direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Bedrijventerrein 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0013-0003

3.4 Gemeentelijk beleid

3.4.1 Structuurvisie Nijkerk/Hoevelaken 2030

De Structuurvisie Nijkerk/Hoevelaken 2030 van de gemeente Nijkerk is op 30 juni 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. De structuurvisie geeft in grote lijnen aan welke plannen de gemeente Nijkerk heeft voor de inrichting van de ruimte in de komende jaren met de blik gericht op 2030. Het is een grove schets die in de komende jaren nader wordt ingevuld. In de structuurvisie is op basis van de huidige situatie en verwachte trends ten aanzien van bevolkingsopbouw, werkgelegenheid, woningmarkt, economisch profiel, mobiliteit en ruimtelijke ontwikkelingen een visie geformuleerd voor de gemeente.

In 2030 profileert gemeente Nijkerk zich met de unieke combinatie van drie identiteiten die op relatief korte afstand te ervaren zijn:

  • 1. Stadse identiteit, waaronder de zone rondom de A28 en in mindere mate de A1;
  • 2. Dorpse Identiteit, zoals de dorpskernen van Nijkerkerveen, Hoevelaken en de wijken aan de zuid- en oostkant van Nijkerk;
  • 3. Landelijke Identiteit, vooral het buitengebied van de gemeente.


In de structuurvisie worden op hoofdlijnen vier strategische keuzes gemaakt ten aanzien van de gewenste ontwikkeling en profilering van Nijkerk in de regio:

  • 1. Drie kernen met eigen cultuur en samenleving;
  • 2. Landbouw en Landschap gaan samen;
  • 3. Tegengaan van verrommeling in gekoesterde landschappen;
  • 4. Ontwikkeling bedrijventerrein, na ontwikkeling van De Flier en De Driehoek wordt ruimte voor nieuwe bedrijvigheid gevonden door herstructurering van Arkervaart Oost.

afbeelding "i_NL.IMRO.0267.BP0013-0003_0006.jpg"

afbeelding - uitsnede Integrale toekomstvisiekaart Structuurvisie Nijkerk/Hoevelaken 2030


Voor dit bestemmingsplan is met name het onderwerp 'Economie' relevant. De gemeente Nijkerk heeft zich in de afgelopen jaren economisch sterk ontwikkeld. Van oudsher heeft de gemeente een sterke landbouwsector gehad maar mede vanwege de ligging nabij de A1 en A28 is de gemeente ook een zeer geschikte plek voor andere bedrijvigheid. Om in de toekomst op de juiste manier in te kunnen spelen op de behoefte is in het kader van de Structuurvisie een onderzoek uitgevoerd naar het economische profiel van Nijkerk. Uit het onderzoek blijkt dat de gemeente Nijkerk een positieve woon-werkbalans heeft. Daarnaast is in de toekomst behoefte aan 50 hectare bedrijventerrein tot 2025. De behoefte van 50 hectare aan nieuw bedrijventerrein wordt in nauwe samenwerking met de gemeenten Amersfoort en Barneveld nader ingevuld. Bij deze nadere invulling geldt als uitgangspunt dat het transformeren van bestaande verouderde bedrijventerrein de voorkeur heeft boven uitbreiding.

De Structuurvisie hanteert als uitgangspunt dat bij de actualisatie van bestemmingsplannen geïnventariseerd moet worden waar zich Bevi (=Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen) inrichtingen zouden kunnen en mogen vestigen. Dergelijke bedrijven werken met gevaarlijke stoffen, die giftig en/of explosief zijn, zoals LPG tankstations, bedrijven met propaangastaks of grote koelinstallaties. Om risico's voor de omgeving te beperken moet voor dergelijke inrichtingen een geschikte locatie worden gevonden.

