2.4 Gemeentelijk beleid
Structuurvisie Nijkerk/ Hoevelaken 2030
De Structuurvisie Nijkerk/ Hoevelaken 2030 van de gemeente geeft in grote lijnen aan welke plannen de gemeente Nijkerk heeft voor de inrichting van de ruimte in de komende jaren met de blik gericht op 2030. Deze structuurvisie is door de gemeenteraad op 30 juni 2011 vastgesteld. In de structuurvisie zijn op basis van de huidige situatie en verwachte trends ten aanzien van bevolkingsopbouw, werkgelegenheid, woningmarkt, economisch profiel, mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen een visie geformuleerd voor de gemeente.
In verschillende deelontwikkelingen is in de afgelopen jaren voor de binnenstad invulling gegeven aan de ontwikkeling van de binnenstad. Deze ontwikkelingsplannen zijn ingepast in dit bestemmingsplan.
Onderstaand is de integrale visiekaart van de gemeente opgenomen. Aangezien het onderhavige bestemmingsplan in hoofdzaak de huidige situatie vastlegt, is er geen sprake van strijdigheid met de Structuurvisie.
Beeldkwaliteitsplan Nijkerk Binnenstad (2016)
Om de teloorgang van de binnenstad als aantrekkelijk winkelgebied en verblijfsgebied te voorkomen heeft de gemeente Nijkerk ingezet op het ‘repareren’ van de ruimtelijke structuur en de identiteit van de binnenstad. Hiervoor is het beeldkwaliteitsplan een van de instrumenten om de reparatie uit te voeren.
In het beeldkwaliteitsplan zijn de bestaande kwaliteiten van de binnenstad beschreven. Immers duidelijk moet zijn wat er is en welke kwaliteit het heeft om het te kunnen behouden en versterken.
De criteria zijn onderverdeeld over vijf hoofdgroepen/thema's, te weten:
- Stedelijke ruimte
- Nieuwbouw
- Kleur- en materiaalgebruik monumenten
- Straatmeubilair
- Excessen en hardheidsclausule
In hoofdstuk 2 van het BKP staan deze thema's beschreven. In de achterliggende hoofdstukken is de analyse, waardering en visie opgenomen welke ten grondslag hebben gelegen aan de criteria zoals deze in hoofdstuk 2 zijn beschreven. Bij ontwikkelingen binnen de binnenstad dient dus afhankelijk van hetgeen gerealiseerd, aangepast of veranderd wordt getoetst te worden aan de criteria uit hoofdstuk 2. Hierbij wordt opgemerkt dat de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit een belangrijke rol speelt wanneer er een Omgevingsvergunning voor het bouwen behoeve van een concreet bouwplan nodig is.
Visie 'Aantrekkelijk Nijkerk'
In reactie op de Visie Binnenstad Nijkerk, de nota Detailhandelsbeleid 2013+ en de verdergaande leegstand in de binnenstad van Nijkerk is door het maatschappelijke veld de Visie 'Aantrekkelijk Nijkerk' opgesteld. Deze visie is door het gemeentebestuur van Nijkerk omarmd en 'vervangt' de Visie Binnenstad en de nota Detailhandelsbeleid 2013+.
De visie heeft tot doel dat in 2020 Nijkerk wordt herkend als een plek waar mensen uit Nijkerk en de regio graag verblijven in het verzorgde en historische binnenstadgebied. Door met name het monumentale, historische, karakter van de binnenstad te versterken en het oude stratenpatroon waar mogelijk te herstellen wordt een kwaliteitsimpuls gegeven aan de binnenstad. In combinatie met het ontstaan van een balans tussen bedrijvigheid en belevingswaarde, wil men de binnenstad van Nijkerk uit laten groeien tot een aantrekkelijke plek om te winkelen, te werken, te ontspannen en te wonen. De combinatie van een gevarieerd winkelaanbod, cultuur, ontspanning, historisch karakter en bereikbaarheid, moet van de binnenstad een aantrekkelijk, dynamisch gebied maken.
Belangrijk uitgangspunt van de Visie is dat het om een totaalpakket van maatregelen en acties gaat, waarvan delen niet zomaar inwisselbaar zijn. Uitwerkingsplannen zoals voor marketing, verkeer, beeldkwaliteit, bouw- en bestemmingen, dienen altijd te worden getoetst op samenhang met het totaal. Alleen zo blijft het eindbeeld gegarandeerd, wordt continuïteit geborgd en verspilling voorkomen.
Om het doel van de visie te bereiken zijn de volgende speerpunten benoemd in de visie:
- Nijkerk als sterk merk profileren.
- Creëren van een aantrekkelijke, authentieke binnenstad.
- De historische, monumentale waarde van Nijkerk behouden en herstellen.
- Het creëren van een aantrekkelijk Kerkplein.
- Ontwikkelen van het gebied rond de Havenkom.
- Het terugdringen van verkeer op de binnenstadsring.
- Parkeren bij eenvoudig bereikbare bronpunten.
Voor het realiseren van deze speerpunten is vervolgens een strategie bepaald:
- Instellen van een BIZ (Bedrijveninvesteringszone) om Nijkerk als sterk merk te kunnen ontwikkelen en dat te uit te dragen.
- Loslaten van het begrip kernwinkelgebied om meer kansen te creëren voor bestaande en nieuwe ondernemers.
- Variatie van functies in het binnenstadgebied en ruimere bestemming op de binnenstedelijke panden toestaan om de levendigheid te vergroten en leegstand te voorkomen.
- Verbeteren van de beleving door het creëren van een autovrij centrum.
- Vergroten van de beleving door het versterken van het historische karakter en de ‘zeester’-structuur van de Nijkerkse binnenstad.
- Verkeersdruk verlichten en verbeteren van de beleving, door bronpunten in te stellen voor parkeren.
- Verkeersdruk verlichten en veiligheid vergroten, door verkeer te leiden via radialen in plaats van over de binnenstadsring.
Onderdelen (cursief) van deze strategie zijn doorvertaald naar het nieuwe bestemmingsplan. Zo is de bestemmingssystematiek voor enkele delen van het plangebied verruimd. Met deze beoogde verruiming biedt het plan de mogelijkheid eenvoudiger tot een levendiger centrum te komen en langdurige leegstand wordt voorkomen. Daarnaast is een duidelijk verband gelegd met het beeldkwaliteitsplan waarmee de versterking van het historische karakter meer kracht wordt bijgezet. Daarnaast is de term kernwinkelgebied losgelaten en is dit ook in de planopzet verlaten. Door breder te denken dan een kernwinkelgebied, ontstaan er meer mogelijkheden voor kleine en nieuwe ondernemers. Bovendien zal de huurmarkt gezonder worden. De binnenstad moet wel herkenbaar blijven als centrum. Hier speelt marktwerking een rol. Door vraag en aanbod, van winkelpanden én van consumenten, ontstaat een gebied met min of meer aangesloten voorzieningen van winkels, dienstverlening en horeca. Hier en daar zullen (historische) panden bewoond zijn, wat voor sfeer en levendigheid zorgt, ook buiten de openingstijden.
