direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden
Plan: Hoevelaken-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0010-0004

Artikel 4 Agrarisch met waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor " Agrarisch met waarden " aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. akkerbouw, weidebouw, tuinbouw, kwekerijen en veehouderijen, en
  • b. behoud en herstel van de voorkomende landschappelijke waarden.
4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van de gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken mag niet meer bedragen dan 8 m;

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van bij eenzelfde agrarisch bedrijf behorende andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50 m²;
  • b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan:
    • 1. op de gronden voor de naar de openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
    • 2. voor het overige 2 m;
  • c. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 m.
4.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1, onder c, ten behoeve van het bouwen van silo's tot een bouwhoogte van 15 m.

4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
4.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen anders dan ten behoeve van in- en uitritten;
  • b. verlagen van de bodem en afgraven van gronden, dieper dan 0,25 m en het ophogen en egaliseren van gronden;
  • c. aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur, tenzij daarvoor een bouwvergunning is vereist;
  • d. dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • e. vellen en rooien van houtopstanden;
  • f. bebossen of anderszins beplanten met hoogopgaande houtige gewassen.
4.4.2 Uitzondering op verbod
  • a. Werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud.
  • b. Werken en werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige.
  • c. Werken die reeds in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
4.4.3 toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden als bedoeld in sublid 4.4.1 , zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, waarden van de gronden zoals de landschappelijke of natuurwaarden, de waterhuishouding, de grondwaterstand, welke het plan beoogt te beschermen:

  • a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
  • b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
4.4.4 Procedure

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in sublid 4.4.1 , winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake deskundige, ingeval ze advies nodig achten.