In de Structuurvisie wordt ook ingezet op vitale bedrijventerreinen. De uitstraling van de bedrijventerreinen bepaalt in belangrijke mate of een terrein als ‘vitaal’ ervaren wordt door de gebruiker of bezoeker. Het is daarom belangrijk dat de openbare ruimte en de kwaliteit van de gebouwde omgeving een juiste uitstraling hebben. Aan de buitenkant kan je zien wat de binnenkant beoogt te zijn. Het is daarnaast van belang dat een gedifferentieerd pakket aan werkmilieus wordt aangeboden zodat kwalitatief hoogwaardige bedrijven zich willen vestigen binnen de gemeentegrenzen en de succesvolle en sterke bedrijven behouden worden voor de gemeentelijke economie.

Voor de bedrijventerreinen in Hoevelaken worden in de Structuurvisie geen concrete plannen voorgesteld. Aangezien dit bestemmingsplan enkel het vastleggen van de bestaande planologische situatie betekent en in het plangebied geen Bevi-inrichtingen aanwezig zijn, heeft de Structuurvisie geen directe doorwerking in dit bestemmingsplan.

3.4.2 Waterplan Nijkerk 2005 - 2030

Het waterplan Nijkerk is gezamenlijk opgesteld door de gemeente Nijkerk, het Waterschap Vallei & Eem en het Waterschap Veluwe. In het waterplan geven de gemeente en de waterschappen hun gezamenlijke visie op de toekomst van het water in Nijkerk. Deze visie is uitgewerkt tot een uitvoeringsprogramma met maatregelen voor de periode 2007- 2011. De visie geeft aan de hand van een zestal thema's aan hoe het watersysteem er op lange termijn uit moet zien en bevat doelstellingen voor de lange, middellange en korte termijn:

  • samenwerken aan water en ruimte
    De samenwerking tussen gemeente en waterschap zal op het gebied van ruimtelijke ontwikkelingen worden verbeterd. Zo zal er genoeg ruimte voor water gerealiseerd moeten worden in de uitbreidingsgebieden en worden er afspraken gemaakt over de uitvoering van de watertoets;
  • voort met afkoppelen
    Afkoppelen van hemelwater geldt voor gebouwen en verhard oppervlak, waardoor het riool niet onnodig wordt belast met regenwater. Nijkerk heeft al vrij veel ervaring met afkoppelen in bestaand stedelijk gebied. De gemeente en waterschap gaan aangeven wanneer en onder welke randvoorwaarden er dient te worden afgekoppeld. Ook worden particulieren en bedrijven beter betrokken bij afkoppelen;
  • aanpak grondwaterproblematiek
    De gemeente zal de komende jaren onder andere een actievere rol gaan spelen bij het oplossen van grondwateroverlast in stedelijk gebied;
  • verbeteren waterkwaliteit en ecologie
    De gemeente en de waterbeheerders willen extra aandacht besteden aan het verbeteren van de lokale waterkwaliteit. Het streven is bijvoorbeeld om ca. 50% van de oevers van nieuwbouwwijk natuurvriendelijk in te richten;
  • bevorderen gebruik en beleving van water
    Water dat goed wordt ingericht, is aantrekkelijk om naar te kijken, langs te wandelen en te fietsen, of in te spelen. Het kan een kwaliteit toevoegen aan de woon- of werkomgeving. Het beheer en onderhoud van watergangen wordt geïntensiveerd, daarbij is de intentie om daar waar mogelijk samen te werken met scholen.
    De mogelijkheden voor extensieve vormen van recreatie op en langs het water (zoals kanoën, wandelen, fietsen) worden waar mogelijk uitgebreid;
  • water en vuur
    De brandweer heeft actief meegewerkt aan het waterplan Nijkerk zodat de bluswatervoorziening optimaal gemaakt kan worden.


Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in hoofdstuk 5. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.

3.4.3 Beleidsvisie externe veiligheid

Samen met de andere Gelderse gemeenten is naar aanleiding van het aangescherpte Rijksbeleid een Programma Uitvoering Externe Veiligheid opgesteld waarin is afgesproken dat elke gemeente eind 2010 uitvoering kan geven aan haar wettelijke taak. De beleidsvisie externe veiligheid voorziet hierin.