Op onderstaande kaart is deze nadere uitwerking van de visie 'Aantrekkelijk Nijkerk' weergegeven. In de kaart is onderscheid gemaakt in blauwe en groene gebieden. De gebieden waar de detailhandel en de horeca behouden moeten blijven en zich moeten kunnen ontwikkelen, zijn met groen weergegeven. In deze gebieden is wonen op de verdieping toegestaan, maar niet op de begane grond. Detailhandel en de horeca blijft er de hoofdfunctie, zodat het winkel- en uitgangsgebied in het centrum herkenbaar blijft. De gebieden waar sprake is van menging van functies zijn met groen weergegeven. Naast detailhandel en horeca is ook wonen op de begane grond er bij recht toegestaan. De overige gebieden op de kaart zijn bestemd voor specifiek wonen of overige bedrijvigheid.
Nadere uitwerking Visie 'Aantrekkelijk Nijkerk' ontwikkelingsmogelijkheden, bron: gemeente Nijkerk, augustus 2018
Uitwerking visie aantrekkelijk Nijkerk, Havenkom fase 1 Kerkplein
In de ‘Ontwikkelingsvisie Torenstraat - Vrijheidslaan’ en de visie ‘Aantrekkelijk Nijkerk’ is de herontwikkeling van het Kerkplein aangekondigd. De programmatische uitgangspunten van de beoogde herontwikkeling zijn nog niet volledig uitgewerkt. In de ‘Ontwikkelingsvisie Torenstraat - Vrijheidslaan’ zijn wel in belangrijke mate de ruimtelijke uitgangspunten uitgewerkt. Programmatisch zijn enkele ontwikkelingsvarianten benoemd in de visie ‘Aantrekkelijk Nijkerk’. Beide visies zijn input geweest voor de ‘Uitwerking visie aantrekkelijk Nijkerk, Havenkom fase 1 Kerkplein’. Deze visie is door de gemeenteraad van Nijkerk op 30 maart 2017 vastgesteld. In
toelichting paragraaf 3.5 en
toelichting paragraaf 4.2.3 en
toelichting hoofdstuk 5 van deze toelichting is nader inhoudelijk op deze visie en de consequenties voor dit bestemmingsplan in gegaan.
Verkeersplan Binnenstad 2016
Op 30 maart 2016 heeft de gemeenteraad van Nijkerk besloten de uitgangspunten in de visie ‘Aantrekkelijk Nijkerk’ vast te stellen voor het vervolgtraject in de binnenstad. Doel is om de binnenstad een kwaliteitsslag te geven. De visie bevat op hoofdlijnen ook een richting voor het verkeersvraagstuk.
Door inwoners en ondernemers, verenigd in het Platform Binnenstad Nijkerk is een verkeersplan opgesteld. Het verkeersplan is een deeluitwerking van de visie ‘Aantrekkelijk Nijkerk’ van het Platform. Deze visie is door de gemeenteraad goedgekeurd.
In het Verkeersplan Binnenstad 2016 zijn de in de visie ‘Aantrekkelijk Nijkerk’ voorgestelde verkeersmaatregelen verder geconcretiseerd. De visie en verkeersplan dienen als randvoorwaarden voor de herinrichtingsopgaven in de binnenstad van Nijkerk. Daarbij zijn de volgende speerpunten benoemd:
- Parkeren bij eenvoudig bereikbare bronpunten.
- Verbeteren van de beleving door het creëren van een autovrij centrum, o.a. door het (zoveel mogelijk) afschaffen van het maaiveldparkeren.
- Verkeersdruk verlichten en verbeteren van de beleving, door bronpunten in te stellen voor parkeren.
- Verkeersdruk verlichten en veiligheid vergroten, door verkeer te leiden via radialen in plaats van over de binnenstadsring
Het verkeersplan voor de binnenstad is de basis voor een samenhangende aanpak en de uitvoering van werkzaamheden in de openbare ruimte. De visie en het verkeersplan dienen als leidraad voor de herinrichtingsopgaven in de binnenstad.
Specifiek voor ruimtelijke ontwikkelingen is in het verkeersplan opgemerkt dat het de verwachting is dat de ontwikkelingen verkeerskundig geen nadelige invloed hebben op de binnenstad. De ontwikkelingen hebben uiteraard wel invloed op de parkeervraag, maar binnen de diverse plangebieden kan de parkeerdruk opgevangen worden. De toevoeging van woningen en extra winkeloppervlak zal leiden tot een extra vraag naar parkeerruimte. Hierbij is het uitgangspunt dat ontwikkelingen in principe voorzien in de eigen parkeerbehoefte.
Het verkeersplan voorziet ook in verschillende (fysieke) ingrepen. De in het voorliggende bestemmingsplan opgenomen verkeersbestemming maakt een herinrichting van het straatprofiel met het gewenste kwaliteitsbeeld mogelijk. Concreet betekent dit het wegnemen van het langsparkeren langs diverse straten in de binnenstad. Dit kan door middel van een herinrichting van het straatprofiel of het nemen van verkeersbesluiten en het versmallen van het stratenpatroon. Deze ingrepen zijn binnen de in dit bestemmingsplan opgenomen verkeersbestemming ruimtelijk uitvoerbaar en vragen in die zin niet om specifieke juridisch planologische regelingen in dit bestemmingsplan.
De komende jaren voert het college het verkeersplan per gebied in fasen uit. Wanneer een locatie aan de beurt is voor herinrichting wordt op dat moment in overleg met inwoners en andere betrokkenen gekeken of het wenselijk is dat er parkeervakken langs de weg terugkomen.
Beleidsregel Detailhandel op bedrijventerreinen
Onder invloed van onder andere de opkomst van internet en de behoefte aan schaalvergroting bij ondernemers ontvangt de Gemeente Nijkerk steeds vaker verzoeken om mee te werken aan detailhandel op bedrijventerreinen. Geldende bestemmingsplannen laten detailhandel op dergelijke locaties echter vrijwel nooit toe. Echter er zijn verschillende vormen van detailhandel die niet passen binnen de bestaande winkelstructuur en die juist op bedrijventerreinen thuishoren.
Om meer duidelijkheid te geven over wanneer de gemeente wel of geen medewerking verleent aan detailhandel op bedrijventerreinen is de beleidsregel 'Detailhandel op bedrijventerreinen' opgesteld. Hierbij is onderscheid gemaakt in de volgende vormen van detailhandel:
- detailhandel in volumineuze goederen;
- grootschalige detailhandel;
- internetdetailhandel;
- ondergeschikte detailhandel
Naast algemene uitgangspunten zijn er voor bovengenoemde vormen van detailhandel ook specifieke uitgangspunten geformuleerd, die vertaald zijn in dit bestemmingsplan.
Welstandsnota (2012)
In deze nota wordt vastgelegd hoe het welstandstoezicht in de gemeente Nijkerk is geregeld. Deze nota geeft tevens uitgangspunten en criteria voor het welstandsoordeel. Het gemeentebestuur wil met deze nota een belangrijke stap zetten naar modernisering en vermaatschappelijking van het welstandstoezicht. Het doel van het welstandstoezicht is om een bijdrage te leveren aan de schoonheid en de aantrekkelijkheid van de (bebouwde) omgeving. Door het opstellen van welstandsbeleid kan de gemeente in alle openheid een effectief en inzichtelijk welstandstoezicht inrichten en opdrachtgevers en ontwerpers in een vroeg stadium informeren over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen.
