direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Nijkerkerveen, deelplan 1b
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0043-0003

Artikel 6 Wonen

6.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand', uitsluitend vrijstaande woningen zijn toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand dan wel twee-aaneen', uitsluitend halfvrijstaande en vrijstaande woningen zijn toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' uitsluitend aaneengebouwde woningen zijn toegestaan;
  • b. vrije beroepen, met dien verstande dat:
    • 1. ten minste 60% van de gebruiksoppervlakte van de gebouwen en de bijbehorende erven dient te worden aangewend voor de woonfunctie;
    • 2. de gezamenlijke gebruiksoppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken welke wordt gebruikt voor het vrije beroep niet meer dan 60 m2 mag bedragen;
    • 3. het vrije beroep dient te worden uitgeoefend door de bewoner van de bijbehorende woning;
    • 4. detailhandel aan huis niet is toegestaan;
    • 5. ten behoeve van het vrije beroep niet meer dan 4 klanten tegelijk aanwezig mogen zijn;
    • 6. het parkeren ten behoeve van het vrije beroep op eigen erf moet zijn geregeld;
    • 7. het vrije beroep niet vergunningplichtig dan wel meldingplichtig mag zijn ingevolge de Drank- en Horecawet de Wet milieubeheer en daarop gebaseerde AMVB's;
    • 8. buitenopslag en beroepsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond het aan huis verbonden vrije beroep niet zijn toegestaan, met uitzondering van in- en uitladen;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen, verhardingen, parkeervoorzieningen, tuinen en erven.

6.2 bouwregels
6.2.1

Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

6.2.2

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de voorgevel van een hoofdgebouw wordt in, dan wel maximaal 3 m uit, de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens, gebouwd;
  • c. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogten;
  • d. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt bij hoofdgebouwen ten behoeve van vrijstaande en twee-aan-een gebouwde woningen minimaal 3 m aan de zijde waar geen woning wordt aangebouwd.
6.2.3

Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen en buiten het bouwvlak tot een maximum van 60 m2 per bouwperceel;
  • b. gebouwd op een afstand van ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel;
  • c. gebouwd achter het verlengde van de naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw, voor zover van toepassing;
  • d. het bebouwingspercentage van het achtererfgebied bedraagt maximaal 50%;
  • e. de goothoogte bedraagt maximaal 3,30 m;
  • f. de bouwhoogte van een aanbouw, een uitbouw, een aangebouwd bijgebouw of een aangebouwde overkapping bedraagt ten hoogste:
    • 1. indien het betreft een woning met één bouwlaag: de bouwhoogte van het hoofdgebouw tot een maximum van 3,30 m;
    • 2. indien het betreft een woning met meerdere bouwlagen: de bouwhoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 2 m;
  • g. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw of van een vrijstaande overkapping bedraagt ten hoogste 3.30 m en de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 m;
  • h. de dakhelling van een vrijstaand bijgebouw bedraagt maximaal de dakhelling van het bijbehorende hoofdgebouw;
  • i. de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt tenminste 1 m tenzij in de bouwperceelgrens wordt gebouwd.
6.2.4

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2,5 m.
6.3 specifieke gebruiksregels

Binnen de bestemming geldt dat per vrijstaande en twee-aan-een gebouwde woning minimaal één parkeerplaats wordt gebruikt op eigen terrein.

6.4 afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1 ten behoeve van het gebruik voor beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis als genoemd in Bijlage 1 Lijst beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis met dien verstande dat:

  • a. ten minste 60% van de gebruiksoppervlakte van de gebouwen en de bijbehorende erven dient te worden aangewend voor de woonfunctie;
  • b. de gezamenlijke gebruiksoppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken welke wordt gebruikt voor de beroeps- of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 60 m2 mag bedragen;
  • c. de aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit dient te worden uitgeoefend door de bewoner van de bijbehorende woning;
  • d. detailhandel aan huis niet is toegestaan;
  • e. ten behoeve van de aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit niet meer dan 4 klanten tegelijk aanwezig mogen zijn;
  • f. het gebruik voor een aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit niet mag leiden tot afbreuk van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende grond en/of bebouwing;
  • g. het gebruik voor een aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit geen belemmering mag opleveren voor de doorstroming van het verkeer op de openbare weg;
  • h. het parkeren ten behoeve van de aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsmatige activiteit op eigen erf moet zijn geregeld;
  • i. de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten aan huis niet vergunningplichtig dan wel meldingplichtig mag zijn ingevolge de Drank- en Horecawet en daarop gebaseerde AMVB's;
  • j. buitenopslag en beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in de openbare ruimte rond het bedrijf niet zijn toegestaan, met uitzondering van in- en uitladen.
6.4.2 Afwegingskader

Een in 6.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.