geworden.
Vertaling in bestemmingsplan
Het gebied krijgt een woonbestemming, met uitzondering van de voortuinen. Voor deze voortuinen is, in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan 'Nijkerk 2', een tuinbestemming opgenomen. Binnen de woonbestemming is de bouwaanduiding 'aaneengebouwd' opgenomen, waardoor het mogelijk is gemaakt rijwoningen te realiseren.
3 Uitvoerbaarheid
De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet aangetoond worden. Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, ect.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Ruimtelijk relevante aspecten
Het bestemmingsplan omvat verschillende nieuwe ontwikkelingen, reeds vergunde ontwikkelingen en correcties van verschillende geldende bestemmingsplan. Wat betreft de correcties gaat het uitsluitend om een beperkte aanpassing of wijziging van de geldende bestemming, waarbij geen nieuwe bouwmogelijkheden worden gegeven. Het betreft het vastleggen van de bestaande situatie / bestaande rechten die in de geldende bestemmingsplannen niet juist zijn opgenomen. Aanvullende onderzoeken zijn hiervoor niet noodzakelijk. Ook voor de reeds vergunde ontwikkelingen is aanvullend onderzoek niet noodzakelijk. In het kader van een eerdere procedure (omgevingsvergunning) is voor deze ontwikkelingen namelijk al een ruimtelijke onderbouwing opgesteld waarin de uitvoerbaarheidsaspecten aan de orde zijn gekomen. Voor de nieuwe ontwikkelingen is waar nodig, als bijlage bij dit bestemmingsplan, een ruimtelijke onderbouwing opgenomen waarin de uitvoerbaarheidsaspecten aan de orde komen.
Economische uitvoerbaarheid
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van ‘afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
- het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins verzekerd is;
- het bepalen van een tijdvak of fasering als bedoeld in artikel 6.13, eerste lid, onder c, 4°, onderscheidenlijk 5°, niet noodzakelijk is;
- het stellen van eisen, regels, of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onderscheidenlijk b, c of d, niet noodzakelijk is.
Dit bestemmingsplan bestaat grotendeels uit een correctie van geldende plannen en een verankering van reeds vergunde activiteiten. De kosten voor het opstellen van dit bestemmingsplan komen dan ook voor rekening van de gemeente. De nieuwe ontwikkelingen die zijn opgenomen in dit bestemmingsplan betreffen kleine ontwikkelingen waarvoor geen exploitatieplan opgesteld hoeft te worden. Wel is met de initiatiefnemers van deze kleine ontwikkelingen een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten waarin is vastgelegd dat de initiatiefnemers bijdragen in de kosten van het bestemmingsplan. Tevens is in deze overeenkomst vastgelegd dat het planschaderisico voor de initiatiefnemers is.
4.4 Wijze van bestemmen
Dit bestemmingsplan bevat de navolgende bestemmingen.
Bedrijf
Deze bestemming is gegeven aan de bedrijven. Bij recht worden bedrijven uit de milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan. Uitgesloten zijn detailhandel, risicovolle inrichtingen als genoemd in het Bevi, vuurwerkbedrijven, geluidhinderlijke inrichtingen en m.e.r.-plichtige inrichtingen. Bedrijven die nu aanwezig zijn, maar die niet passen binnen de toegestane categorieën van bedrijven, zijn op de kaart aangegeven met de aanduiding 'bedrijf'. De betreffende bedrijfsactiviteiten zijn daarmee positief bestemd en dus toegestaan in deze planregels. Daarnaast zijn deze bedrijfsactiviteiten op de 'lijst specifieke bedrijven' geplaatst zodat inzichtelijk is waar welk type bedrijf is toegestaan.
Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet toegestaan, omdat deze vanwege de milieuhygiënische randvoorwaarden de mogelijkheden voor bedrijfsvoering kunnen belemmeren. Wel worden de rechten van de bestaande bedrijfswoningen gerespecteerd. Verder zijn afwijkingsmogelijkheden voor het gebruik opgenomen voor bedrijven van een hogere milieucategorie mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Bevi-inrichtingen, Wgh-inrichtingen en vuurwerkbedrijven zijn hoe dan ook niet toegestaan. Voor de afwijkingsmogelijkheden geldt een algemeen afwegingskader.
Voor wat betreft de maatvoeringen geldt, dat afwijkende maten mogen worden gehandhaafd. Bij vervangende nieuwbouw mag derhalve ook conform deze afwijkende maten worden gebouwd.
Bij de afwegingskaders voor afwijking wordt gesproken van 'geen onevenredige aantasting'. Per geval moet worden beoordeeld of hiervan sprake is; wel is het zo dat het al dan niet toepassen van de afwijkingsbevoegdheid goed dient te worden gemotiveerd.
Bedrijf - Nutsvoorziening
Deze bestemming voorziet op openbare nutsvoorzieningen die te groot zijn om zonder omgevingsvergunning gebouwd te mogen worden. Omdat voor de nutsvoorzieningen specifieke bouwregels van toepassing zijn, zijn de nutsvoorzieningen niet meegenomen in de bestemming 'Bedrijf' of 'Bedrijventerrein'.
Bedrijventerrein
Deze gronden zijn bestemd voor de vestiging van bedrijven. Er worden mogelijkheden geboden voor bedrijven tot en met categorie 4.2 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten. Deze lijst bevat een indeling van bedrijfstypes in categorieën. Naast een omschrijving van de soort/aard van de toelaatbaar te achten bedrijven bevat de lijst indicaties voor de in acht te nemen afstanden ten opzichte van een rustige woonwijk. Deze afstanden hebben betrekking op dan wel vloeien voort uit bepaalde activiteiten van het gemiddelde bedrijf in die sector. De op de verbeelding aangegeven zones vloeien voort uit deze afstanden.