Er zijn voor Nijkerk algemene welstandscriteria opgesteld die bestaan uit een kwaliteitskader en een ruimtelijk kader. Deze algemene welstandscriteria vormen een vangnet voor die gevallen waarin de overige criteria niet toereikend zijn.
Daarnaast is Nijkerk verdeeld in een aantal plangebieden. Voor elk plangebied in de gemeente zijn de gebiedskenmerken weergegeven en de welstandscriteria uitgewerkt. Daarbij wordt soms verwezen naar bestaand beleid. Voor het onderhavige plangebied worden in de welstandsnota 2012 (nog) geen uitspraken gedaan. Het als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegde Beeldkwaliteitsplan Binnenstad Nijkerk zal gaan fungeert als toetsingskader voor de welstand en als zodanig deel gaan uitmaken van de welstandsnota 2012
Kwalitatief Woningbouwprogramma 2010-2019
In 2010 hebben de provincie en de gemeenten in de regio FoodValley in het kader van het Kwalitatief Woningbouwprogramma 2010-2019 met elkaar afgesproken, dat er in de regio FoodValley 12.000 nieuwe woningen bij moeten komen. De gemeente Nijkerk zal hier een substantiële bijdrage aan leveren door in de periode tot 2020 gemiddeld 250 woningen per jaar te realiseren. Na 2020 zal het bouwtempo lager liggen. Een kwalitatief aantrekkelijke binnenstad is een belangrijke voorwaarde om nieuwe bewoners ook inderdaad te interesseren voor vestiging in Nijkerk.
Het onderhavige bestemmingsplan zal in elk geval goede voorwaarden scheppen voor een verdere versterking van de binnenstad.
Woningmarktonderzoek 2010
Ter voorbereiding van de nieuwe Woonvisie 2012+ 'Kiezen voor kwaliteit' is in de eerste helft van 2010 een uitgebreid woningmarktonderzoek uitgevoerd om de woningbehoefte in de gemeente op korte en middellange termijn in beeld te brengen. Hieruit komt een positief beeld naar voren. Nijkerk zal ook in de toekomst blijven groeien, hoewel het tempo van de groei waarschijnlijk zal afnemen. Nijkerk zal naar verwachting meer woningen kunnen afzetten onder huishoudens van buiten de regio. Een van de factoren, die hierbij bepalend zal zijn, is de aantrekkelijkheid van de binnenstad. Het onderhavige bestemmingsplan kan (op bescheiden wijze) bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad.
Woonvisie Nijkerk 2015+
In de woonvisie 2015+ 'samen wonen in Nijkerk', legt de gemeente Nijkerk haar lange termijnambitie op het gebied van woningbouw vast. De kern van de ambitie is het tegemoetkomen aan de woonwensen van de huidige en toekomstige inwoners van Nijkerk. Concreet heeft Nijkerk drie beleidsambities:
- Voldoende woningen voor de huidige en toekomstige inwoners - de ambitie van de gemeente Nijkerk is om in de periode tot en met 2030, 3.000 woningen te realiseren. Hiermee wil Nijkerk voorzien in de lokale en regionale woningbehoefte. Een van de opgaven is voldoende huurwoningen beschikbaar stellen voor inwoners met een laag inkomen. Specifiek voor Hoevelaken geldt de doelstelling dat er in 2020 tussen de 565 en 610 beschikbare sociale huurwoningen zijn. Om er voor te zorgen dat er voldoende sociale huurwoningen beschikbaar zijn voor de doelgroep, zijn twee oplossingsrichtingen mogelijk: woningen aan de kernvoorraad toevoegen en de beschikbaarheid van de kernvoorraad vergroten door doorstroming op gang te brengen.
- Voldoende kwaliteit van de woningvoorraad en de woonomgeving - kwaliteit van de woningvoorraad gaat over energiegebruik, duurzaam materiaal gebruik, vormgeving en gebruikskwaliteit. Veiligheid, toegankelijkheid en een schone leefomgeving dragen bij aan de kwaliteit van de woonomgeving. De ambitie is dat de woningen en woonomgeving zo lang mogelijk kan voldoen in de behoefte van de inwoners.
- Voldoende keuzemogelijkheden voor huidige en toekomstige inwoners - naast zorg dragen voor voldoende kwalitatief aanbod, is ook de afstemming tussen vraag en aanbod van belang zodat inwoners zelf te kunnen laten bepalen hoe en waar ze willen wonen. Dit betekent dat het aanbod transparant moet zijn, maar ook dat vraag en aanbod op het niveau van de drie kernen met elkaar in evenwicht moet zijn.
Hoewel het voorliggende bestemmingsplan slechts in beperkte mate ziet op nieuwe ontwikkelingen, brengt het actualiserende karakter met zich mee dat met dit bestemmingsplan toch, waar mogelijk, invulling geeft aan de beleidsambities van de nieuwe Woonvisie. Middels dit bestemmingsplan maar ook het onderliggende beeldkwaliteitsplan wordt getracht de (woon-)kwaliteit van de binnenstad te verbeteren.
Notitie niet woonactiviteiten aan huis
Doel van de Notitie ‘Niet woonactiviteiten aan huis' is om heldere en duidelijke regels te krijgen voor mensen die een klein deel van hun huis of bijgebouw willen inrichten en gebruiken om van daaruit niet-woonactiviteiten te ontplooien. Onder niet woonactiviteiten wordt verstaan alle beroeps- en bedrijfsactiviteiten in een woning of een bijbehorend bouwwerk, die passen in categorie 1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel daarmee gelijk te stellen zijn, gelet op de aard van die activiteiten en de invloed ervan op de omgeving. Er zijn regels geformuleerd die duidelijk maken onder welke voorwaarden voor niet-woonactiviteiten aan huis een omgevingsvergunning kan worden verkregen.
Landschapsontwikkelingsplan Nijkerk (2005)
Het door de gemeenteraad vastgestelde Landschapsontwikkelingsplan van de gemeente Nijkerk heeft een visie op hoofdlijnen opgenomen, genaamd 'De rode draad'.
Hierin zijn een viertal aanknopingspunten opgenomen die van belang zijn voor de gemeente, namelijk:
- Versterken van de drie aanwezige landschapstypen in Nijkerk.
- Versterken en beleefbaar maken van het cultuurhistorische erfgoed.
- Behoud en versterken van de natuurparels van Nijkerk.
- Uitbreiden recreatief netwerk en benutten kansen op recreatief vlak.
Eén van de aanbevelingen in het landschapsontwikkelingsplan is het versterken, behouden en uitbreiden van de landschappelijke kwaliteiten. De snelweg vormt een barrière van de stad Nijkerk richting de polder. Ook de bedrijventerreinen zorgen voor een harde stadsrand aan de westzijde van Nijkerk. Doordat langs deze rand bomenrijen, schermen of boomgroepen zijn geplaatst wordt hiermee de landschappelijke kwaliteit versterkt.
In de eerste helft van 2019 stelt de gemeenteraad naar verwachting een geactualiseerde versie van dit Landschapsontwikkelingsplan vast.