De beleidsvisie heeft als doel het in evenwicht brengen van het spanningsveld tussen de aanwezigheid van risicobronnen enerzijds, en de wens tot ruimtelijke ontwikkeling/intensivering anderzijds. De gemeentelijke inzet is gericht op het bieden van een veilige leefomgeving aan haar inwoners. De beleidsvisie is een aanzet om tot een uitvoeringspraktijk te komen waarin externe veiligheid die plaats krijgt die het verdient. De beleidsvisie dient als leidraad bij het maken van ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen.

Uit een risico inventarisatie die voor deze beleidsvisie is uitgevoerd blijkt dat in de gemeente Nijkerk vijf knelpunten naar voren komen. Eén van deze knelpunten heeft betrekking op het tankstation TINQ, aan de Westerdorpsstraat 52 in Hoevelaken. Dit tankstation ligt echter buiten het plangebied.

Het tankstation Gulf aan de Koninginneweg 7 vormt in de huidige situatie geen knelpunt en wordt in de beleidsvisie dus niet apart genoemd. De beleidsvisie heeft dan ook geen doorwerking gekregen in dit bestemmingsplan.

3.4.4 Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan

Het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP) is vastgesteld op 26 mei 2011. De ambitie van de gemeente luidt als volgt: "Nijkerk heeft de ambitie om goed en veilig bereikbaar te blijven via zowel de weg als het spoor voor haar bewoners en vanuit haar omgeving, waarbij de drie kernen ook de komende jaren onderling goed met elkaar verbonden blijven".

Om deze ambitie te kunnen realiseren zijn voor de verschillende onderwerpen specifieke doelstellingen en ambities geformuleerd. Deze ambities zijn vervolgens vertaald naar opgaven en maatregelen. Deze doelstellingen zijn:

  • De doorstroming op het lokale hoofdwegennet moet worden verbeterd en het sluipverkeer moet worden voorkomen. Voor de kernen geldt dat ze ook de komende jaren onderling goed met elkaar verbonden blijven en nieuwe ontwikkelingen moeten goed en duurzaam op het (lokale) hoofdwegennet worden ontsloten.
  • Daarbij wil Nijkerk zich wel blijven profileren als verkeersveilige gemeente.
  • De reeds aanwezige bedrijventerreinen en de nog te ontwikkelen locaties worden zowel via de weg als het water goed en direct ontsloten.
  • Het fietsgebruik op met name de korte en middellange afstand (tot 15 kilometer) wordt gestimuleerd door het vormgeven van een samenhangend, aantrekkelijk en (sociaal) veilig fietsnetwerk binnen en tussen de kernen.
  • Voor wat betreft het openbaar vervoer wordt ingezet op het stimuleren en optimaliseren van het gebruik van het openbaar vervoer als onderdeel van de ketenmobiliteit.
  • Mobiliteit is in de gemeente Nijkerk de belangrijkste veroorzaker van CO2-uitstoot en draagt hierbij aan de klimaatverandering. De lokale klimaatdoelen van de gemeente Nijkerk zijn vastgelegd in het milieubeleidsplan.

Opgaven
De geformuleerde doelstellingen resulteren in een aantal concrete opgaven. Voor de gemeente Nijkerk zijn dit:

  • Handhaven huidige aansluitingen op het rijkswegennet.
  • Garanderen goede ontsluiting Hoevelaken via Westerdorpsstraat.
  • Verruimen capaciteit Berencamperweg en Ambachtsstraat door wegvak en kruispuntmaatregelen.
  • Het vergroten van de capaciteit van kruispunten met de Ambachtsstraat en het kruispunt Amersfoortseweg - Frieswijkstraat door realisatie van fietstunnels.
  • Uitbreiding Doornsteeg ontsluiten op de Arkemheenweg, om daarmee de Ambachtsstraat niet verder te belasten.
  • Herinrichting Amersfoortseweg in combinatie met groot onderhoud.
  • Verandering komgrens Nijkerkerveen op de Amersfoortseweg.
  • Stimuleren van het gebruik van de fiets, zowel utilitair als recreatief (verhogen fietsgebruik op korte ritten).
  • Realiseren ongelijkvloerse fietskruisingen met gebiedsontsluitingswegen, zoals de N301.
  • Realiseren van een goede fietsontsluiting bij geplande ruimtelijke ontwikkelingen.


