direct naar inhoud van Artikel 15 Kantoor - 2
Plan: Hoevelaken-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0010-0004

Artikel 15 Kantoor - 2

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Kantoor - 2 ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. kantoren en zakelijke dienstverlening, waarvan de gezamenlijke bedrijfsvloeroppervlakte van de hoofdgebouwen niet meer mag bedragen dan 25.800 m² niet meegerekend de parkeerkelder als bedoeld onder b;
  • b. een halfondergrondse parkeerkelder, inclusief berging, fietsenstalling en dergelijke, ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • c. een luifel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overkapping', tot een bouwhoogte van maximaal 13 m;

met daarbij behorende:

  • d. gebouwen, een bedrijfswoning daaronder niet begrepen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • f. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
  • g. tuinen;
  • h. erven;
  • i. terreinen;
  • j. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. parkeervoorzieningen.
15.2 Bouwregels

Op de voor ' Kantoor - 2 ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

15.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat de parkeerkelder als bedoeld in lid 15.1 onder b tevens ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' mag worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' mag het bebouwingspercentage niet meer bedragen dan de aangegeven bebouwingspercentage, met uitzondering van de parkeerkelder als bedoeld in lid 15.1  onder b;
  • d. de bouwhoogte van de parkeerkelder, als bedoeld in lid 15.1  onder b, ten hoogste bedraagt 1 m gemeten vanaf de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte maaiveld;
  • e. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp mogen gehandhaafd worden.

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van lichtmasten en vlaggenmasten mag niet meer dan 15 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van voorwerpen van beeldende kunst mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedragen.
15.3 Nadere eisen
15.3.1 Nadere eis

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.

15.3.2 Procedure

Voor het stellen van een nadere eis geldt de in 34.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

15.4 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.2.1 onder a ten behoeve van de oprichting van ten hoogste 1 ondergeschikt bijgebouw per bouwvlak in de vorm van een berging, fietsenstalling met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte ten hoogste bedraagt 3 m;
  • b. de oppervlakte per gebouw ten hoogste bedraagt 20 m².