Handboek Groenbeleid
In januari 2003 is het Handboek Groenbeleid opgesteld. Het Handboek Groenbeleid verwoordt de visie voor het openbare groen binnen de kernen van de gemeente Nijkerk voor de lange termijn. Het handboek vormt een belangrijk toetsingskader en bestuurlijk beleidsstuk en is opgebouwd uit verschillende modules of bouwstenen. Elke bouwsteen vormt een afgeronde eenheid, samen vormen ze een 'muur', een drager voor hel toetsen van plannen en ontwikkelingen. De samenhang tussen de bouwstenen maakt de muur sterk.
Nijkerk heeft zich ontwikkeld van een kerkdorp naar een middelgrote stad. De kern heeft een groene uitstraling, met name door het groen binnen de wijken. Op kernniveau is momenteel geen heldere en eenduidige groenstructuur aanwezig, hiervoor is het groen te veel versnipperd. De structuur in de kern wordt bepaald door de oude kerkwegen of radialen, oude en nieuwe ringwegen en waterlopen (Breede Beek en Arkervaart). Langs de meeste wegen is geen doorgaande laanbeplanting aanwezig waardoor de oriëntatie lastig is. Daarnaast is er weinig relatie met het buitengebied omdat karakteristieke laanbeplantingen niet doorlopen in de kern. Naast de hiervoor genoemde elementen zijn ook het spoor en langzaam verkeersroutes, waaronder het havenspoorlijntje, belangrijke lijnelementen binnen de groenstructuur van Nijkerk.
Vlakelementen binnen de groenstructuur zijn het Van Reenenpark en het stadspark.
Uitgangspunten voor de ontwikkeling van de hoofdgroenstructuur zijn:
- het verduidelijken van de hiërarchie in wegen, het vergroten van de oriëntatie en het verbeteren van de relatie met het buitengebied.
- langs radialen en ringwegen dienen uniforme laanbeplantingen aangeplant of aangevuld te worden. Hierbij geldt een dubbele laanbeplanting langs de radialen en een enkele laanbeplanting (of dubbele laanbeplanting in de middenberm) bij ringwegen.
- bij wegreconstructies dient meer ruimte voor bomen gereserveerd te worden.
- binnen de hoofdgroenstructuur worden zoveel mogelijk bomen van de 1e grootte (eik, beuk, linde, populier) toegepast.
- naast meer natuurlijke oevers langs de beken ook binnen de kern is het verbeteren van het zicht op de beken van belang.
- de visuele en functionele relatie tussen het centrumgebied en de Arkervaart dient verbeterd te worden.
- de parken in Nijkerk hebben een historisch karakter en zijn visitekaartjes voor de kern. Ze kunnen een kwaliteitsimpuls gebruiken, waarbij ze aantrekkelijker worden gemaakt als verblijfsplek.
- de (deels toekomstige) zone langs de A28 is belangrijk als recreatief uitloopgebied en voor natuurontwikkeling. Entrees en belangrijke kruisingen worden geaccentueerd door een opvallende inrichting, waarbij gebruik wordt gemaakt van elementen uit de directe omgeving.
Het voorliggende bestemmingsplan doet geen afbreuk aan de gewenste structuur en ontwikkelingsrichting van Nijkerk, maar ondersteunt deze juist.
Duurzame ontwikkeling
De gemeente beschikt over een klimaatplan ‘Nijkerk naar CO2 – neutraliteit in 2035’. In dit plan staan verschillende activiteiten vermeld die zijn of in de komende jaren worden ondernomen.
De activiteiten zijn onderverdeeld in vier rubrieken:
- Nijkerk als klimaatbestendige gemeente;
- Nijkerk als leefbare gemeente;
- Nijkerk als duurzame gemeente;
- Nijkerk als verantwoordelijke gemeente.
Aan een gemeentelijk beleidsplan wordt gewerkt. Op regionaal, provinciaal en landelijk niveau zijn tevens diverse beleidsstukken in de maak.
Op het gebied van energiebesparing moeten er veel stappen worden gezet, dit betekent dat ook in de binnenstad van Nijkerk veel huizen geïsoleerd moeten worden. Dit is tevens een noodzakelijke stap binnen de warmtetransitie: het vervangen van aardgas door duurzame warmtebronnen. De vraag hoe dit vorm te geven wordt in 2018 uitgewerkt binnen de Warmtevisie. Deze warmtevisie is naar verwachting begin 2019 gereed. Onderdeel van de ambitie om CO2-neutraal (2035) en uiteindelijk (2050) energieneutraal te worden, is dat op alle daken die hiervoor geschikt zijn, zonnepanelen geïnstalleerd zouden moeten worden.
Onderdeel van de uitvoering is het besluit dat de gemeenteraad op 22 februari 2018 heeft genomen om alle nieuwbouw in de gemeente Nijkerk aardgasloos en conform de per 2020 wettelijk verplichte eisen voor energiezuinig bouwen (BENG-eisen = bijna energie-neutraal gebouwd) te bouwen. Op basis van deze besluiten kunnen in anterieure overeenkomsten expliciete afspraken vastgelegd worden met (bouw)partijen. Dit beleid draagt bij aan een CO2-neutraal Nijkerk in 2035. Overigens geldt daarbij wel de kanttekening dat in bijzondere gevallen het college van Burgemeester en Wethouders bevoegd is om onderbouwd met technische en/of ruimtelijke argumenten van af te wijken. Bijvoorbeeld wanneer het om een (kleinere) complexe binnenstedelijke (herstructurerings)opgave gaat, zoals de inbreiding van twee of drie woningen in de binnenstad van Nijkerk.
Waterplan (2006)
Het Waterplan bestaat uit twee delen:
- Deel 1 is het beleidsdeel 'Gemeentelijk Waterplan Nijkerk, Visie en beleid 2005-2030' dat door de gemeenteraad van Nijkerk op 1 juni 2006 is vastgesteld. Hierin worden de visie en doelstellingen van het Nijkerkse waterbeleid omschreven. Door dit zo concreet mogelijk te doen zijn de vorderingen in de uitvoering van het plan goed te meten.
- Deel 2 is het uitvoeringsdeel 'Gemeentelijk Waterplan Nijkerk, Uitvoerings- en Communicatieplan 2007-2011' dat jaarlijks door het college wordt geactualiseerd en vastgesteld en waarin de uit te voeren maatregelen zo concreet mogelijk zijn beschreven.
Gelet op hun grote betrokkenheid zijn de Waterschappen 'Vallei & Eem' en 'Veluwe' op een constructieve en intensieve wijze bij de totstandkoming van het gemeentelijk Waterplan betrokken
De visie geeft aan hoe het watersysteem er op lange termijn uit moet zien en bevat doelstellingen voor de lange, middellange en korte termijn. De visie is opgebouwd uit zes thema's:
- samen werken aan water en ruimte.
- voort met afkoppelen.
- aanpak grondwaterproblematiek.
- verbeteren waterkwaliteit en ecologie.
- bevorderen gebruik en beleving van water.
- water en vuur.
In het uitvoeringsprogramma staan voor de kern Nijkerk verschillende actiepunten verwoord, zoals bijvoorbeeld de kansen voor het afkoppelen bij rioolvervanging in bestaand bebouwd gebied. De mogelijkheden hiervoor in de binnenstad zijn naar verwachting gering.