In het bestemmingsplan wordt gebruik gemaakt van één verkeersbestemming voor wegen met verkeersvoerende functie. De wegen en belangrijke fietsroutes vallen binnen deze verkeersbestemming. Daarnaast zijn nabij de bedrijventerreinen Overhorst en Horstbeek,aan de zuidzijde van de A1, plannen om op korte termijn het NS-station Hoevelaken te realiseren. Met de realisatie van de het station wordt de bereikbaarheid van Hoevelaken en de in het bijzonder de bedrijventerreinen Overhorst en Horstbeek verbeterd.

3.4.5 Milieubeleidsplan

Het Milieubeleidsplan 2009-2012 is de opvolger van het Milieubeleidsplan 2004-2007 en is op 28 mei 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Met dit Milieubeleidsplan stelt de gemeenteraad de kaders van het milieubeleid voor de komende periode vast en brengt zij accenten aan die zij belangrijk vindt. Het milieubeleidsplan 2009-2012 is integraal en in samenhang met andere beleidsterreinen opgesteld.

Het accent ligt op duurzame ontwikkelingen en de aanpak van hardnekkige milieuproblemen. De nadruk ligt op een gezonde veilige leefomgeving, met een eigen verantwoordelijkheid voor bedrijfsleven en burgers. Door de kredietcrisis is de aandacht vooral ook gericht op duurzame energie en samenleving. Het milieubeleid anticipeert op wetgeving en recente ontwikkelingen.

Het Milieubeleidsplan kent vier speerpunten namelijk klimaat, leefbaarheid, duurzaamheid en verantwoordelijkheid. Binnen de vier speerpunten zijn subthema’s ondergebracht.

De gemeente zet bijvoorbeeld in op energiebesparing en duurzame energie, op duurzaam ruimtegebruik en duurzaam bouwen als antwoord op de klimaatvraagstukken. Bij vervangende nieuwbouw en/of inbreidingsprojecten wil de gemeente Nijkerk streven naar een 10% scherpere EPC-norm (energieprestatiecoëfficiënt) ten opzichte van het vigerende Bouwbesluit. Deze EPC-norm moet zorgen voor een lagere CO0 uitstoot door minder energieverbruik als gevolg van bijvoorbeeld extra isolatiemaatregelen of de plaatsing van zonnepanelen op deze gebouwen. Ook laat de gemeente in overleg met de projectontwikkelaar en/of woningcorporatie een energievisie opstellen bij ruimtelijke ontwikkelingsprojecten van meer dan 50 woningen of een vergelijkbaar volume aan andere bebouwing.

Voor de uitvoering van het Milieubeleidsplan is het belangrijk om goede relaties te onderhouden met burgers, ondernemers, maatschappelijke organisaties en de regiopartners.

Tot slot werkt de gemeente aan het bewaken, behouden en verbeteren van de kwaliteit van het water, de lucht, de bodem, het landschap en de natuur. Het verminderen van afval en het veilig maken en houden van de omgeving. Kort samengevat de kwaliteit van de Nijkerkse leefomgeving.

3.4.6 Notitie niet-woonactiviteiten aan huis

De gemeente Nijkerk kent sinds 11 september 2008 een beleidsregel ‘aan huis gebonden beroepen en bedrijven’. De regeling moest vooral een einde maken aan de onduidelijkheid van allerlei verschillende definities in dit verband, bijvoorbeeld in de verschillende bestemmingsplannen. Omdat de gemeente bezig is met het actualiseren van alle bestemmingsplannen en onderhavig onderwerp hierin een terugkerend item is, is ervoor gekozen de beleidsregel uit 2008 te actualiseren.

