direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg
Plan: Hoevelaken-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0010-0004

Artikel 7 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de verkoop van motorbrandstoffen inclusief lpg;
  • b. tot een vloeroppervlakte van 100 m2 voor de detailhandel in weggebonden artikelen;
  • c. vulpunt en opslag van LPG ter plaatse van de aanduiding 'vulpunt lpg';

met daarbij behorende:

  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. erven;
  • f. terreinen.
7.2 Bouwregels

Op de voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen met lpg' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

7.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' mogen de goothoogte en de bouwhoogte niet meer bedragen dan de aangegeven hoogtes;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan de aangegeven bebouwingspercentage;
  • d. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp mogen gehandhaafd worden.

7.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar de openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • a. de bouwhoogte van luifels mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m, met uitzondering van licht- en vlaggenmasten, waarvoor geldt dat de bouwhoogte ten hoogste bedraagt 15 m;
7.3 Nadere eisen
7.3.1 Nadere eis

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.

7.3.2 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 34.1 vermelde voorbereidingsprocedure.