4.2.3 Toelichting per bestemming
De regels in dit bestemmingsplan zijn opgezet aan de hand van hetgeen hiervoor is beschreven.
Dit bestemmingsplan kent de (dubbel-)bestemmingen Bedrijf, Centrum, Cultuur en ontspanning, Detailhandel, Groen, Horeca, Kantoor, Maatschappelijk, Tuin, Verkeer, Verkeer – Railverkeer, Verkeer – Verblijfsgebied, Water, Wonen, Wonen – Woongebouw, Gemengd - Uit te werken, Waarde – Archeologie en Waarde - Cultuurhistorie.
De voor Bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Deze Staat van Bedrijfsactiviteiten is als bijlage bij de regels opgenomen. Afwijkende bedrijfsvormen zijn aangeduid op de verbeelding. Dit geldt ook voor de (bestaande) bedrijfswoningen. De gemeente acht het niet wenselijk dat op de bestemde bedrijfspercelen afwijkende bedrijfsontwikkelingen zich voordoen. Deze kunnen (milieu)hinder op de omgeving veroorzaken. Gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak. Evenmin acht de gemeente het wenselijk dat er op bedrijfspercelen nieuwe woningen worden gerealiseerd.
Voor wat betreft de goot- en bouwhoogtes geldt dat deze ten hoogste de goot- en bouwhoogte bedragen, zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van dit ontwerpplan. In enkele situaties zijn de goot- en bouwhoogten opgenomen op de verbeelding. In deze situaties gelden de hoogtes, zoals weergegeven op de verbeelding. Bij omgevingsvergunning kunnen andere bedrijven worden toegestaan, mits deze aan de in het plan opgenomen voorwaarden voldoen. Voorts bevat het plan voor het college de bevoegdheid de bestemming te wijzigen naar ‘Wonen, indien de ondernemer alle bedrijfsactiviteiten op het perceel beëindigd. In beide voornoemde situaties verleent de gemeente medewerking, als voldaan is aan enkele voorwaarden. Deze voorwaarden zijn in de regels opgenomen.
De bestemming Centrum is toegekend aan het winkelgebied van Nijkerk. Binnen deze bestemming is een tweedeling gemaakt doormiddel van een onderscheidt tussen woonstraten en winkelstraten. Voor winkelstraten is een scala aan centrumfuncties aanwezig welke onderling uitwisselbaar zijn. Daarmee is het mogelijk dat de markt zelf sturing geeft aan de ontwikkeling van het gebied. Een uitzondering hierop is wonen op de begane grond. Dit is niet wenselijk vanuit het oogpunt om aantrekkelijke en aaneengesloten winkelfronten te behouden. Dit met uitzondering van de bestaande situaties waar wonen op de begane grond voorkomt; dit is als zodanig aangeduid op de verbeelding.
Binnen deze bestemming zijn bij recht horecabedrijven toegestaan als genoemd in categorie IA (Horeca) van Bijlage 2 Staat van inrichtingen (horeca). Hiervoor is op de verbeelding geen aanduiding opgenomen. Horecabedrijven, in een andere horecacategorie van voornoemde Bijlage zijn op de verbeelding nader aangeduid. Daarnaast is een afwijkingsbevoegdheid opgenomen teneinde horecabedrijven als genoemd in categorie II van Bijlage 2 Staat van inrichtingen (horeca) mogelijk te maken indien deze ruimtelijk inpasbaar zijn.
Het aantal toegestane functies in woonstraten is beperkter. Daar staat tegenover dat in deze straten op de begane grond winkels alsmede woningen zijn toegestaan. Daarnaast zijn bestaande horecabedrijven toegestaan. Deze zijn aangeduid op de verbeelding. Nieuwe functies (bedrijvigheid, horeca of kantoren) zijn wel mogelijk, maar hiervoor is een afwijkingsprocedure noodzakelijk. De gemeente is namelijk van mening dat aan het toelaten van nieuwe functies een afzonderlijke afweging vooraf moet gaan of deze functie er ruimtelijk aanvaardbaar is.
Op de verbeelding is onderscheid gemaakt tussen de hoofdbebouwing en de zone achter deze hoofdbebouwing. Voor beide zones gelden andere bouwregels. Voor de hoofdbebouwing wordt de bestaande hoofdvorm van de bebouwing vastgelegd teneinde het bestaande afwisselende bebouwingsbeeld te waarborgen. Voor de zone achter de hoofdbebouwing is uitsluitend een maximale bouwhoogte bepaald, aangezien hier minder cultuurhistorische aspecten in het geding zijn en deze zone bovendien niet zichtbaar is vanuit de openbare ruimte.
Voor het wonen geldt dat het wonen op de verdieping en daar waar het wonen op de begane grond is toegestaan is beperkt tot het bestaande aantal woningen. Daarmee wordt voorkomen dat woningen op de begane grond of op de verdieping worden 'opgeknipt' in meerdere wooneenheden.
Deze regel is in het bestemmingsplan opgenomen om te voorkomen dat zonder nader onderzoek naar de ruimtelijke gevolgen in het plangebied bij recht of via een flexibiliteitsregel zelfstandige en onzelfstandige kamerverhuur van (bovenverdiepingen van) panden kan plaatsvinden. Het splitsen van panden in meerdere zelfstandige en/of onzelfstandige kamers dient eerst nader onderzocht te worden op aspecten, zoals leefbaarheid, veiligheid, geluid en parkeren voordat er bereidheid bestaat nadere regels in het bestemmingsplan op te nemen om aan de splitsing medewerking te verlenen. Er wordt wel nader onderzoek uitgevoerd naar de effecten van het schrappen van deze regel. Het onderzoek heeft tot doel een beleidsregel op te stellen waaruit moet blijken in welke delen van de woonkernen in de gemeente splitsing van panden ruimtelijk aanvaardbaar is. Indien deze beleidsregel gereed is, wordt in de afzonderlijke bestemmingsplannen nadere regelgeving opgenomen. Het nieuwe beleid kan immers aanleiding geven het strijdig gebruik te handhaven in bepaalde delen van de woonkernen, maar kan ook aanleiding geven tot het schrappen van de betwiste regel uit het bestemmingsplan Binnenstad in één van de eerstvolgende veegplannen voor dit bestemmingsplan.
Voor de woonstraten geldt dat op de begane grond bestaande winkels wel kunnen transformeren naar wonen.
Deze bestemming is toegekend aan Vergader- en Congrescentrum ‘De Schakel’. Gelet op de specifieke functie van dit centrum is er aan het perceel een eigen bestemmingsregeling toegekend
Deze bestemming is toegekend aan bestaande winkels, voor zover deze gelegen zijn buiten de bestemming Centrum. Het is mogelijk binnen deze bestemming van winkelbranche te wisselen.
De bestemming 'Groen' heeft betrekking op groenvoorzieningen met bijbehorende paden en voorzieningen, zoals voorzieningen voor de waterhuishouding (bijvoorbeeld water en wadi's). Binnen deze bestemming is ook het bestaande parkeerterrein in het stadspark als zodanig aangeduid.