Op 22 december 2011 heeft de gemeente Nijkerk daarom de notitie 'niet-woonactiviteiten aan huis' vastgesteld, waarmee de voorgenoemde beleidsregel is gemoderniseerd. Doel van deze notitie is om heldere en duidelijke regels te krijgen voor mensen die een klein deel van hun huis of bijgebouw willen inrichten en gebruiken om van daaruit niet-woonactiviteiten te ontplooien. De gemeente Nijkerk vindt het belangrijk dat niet-woonactiviteiten aan de woonomgeving worden toegevoegd. Redenen hiervoor zijn:

  • kleinschalige werkgelegenheidsfuncties dragen bij aan afwisselende en levendige woon- en werkmilieus;
  • het creëert meer werkgelegenheid;
  • biedt kansen aan startende ondernemers;
  • het biedt gezinnen met kinderen kansen om de beperkt beschikbare tijd te besteden aan het arbeidsproces;
  • aan huis geboden mensen krijgen de kans om een zelfstandig bestaan op te bouwen;
  • het kan een bijdrage leveren aan vermindering van de automobiliteit.


In de notitie zijn criteria, uitgangspunten en beleidsregels opgenomen waar, bij het toestaan van niet-woonactiviteiten aan huis, rekening meegehouden moet worden. Daarnaast zijn regels geformuleerd die duidelijk maken welke niet-woonactiviteiten aan huis zonder vergunning zijn toegestaan, welke voorwaarden de bewoner daarbij in acht moet nemen en voor welke niet-woonactiviteiten aan huis een omgevingsvergunning kan worden verkregen.

De betreffende voorwaarden uit de notitie worden in de regels van dit bestemmingsplan verwerkt. Hierdoor vormt de notitie indirect een toetsingskader waar bij aanvragen voor niet-woonactiviteiten aan huis aan voldaan moet worden.

3.4.7 Reclamebeleid 2009

De beleidsregel voor reclame is op 10 februari 2009 door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld. De beleidsregel kan gezien worden als aanvulling op de Welstandsnota uit 2004 waarin geen aandacht is besteed aan reclame.

In de beleidsregel reclame staan kaders beschreven waar bij het plaatsen van reclame-uitingen aan voldaan dient te worden. Het reclamebeleid voor de gemeente is onderverdeeld in verschillende soorten stedelijke- en landelijke gebieden. Aangezien dit bestemmingsplan betrekking heeft op de bedrijventerreinen in Hoevelaken is het beleid dat geldt voor reclame op bedrijventerreinen relevant.

Algemene uitgangspunten van het reclamebeleid zijn dat reclame-uitingen alleen aanvaardbaar zijn indien:

  • zij een directe relatie hebben met de gekozen situering;
  • de reclame-uiting zodanig ontworpen is dat er sprake is van een eigen kwaliteit: gelet is op de vormgeving, maatvoering, typografie, kleurstelling, lay-out, materiaalgebruik, wijze van plaatsing en mate van verlichting.


Bij bedrijventerreinen kan een onderscheid gemaakt worden tussen verschillende soorten reclameaanduidingen. Het aanbrengen van deze reclame-uitingen bij bedrijven hoeft geen problemen op te leveren mits in aantal, grootte en uitstraling de effecten op de omgeving beperkt zijn. Vaak worden hier in beeldkwaliteitsplannen al aanvullende eisen aan gesteld. Voor bedrijventerreinen gelden naast de algemene uitgangspunten ook nog enkele specifieke uitgangspunten. Deze specifieke uitgangspunten zijn in de beleidsregel reclame vertaald naar enkele voorwaarden waaraan voldaan moet worden bij het plaatsen van reclame. Voorzover deze voorwaarden ruimtelijke relevant zijn en doorwerking behoeven in dit bestemmingsplan is in de regels hiervoor een aparte bepaling opgenomen.