Omdat de in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen indeling voortvloeit uit activiteiten van het gemiddelde bedrijf in de betreffende sector, moge duidelijk zijn dat (aanzienlijke) afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde bedrijf mogelijk zijn. Ter ondervanging van eventuele onvolkomenheden van de gekozen systematiek en om op eenvoudige wijze te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, is hieromtrent een afwijkingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen. Hierdoor kunnen bedrijven worden toegelaten die naar de aard van de bedrijvigheid alsmede qua bedrijfsomvang vergelijkbaar zijn met de bedrijven, die in de betreffende categorieën zijn genoemd. Voorwaarde is wel dat deze bedrijven qua hinder en/of gevaar geen onevenredige afbreuk doen aan het woon-/leefmilieu. Raadpleging van een milieudeskundige wordt hierbij aanbevolen.
Ten aanzien van bedrijven als genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen is een verbod opgenomen. Hetzelfde geldt voor vuurwerkbedrijven en Wgh-inrichtingen. Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het toelaten van een Bevi-inrichting. Aan deze wijziging is een aantal voorwaarden verbonden. Zo dient bijvoorbeeld de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico te zijn gelegen binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting of op gronden met de bestemming 'Verkeer', 'Groen' en/of 'Water'. Belangrijk is dat er binnen deze veiligheidszone geen toename mag plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten in deze zone tenzij ze behoren tot de Bevi-inrichting waaraan de veiligheidszone is gerelateerd. Daarnaast mag het gebruik van de gronden niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven veiligheidszone wordt vergroot. Tot slot dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedgebied van de inrichting en mag er geen toename plaatsvinden van het groepsrisico in woongebieden (maar dat zal in het voorliggende geval niet/nauwelijks aan de orde zijn).
Zelfstandige kantoren zijn eveneens niet toegestaan, met uitzondering van zelfstandige kantoren op het bedrijventerrein Hogebrink. Ondergeschikte kantoorruimten die deel uitmaken van de bedrijfsvoering zijn uiteraard wel toegestaan.
Detailhandel is in beginsel niet toegestaan. Detailhandel kan mogelijk worden gemaakt als wordt voldaan aan diverse criteria, De planregels bevatten de criteria waaraan wordt getoetst. Zij zijn afgeleid uit het gemeentelijk beleid zoals weergegeven in de beleidsregel Detailhandel op bedrijventerreinen. Een specifieke vorm van detailhandel is de verkoop van motorbrandstoffen. Deze is alleen toegestaan waar dit op de verbeelding is aangegeven.
Verder is het van belang dat nieuwe Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan. Het wel toestaan zou leiden tot de plicht een (nieuwe) geluidszone te bepalen, hetgeen dus niet aan de orde is. Ook vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan.
Voor wat betreft het parkeren zal aansluiting moeten worden gezocht bij de gemeentelijke parkeernormen.
Gemengd - 3
Binnen deze bestemmingen zijn verschillende gelijkwaardige functies toegestaan. Deze functies zijn onderling vrij uitwisselbaar.
Groen
Deze bestemming betreft openbaar groen. Binnen de bestemming Groen is de bestaande reclamemast voorzien van een juridische juiste regeling.
Kantoor
Dit betreft zelfstandige kantoren die geen ondergeschikt onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering van een bedrijf.
Tuin
Deze bestemming is dienstbaar aan de bestemming van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. Bij de bestemmingsregeling voor de tuinen is uitgegaan van het principe die gebieden te bestemmen die uit ruimtelijke overwegingen onbebouwd moeten blijven en ook als zodanig in gebruik zijn. Over het algemeen betreft het gronden ten dienste van de nabij gelegen woningen. Bij de meeste woningen betreft het de ruimte vóór de woningen.
Verkeer
Behalve voor wegen zijn ook mogelijkheden opgenomen voor een (bestaande) laad- en losplaats, alsmede voor tuinen en aanlegsteigers bij aangrenzende woonschepen.
Water
Voor het aanwezige water in het plangebied is een passende bestemming opgenomen. De juridische regeling sluit aan op de standaard van Nijkerk.
Wonen
Deze bestemming is gegeven aan de woningen in het plangebied. De opzet van de verbeelding in combinatie met de planregels gaat er vanuit dat de bestaande situatie en de verschijningsvorm (bepaald door de goothoogte en kap) in principe gehandhaafd zal worden. Een uitzondering hierop vormt de nieuwbouw aan de Zijdevlinder/Vlinderlaan.
Ten aanzien van het gebruik van bijgebouwen is van belang dat in bijgebouwen geen primaire woonfuncties zijn toegestaan, zoals wonen, slapen, keuken, badkamer. Hobbyruimtes zijn wél mogelijk in bijgebouwen. Genoemde beperkingen gelden dus niet voor aanbouwen en uitbouwen. Voor wat betreft de maatvoeringen kent het plan geen onderscheid meer tussen aan-, uit- en bijgebouwen. In het kader van de Wabo wordt gesproken van 'bijbehorende bouwwerken'.
Bij woningen zijn, onder voorwaarden, niet-woonactiviteiten aan huis mogelijk.
Leiding - Gas
Deze bestemming is een dubbelbestemming. De onderliggende bestemmingen blijven van kracht, maar worden wel ingeperkt door deze bovengeschikte dubbelbestemming. Als aan de regels van de dubbelbestemming wordt voldaan, kan gewoon worden gebouwd en gebruikt conform de onderliggende bestemming.
Waarde - Archeologie
Deze dubbelbestemmingen zijn gebaseerd op het archeologiebeleid in de gemeente Nijkerk. Wat wel of niet is toegestaan wordt in de regels aangegeven door middel van een functieaanduiding.