Deze bestemming is toegekend aan horecavoorzieningen, voor zover gelegen buiten de begrenzing van de binnenstad. Het betreffen hier concreet 'Spoorzicht' en 'De Dolle Joncker'.
Deze bestemming is toegekend aan bestaande kantoren, voor zover gelegen buiten de begrenzing van het centrumgebied.
Deze bestemmingen zijn toegekend aan maatschappelijke voorzieningen, voor zover gelegen buiten de begrenzing van het centrumgebied.
De bestemming 'Tuin' heeft betrekking op, in beginsel, onbebouwde tuinen en erven bij woningen. Gebouwen mogen hier niet worden gebouwd, een enkele, nader afgewogen, uitzondering daargelaten. Ook komt deze bestemming voor in combinatie met de bestemming 'Centrum – 1' teneinde waardevolle groene achtererven te kunnen behoeden tegen bebouwing en/of toenemende verharding.
Deze bestemming is toegekend aan alle wegen in het plangebied, met uitzondering van de wegen, die een overwegende verblijfsfunctie hebben.
Deze bestemming is toegekend aan de gronden langs de spoorlijn. Binnen deze bestemming is de bestaande bebouwing (het stationsgebouw en de fietsenstalling) als zodanig door middel van bouwvlakken op de verbeelding aangegeven.
Deze bestemming is toegekend aan een groot deel van de binnenstad ‘binnen de ring’. De inrichting is hier veelal afgestemd op het gebruik als voetgangerszone. Binnen deze bestemming is aangegeven, dat het Plein tevens gebruikt mag worden als evenemententerrein. Voorts zijn de grote openbare parkeervoorzieningen nader aangeduid.
Deze bestemming is toegekend aan bestaande watergangen en vijvers in het plangebied. Het betreft hier onder andere de Arkervaart, de Breede Beek en de vijverpartijen in het stadspark.
De bestemming 'Wonen' heeft betrekking op de bestaande woningen, voor zover deze zijn gelegen buiten het centrumgebied. In de regels zijn aparte bepalingen opgenomen voor de toelaatbaarheid van bijgebouwen.
Voorts bevat het artikel een specifieke gebruiksregel waarin geregeld is dat splitsing van woonpanden in meerdere wooneenheden niet is toegestaan. Zie hiervoor ook de toelichting onder het kopje ‘Centrum’.
Op de verbeelding zijn aanduidingen opgenomen waar detailhandel, kantoren of een maatschappelijke voorziening is toegestaan op de begane grond.
Deze bestemming is toegekend aan bestaande appartementencomplexen, voor zover gelegen buiten de begrenzing het centrumgebied. Voor zover op de begane grond van deze gebouwen andere functies voorkomen, zijn deze als zodanig op de verbeelding aangegeven. Een voorbeeld zijn de maatschappelijke voorzieningen op de begane grond van één van de appartementencomplexen aan de Oranjelaan.
De bestemming 'Gemengd - Uit te werken' is opgenomen voor de ontwikkelingslocatie aan het Kerkplein. Hiermee krijgt het college de bevoegdheid om, binnen de randvoorwaarden welke vanuit de gemeenteraad zijn meegegeven, het gebied nader uit te werken naar een passende bestemming met de daarbij behorende bebouwingsmogelijkheden. Omdat de voorheen geldende bestemming voorzag in de mogelijkheid om een supermarkt te vestigen is er voor gekozen een uit te werken bestemming op te nemen. Hiermee is deze mogelijkheid weggenomen. Dit is vanuit ruimtelijke oogpunt wenselijk omdat de marktruimte hiertoe ontbreekt. Voor het overige bieden de uit te werken regels ruimte voor functies, zoals overige detailhandel, wonen, bedrijven in de categorieën 1 en 2 of daarmee gelijk te stellen bedrijven, dienstverlening, horeca, kantoren en maatschappelijke en educatieve voorzieningen.
Van belang is dat de regels voor het Kerkplein alleen binnen de kaders van de bestemming ‘Gemengd – Uit te werken’ mogen worden uitgewerkt. Dit betekent concreet dat in dit artikel alle functies moeten zijn opgenomen om er alle beoogde functies in de toekomst een plek te kunnen geven. Indien de functie niet genoemd wordt, beschikt het college niet meer over de mogelijkheid de functie in het uitwerkingsplan op te nemen. Dit geldt ook voor de functie detailhandel. Deze functie is opgenomen om de huidige ondernemers in het gebied in de toekomst in te kunnen passen. In de regels is de ontwikkeling van detailhandel beperkt tot een maximale omvang van 250 m2. De uit te werken regeling in het bestemmingsplan biedt op deze wijze niet meer ruimte voor detailhandel dan op dit moment, gelet op de stand van zaken in de binnenstad, gewenst is.
Voorts heeft de gemeenteraad bij de vaststelling van het Bestemmingsplan Binnenstad Nijkerk 2018 op 18 oktober 2018 met een amendement het college de bevoegdheid meegegeven een afwijkingsbevoegdheid in het uitwerkingsplan op te nemen, mits aan de toepassing van deze bevoegdheid een door de raad vast te stellen kaderstellend document ten grondslag ligt. Dit amendement is met algemene stemmen aangenomen. De raad geeft hiermee aan de behoefte te hebben voor de uitwerking van dit bijzonder beeldbepalende gedeelte van Nijkerk separaat (stedenbouwkundige en andere aanvullende) kaders vast te stellen, voordat op basis van de uitwerkingsregels van het bestemmingsplan Binnenstad Nijkerk 2018 een uitwerkingsplan wordt opgesteld en door het college in procedure wordt gebracht.
Op de verbeelding is door middel van een aanduiding aangegeven welke 'specifieke vorm van waarde' aanwezig is.
In paragraaf 4.2.1 is al ingegaan op de inhoud van deze dubbelbestemming. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen.
5.3 Bedrijven en milieuzonering
In het kader van de Wet milieubeheer dient in nieuwe situaties rekening te worden gehouden met (wenselijke) afstanden tussen bepaalde milieubelastende functies en milieugevoelige functies. In de uitgave "Bedrijven en Milieuzonering" (2009) is een richtafstandenlijst opgenomen. In de lijst is voor allerlei soorten 'milieubelastende activiteiten' aangegeven welke richtafstanden vanwege geur, stof, geluid en gevaar bij voorkeur aangehouden moeten worden ten opzichte van 'milieugevoelige activiteiten'. De grootste van deze vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een activiteit in een milieucategorie. Onderstaand het verband tussen de afstand en de milieucategorie.
milieucategorie richtafstand rustige woonwijk | |
1 | 10 meter |
2 | 30 meter |
3.1 | 50 meter |
3.2 | 100 meter |
De richtafstanden gaan uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet worden beoogd, dan kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting (in plaats van de richtafstanden). Benadrukt moet worden dat de richtafstanden zijn afgestemd op het omgevingstype rustige woonwijk (of een vergelijkbaar omgevingstype) en dat de richtafstanden bij een omgevingstype gemengd gebied (een gebied met een matige tot sterke functiemenging) met 1 stap kunnen worden verlaagd zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat.
Het waar nodig scheiden van milieubelastende activiteiten en milieugevoelige gebieden en functies bij nieuwe ontwikkelingen dient twee doelen:
- Het reeds in het ruimtelijke spoor voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies.