3.4.8 Beleidsregels voor binnensport op bedrijfsterreinen

De gemeente Nijkerk is in de afgelopen jaren verschillende keren 'geconfronteerd' met verzoeken van ondernemingen om bedrijfspanden op bedrijventerreinen te mogen gebruiken ten behoeve van binnensport, zoals voor sportscholen en fitnesscentra. Om voor dergelijk verzoeken eenduidig beleid te hebben is in 2005 door de gemeente Nijkerk "beleidsregels voor binnensport op bedrijfsterreinen" opgesteld. In deze beleidsregels wordt binnensport onder bepaalde voorwaarden mogelijk gemaakt op bedrijfsterreinen.

Zo dienen binnensportvoorzieningen te worden gevestigd op bereikbare en veilige locaties, dicht bij de woongebieden waarvoor ze zijn bedoeld. Daarbij wordt in eerste instantie gedacht aan de zones rond het centrumgebied of in randzones langs woonwijken. Overlast van sportactiviteiten kan worden beperkt door een goede ontsluiting en een afstand tot woningen van tenminste 30 meter. Clustering van sportvoorzieningen levert voordelen op. Men kan daarbij gebruik maken van dezelfde ondersteunende voorzieningen, zoals parkeren. Kleinere binnensportvoorzieningen kunnen zonder bezwaar worden ondergebracht in centrumgebieden met gemengde functies. Grotere binnensportvoorzieningen kunnen als een bedrijfsmatige activiteit worden aangemerkt. Voor grotere binnensportvoorzieningen kunnen bedrijfsterreinen een aantrekkelijke locatie bieden, mits kan worden voldaan aan de in de beleidsregels voor binnensport op bedrijventerreinen gestelde voorwaarden.

Omdat de vestiging van binnensport op bedrijfsterreinen aan bepaalde voorwaarden moet voldoen, is een toetsingsmoment nodig. Daarom wordt binnensport niet als recht, maar door middel van het verlenen van een afwijking (omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 van de Wabo voor de in die bepaling onder c genoemde activiteit) van dit bestemmingsplan geregeld. De voorwaarden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zijn in de planregels van dit bestemmingsplan opgenomen.

3.4.9 Beleidsregel detailhandel op bedrijventerreinen

Onder invloed van onder andere de opkomst van internet en de behoefte aan schaalvergroting bij ondernemers ontvangt de gemeente Nijkerk steeds vaker verzoeken om mee te werken aan detailhandel op bedrijventerreinen. Geldende bestemmingsplannen laten detailhandel op dergelijke locaties vrijwel nooit toe, terwijl sommige vormen van detailhandel juist goed op bedrijventerreinen gevestigd kunnen worden. Omdat het te voorbarig is dat per definitie niet meegewerkt kan worden aan detailhandel op bedrijventerreinen heeft de gemeente Nijkerk de beleidsregel detailhandel op bedrijventerreinen opgesteld. De beleidsregel is op 20 december 2011 vastgesteld.

De gemeentelijke beleidsregel voor detailhandel op bedrijventerreinen is gebaseerd op het provinciaal en reeds vigerend gemeentelijk beleid en heeft tot doel de detailhandel op bedrijventerreinen in de gemeente Nijkerk te reguleren. In de beleidsregel zijn uitgangspunten opgenomen waar bij de vestiging van detailhandel op bedrijventerreinen rekening meegehouden moet worden. Het betreft hier enkele algemene uitgangspunten maar ook specifiek uitgangspunten voor:

  • detailhandel in volumineuze goederen;
  • grootschalige detailhandel;
  • internetdetailhandel;
  • ondergeschikte detailhandel.


Voorzover de uitgangspunten een ruimtelijke relevantie hebben, zijn ze opgenomen in de regels van dit bestemmingsplan. Middels een afwijkingsbevoegdheid in de bedrijventerreinbestemming is mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden in de beleidsregel vestiging van detailhandel mogelijk.