De Flier

4.2 Waterhuishouding

De watertoets - zoals deze in het kader van ruimtelijke plannen dient te worden uitgevoerd - is het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening. Op basis van de waterparagraaf wordt een wateradvies aangevraagd bij waterschap Vallei & Eem. In dit kader worden dan ook alle relevante waterhuishoudkundige aspecten meegenomen in het onderhavige plan. De watertoets wordt in de toelichting bij het bestemmingsplan opgenomen in de vorm van een waterparagraaf.

In het kader van het voorliggende plan voor de realisatie van De Flier is contact geweest met Waterschap Vallei & Eem. Waterschap Vallei & Eem heeft in dit contact advies gegeven over de onderstaande onderwerpen. Tevens is met het oog op de geplande realisatie van De Flier een waterhuishoudingsplan opgesteld. In dit waterhuishoudingsplan is in hoofdlijnen een ontwerp opgesteld voor het watersysteem op De Flier. Het waterhuishoudingsplan is als Bijlage 3 aan het plan toegevoegd.

Rioolstelsel
Om vervuiling van het oppervlaktewater te voorkomen dient op het bedrijventerrein een verbeterd gescheiden riolering aangelegd te worden, waarbij de dakoppervlaktes direct op de watergang lozen.

Oppervlaktes die op voorhand als vervuilend aangeduid kunnen worden, zoals laadloskuilen, kunnen het beste op het afvalwaterriool. Met het stedenbouwkundige plan is met de keuze van het rioolstelsel rekening gehouden. Als de daken direct op de watergang lozen is het verstandig de afstand tussen de watergang en het dakoppervlak niet te groot te maken.

Afvoer omgeving
De waterafvoer van de omgeving dient ondanks de ontwikkeling van De Flier gegarandeerd te blijven. Het gebied van de Domstraat, met aan de oostzijde de Amersfoortseweg en de A28 watert in noordoostelijke richting af. Het is derhalve van belang dat de afvoer van het gebied ten zuiden van het plangebied De Flier behouden blijft. Dit kan door door het huidige slotenpatroon te handhaven of rond het plangebied van De Flier te leiden.

Waterberging
Het bedrijventerrein heeft een oppervlakte van meer dan 40 hectare. Indien wordt uitgegaan van de vuistregel van 10-12% open water dan dient zo'n 4-5 hectare water in het gebied gecreërd worden. Bij de verkaveling van het gebied heeft het aspect water een belangrijke rol gespeeld. In totaal wordt op het bedrijventerrein De Flier circa 4 hectare water aangelegd.

Gezien de ligging van het plangebied en de grondwaterstand in het gebied, zijn de mogelijkheden voor infiltratie van hemelwater in de bodem beperkt.

Bestaande bebouwing
Bij de ontwikkeling van De Flier is het van belang dat er geen wateroverlast ontstaat voor de bestaande gebouwen in de omgeving. Om de gewenste drooglegging te bereiken is ophoging van het gebied noodzakelijk. Omgang met de bestaande waterpeilen is hierbij eveneens belangrijk.

Grondwater
Zoals reeds beschreven varieert de grondwaterstand in het gebied sterk. Op onderstaande afbeelding zijn de gemiddelde hoogste en laagste grondwaterstanden in het gebied weergegeven. De kwel in het plangebied varieert voor sommige delen van 0 centimeter tot 50 centimeter.

afbeelding - gemiddeld hoogste en laagste grondwaterstand in plangebied

Watersysteem

Het huidige watersysteem bestaat uit meerdere watergangen die naar het noorden afwateren. Na realisatie zal het plangebied bestaan uit voornamelijk verhard oppervlak en een aantal grotere watergangen. Op deze wateren is de keur van het waterschap van toepassing. Afhankelijk van het soort watergang houdt dat in dat handelingen in of nabij de watergangen vergunningsplichtig zijn. Daarnaast zijn lozingen (van hemelwater) op oppervlaktewater vergunningplichtig.