- Het tegelijk daarmee aan de bedrijven voldoende zekerheid bieden dat zij hun activiteiten duurzaam binnen aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.
Het bestemmingsplan en de milieuregelgeving vormen elkaars complement. Voor zover met behulp van een zonering eventuele overlast voor de omgeving niet voldoende kan worden beperkt, kan de toepassing van milieuregelgeving uitkomst bieden.
Bestaande functies in het plangebied
Het plangebied kan grotendeels worden aangemerkt als een gemengd gebied. Binnen dit plangebied komen naast de woonfunctie ook duidelijke centrumfuncties voor zoals detailhandel, horeca, kantoren en bedrijven.
Benadrukt moet worden dat de mogelijkheden voor bedrijvigheid tevens in het kader van de milieuregelgeving wordt beoordeeld.
Het voorliggende plan is een actualiserend plan waarbij uitgangspunt is dat elk bedrijf een omgevingsvergunning (milieuvergunning) heeft die is afgestemd op de huidige situatie. Voor de bedrijvigheid geldt dat de geldende vergunningen, voor zover van toepassing, en het Activiteitenbesluit afdoende moeten worden geacht
Buiten het bedrijventerrein, in woongebieden worden in principe alleen bedrijven tot en met milieucategorie 2 toegestaan. Bedrijven die in een hogere categorie vallen zijn specifiek in dit bestemmingsplan aangeduid.
Hieronder is een overzicht opgenomen van de bedrijven en inrichtingen in het plangebied. Daarbij is aangeduid in welke categorie het bedrijf valt op basis van de eerder genoemde uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' (2009):
Parkeergarage 'De Bonte Koe'
SBI-1993 6321 SBI-2008 5221
Afstand in meters:
Geur 10, Stof 0, Geluid 30, Gevaar 10, bedrijfscategorie 2
De grootst mogelijke afstand voor een parkeergarage bedraagt 30 meter (geluid).
Brezan automaterialen Vleenenck 2
SBI-1993 503,504 SBI-2008 453
Afstand in meters:
Geur 0, Stof 0, Geluid 30, Gevaar 10, bedrijfscategorie 2
De grootst mogelijke afstand voor een automaterialenhandel bedraagt 30 meter (geluid).
Veer Hengelsport met vuurwerkverkoop Nieuwstraat 3
SBI-1993 5148.7 SBI-2008 46499/1
Afstand in meters:
Geur 10, Stof 0, Geluid 30, Gevaar 10, bedrijfscategorie 2.
De grootst mogelijke afstand voor een vuurwerkverkoop punt bedraagt 30 meter (geluid).
Autobedrijf Kuijpers Nieuwstraat 5
SBI-1993 501, 502 SBI-2008 451, 452, 454
Afstand in meters:
Geur 10, Stof 0, Geluid 30, Gevaar 10, bedrijfscategorie 2
De grootst mogelijke afstand voor een garagebedrijf bedraagt 30 meter (geluid).
Vetkamp 40a,b,c,d,e
Het terrein wordt aan verschillende opslag bedrijven verhuurd. Deze bedrijven blijven doorgaans niet zo lang op het terrein zitten. Voornamelijk zitten er kleinschalige hoveniers- cq loonbedrijven, voor dergelijke inrichtingen gelden de volgende indicatieve maximale milieuafstanden.
SBI-1993 014 SBI-2008 16, 2/4
Afstand in meters:
Geur 30, Stof 10, Geluid 30, Gevaar 10, bedrijfscategorie 2
De grootst mogelijke afstand voor een hoveniers- loonbedrijf bedraagt 30 meter .
Niet woon-activiteiten aan huis
Voor niet woonactiviteiten aan huis heeft de gemeente Nijkerk de Notitie niet woonactiviteiten aan huis opgesteld (zie
toelichting paragraaf 2.4).
5.13.2 Geluid
Algemeen
De Wet geluidhinder (Wgh) en het Besluit geluidhinder (Bg) hebben tot doel de volksgezondheid en het milieu te beschermen tegen geluidsoverlast. Op grond van de wet dient bij de voorbereiding van de vaststelling van een bestemmingsplan een akoestisch onderzoek te worden ingesteld naar geluidbelastingen op de gevels van woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen afkomstig van wegverkeerslawaai, spoorweglawaai en industrielawaai.
Akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting bij geluidgevoelige bestemmingen is alleen vereist indien er:
- nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen het plangebied mogelijk worden gemaakt en deze zijn gelegen binnen de zone van een weg, spoorweg of industrieterrein.
- er nieuwe (spoor)wegen, gezoneerde industrieterreinen worden aangelegd binnen of nabij het plangebied,
- er aanpassingen plaatsvinden van bestaande (spoor)wegen, gezoneerde industrieterreinen binnen of nabij het plangebied.
De Wet ruimtelijke ordening heeft tot doel de verschillende functies/bestemmingen dusdanig te situeren dat er optimaal gebruik wordt gemaakt van de beschikbare grond binnen Nederland. Naast de milieuaspecten 'geur', 'stof' en 'gevaar' is 'geluid' een belangrijk ruimtelijk aspect. In het kader van de (Wro) geldt onder de noemer van een 'goede ruimtelijke ordening' een beoordelingsplicht van de geluidbelasting indien een nieuwe geluidgevoelige bestemming is geprojecteerd nabij een 30km/uur weg of in de directe nabijheid van bedrijven.
De beoordelingsplicht voor nieuwe geluidgevoelige bestemmingen langs 30km/uur wegen is bekrachtigd in het geluidbeleid van de gemeente Nijkerk. Daarnaast worden de slaapvertrekken van kinderdagverblijven als geluidgevoelige bestemming betiteld. Het is van belang dat de kinderen in een rustige en stille omgeving kunnen slapen.
Industrielawaai
Het plangebied voor het Kerkplein is niet gelegen binnen de wettelijk zone van het industrieterrein Arkervaart. Er zijn vanuit dat oogpunt dan ook geen belemmeringen voor de ontwikkeling van dit gebied.
Bedrijven
De binnen het plangebied en in de directe omgeving zijn bedrijven gelegen waarvan enkele een geluiduitstraling op de omgeving hebben. Dit geluidaspect valt onder het regiem van de Wet milieubeheer en is daarom behandeld in de paragraaf 'Bedrijven en Milieuzonering'.
Railverkeerslawaai
De afstand tot de spoorverbinding Zwolle/Amersfoort bedraagt veel meer dan 300 meter gemeten vanuit buitenste spoorstaaf. Nader onderzoek kan achterwege blijven.
Wegverkeerslawaai
Voorts zijn er binnen en nabij de plangebieden een aantal wegen met een maximumsnelheid van 50 km/uur en verschillende wegen met een 30km/uur regiem aanwezig. Binnen de plangebieden zijn voor het wegverkeerslawaai in het verleden geen hogere waarden vastgesteld.
Binnen alle plangebieden ondervinden de naar de Torenstraat gerichte woningen geluidbelastingen variërend van circa 55dB tot 62dB. Ook bij het zorgcentrum treden vergelijkbare geluidbelastingen op. Hiermee wordt de voorkeursgrenswaarde van 48dB in de eerste lijn met 7 tot 14dB overschreden. Ook bij enkele woningen in zijstraten en woningen op de tweede lijn wordt de voorkeursgrenswaarde overschreden. Bij de uitwerking van de plangebieden dient er een degelijk akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd naar de werkelijke geluidbelasting. Hierbij dienen actuele verkeersgegevens als uitgangspunt. Aangezien de reconstructie van de Torenstraat een grote invloed kan hebben op de verkeersintensiteiten en er in de verkeersvisie van Nijkerk grote ingrepen in het verkeersnetwerk zijn gepland wordt geadviseerd te monitoren welke verkeersdrukte daadwerkelijk optreedt en hierop het akoestisch onderzoek af te stemmen.
Aanpassingen aan de Torenstraat
De Torenstraat wordt gereconstrueerd. In het kader van de Wet geluidhinder is onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke toename van de geluidbelasting ten gevolge van de wijzigingen aan de weg. Hierbij is tevens rekening gehouden met de invloed van de wijzigingen aan de weg op de toekomstige verkeersintensiteiten. Het onderzoek richt zich op het bepalen van de geluidbelasting op de woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen langs de weg.
De berekeningsresultaten zijn getoetst aan de volgens de Wet geluidhinder (Wgh) geldende grenswaarden. Wanneer de in de Wgh gestelde grenswaarden worden overschreden, dient beoordeeld te worden of er maatregelen ter beperking van het geluid mogelijk zijn en/of er een hogere grenswaarde moet worden vastgesteld door het college van Burgemeester en Wethouders. Er is overigens pas sprake van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder bij een wijziging op of aan een aanwezige weg waarbij de toename van de geluidbelasting 2 dB (afgerond 1,5 dB) of meer bedraagt.
Ingevolge artikel 99 lid 2 dienen bij wijzigingen op of aan een weg ook andere wegen te worden onderzocht waar naar verwachting een toename van 2 dB of meer zal optreden als gevolg van de wijzigingen op of aan de eerdergenoemde weg. Het betreft hier de zogenaamde 'uitstraling van de reconstructie'. Toetsing aan de normering van de Wet geluidhinder behoeft voor deze wegen niet plaats te vinden als er bij deze wegen geen fysieke wijzigingen plaatsvinden.
In artikel 110a en volgende van de Wgh wordt aangegeven onder welke voorwaarden hogere grenswaarden kunnen worden verleend. Er kan uitsluitend een hogere grenswaarde worden vastgesteld indien toepassing van maatregelen, gericht op het terugbrengen van de geluidbelasting vanwege een weg, onvoldoende doeltreffend zal zijn dan wel overwegende bezwaren ontmoet van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard.
Om de geluidbelasting vanwege een weg te beperken, kunnen de volgende maatregelen worden getroffen:
- Maatregelen aan de bron door middel van het toepassen van een geluidarm wegdektype;
- Maatregelen in het overdrachtsgebied door middel van het toepassen van een geluidscherm/grondwal;
- Maatregelen aan de ontvanger door middel van het toepassen van schermen aan of nabij de gevel, het toepassen van 'dove' gevels, en dergelijke.
De reconstructie van de Torenstraat is erop gericht de oversteekbaarheid van de weg te verhogen en de radialen van de kruisende wegen te versterken. Hiermee wordt expliciet bereikt dat het doorgaande verkeer ontmoedigd wordt gebruik te blijven maken van de Torenstraat en bij voorkeur uit te wijken naar de N301.
De Torenstraat is een weg met een 30 km/uur-regiem. 30 km/uur wegen hebben geen wettelijke zone. In het kader van de goede ruimtelijke ordening geldt er ondanks het ontbreken van een wettelijke zone een beoordelingsplicht. Er dient sprake te zijn van een 'deugdelijke motivering' bij het vaststellen van een bestemmingsplan.
De toekomstige verkeersintensiteiten op de Torenstraat zijn onbekend. De gebruikelijke verkeersmodellen gaan uit van een groter autogebruik in de toekomst, de zogenaamde autonome toename. Daarnaast tonen de verkeersmodellen een toenemende congestie op de N301 aan. De ontwikkelingsvisie Torenstraat maakt toekomstige nieuwbouw en revitalisering van het stadscentrum mogelijk. Dit kan een verkeersaantrekkende werking hebben. De aanpassingen in het hoofdnetwerk zijn nog niet verwerkt in de toekomstige verkeersintensiteiten.
In de onderstaande tabel zijn de verkeersintensiteiten opgenomen zoals deze bij het akoestisch onderzoek zijn gebruikt. In de laatste kolom is de toename van de geluidbelasting langs de betreffende weggedeelten opgenomen. Deze toename wordt 'reconstructie-effect' genoemd.
Verkeersintensiteiten (mvt/etmaal) en het reconstructie-effect.
Straat | Wegvak | Huidig 2013 | Toekomst 2024 | Toename dB | Toekomst +plan | Toename dB |
Torenstraat | Holkerstraat-Brink | 5000 | 6000 | 0.79 | 7000 | 1.46 |
Torenstraat | Brink-Kolkstraat | 6000 | 7200 | 0.79 | 8000 | 1.25 |
Vrijheidslaan | Kolkstraat-Vetkamp | 6000 | 7200 | 0.79 | 8000 | 1.25 |
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat het reconstructie-effect beperkt blijft tot minder dan 2dB. Er is daarom geen verplichting tot het treffen van maatregelen.
Gelet op de overschrijding van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB bij de meeste bestaande woningen en het feit dat er nieuwbouw is gepland langs de Torenstraat is wel onderzocht welke maatregelen getroffen kunnen worden om de toekomstige geluidbelasting te verlagen.
Maatregelen
Maatregelen aan de bron door middel van het toepassen van geluidgedempte elementenverharding als wegdekverharding in plaats van standaard klinkers kan een reductie opleveren van circa 3 dB, waarmee de geluidbelasting na reconstructie ten opzichte van de huidige geluidbelasting afneemt.
Maatregelen in het overdrachtsgebied door middel van het toepassen van een geluidscherm worden voor het onderhavige plangebied stedenbouwkundig niet inpasbaar geacht en zijn derhalve niet nader onderzocht.
Maatregelen bij de ontvanger door middel van het toepassen van schermen aan of nabij de gevel (zogenaamde vliesgevels) of het toepassen gevels zonder te openen delen ('dove' gevels) zijn niet noodzakelijk. Dergelijk maatregelen zijn bij bestaande woningen vaak te kostbaar en passen niet in het gewenste ruimtelijke beeld. Bij de nieuw te bouwen woningen en overige geluidgevoelige bestemmingen valt het toepassen van een vlies-gevel of een dove-gevel te overwegen.
Bij alle nieuwe woningen en overige geluidgevoelige bestemmingen dient daarnaast in ieder geval te worden voldaan aan de eisen uit het bouwbesluit ten aanzien van het maximale binnengeluidniveau. Hierbij dient uitgegaan te worden van de geluidbelasting zonder de 5dB aftrek conform artikel 110g van de Wgh.
Conclusie
Voor de ontwikkeling van het Kerkplein is een nader akoestisch onderzoek nodig. Dit nadere onderzoek dient in het kader van het uitwerkingsplan opgesteld te worden.