direct naar inhoud van 5.2 Nadere toelichting op de regels
Plan: Bedrijventerrein 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0267.BP0001-0006

5.2 Nadere toelichting op de regels

Voor zover nodig worden de afzonderlijke bestemmingen van een toelichting voorzien. Niet alle bestemmingen worden daarom toegelicht.

Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe dient te worden gemeten. Een bijzondere regeling is opgenomen voor het meten van geluidsruimte. Deze regeling is opgenomen omdat sprake is van een industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder. Bij het toepassen van de betreffende regels (zoals opgenomen in de algemene aanduidingsregels van dit plan) dient dus te worden gemeten conform de aangegeven meetmethodiek.

Bedrijf - Nutsvoorziening

Deze bestemming voorziet op openbare nutsvoorzieningen die te groot zijn om zonder omgevingsvergunning gebouwd te mogen worden. Het betreft dan ook een aanvulling op deze regeling.

Bedrijventerrein

Deze gronden zijn bestemd voor de vestiging van bedrijven. Er worden mogelijkheden geboden voor bedrijven tot en met categorie 4.2 van de Lijst van Bedrijven. Deze lijst bevat een indeling van bedrijfstypes in categorieën. Naast een omschrijving van de soort/aard van de toelaatbaar te achten bedrijven bevat de lijst indicaties voor de in acht te nemen afstanden ten opzichte van een rustige woonwijk. Deze afstanden hebben betrekking op dan wel vloeien voort uit bepaalde activiteiten van het gemiddelde bedrijf in die sector. De op de plankaart aangegeven zones vloeien voort uit deze afstanden.

Diverse reeds aanwezige bedrijven passen niet binnen de aangegeven zone-indeling. Zij zijn echter niet ongewenst of illegaal en voldoen in beginsel aan de milieuregelgeving. Deze bedrijven zijn aangegeven op de verbeelding met de aanduiding 'bedrijf' en omschreven in de lijst specifieke bedrijven en worden daarmee positief bestemd in dit bestemmingsplan.

Daarnaast zijn er nog diverse functies aanwezig die niet passen binnen de definitie van bedrijf. Deze functies mogen ter plekke blijven bestaan en zijn daarom aangegeven op een aan de regels toegevoegde lijst (Bijlage 1 Lijst afwijkende functies).

Omdat de in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen indeling voortvloeit uit activiteiten van het gemiddelde bedrijf in de betreffende sector, moge duidelijk zijn dat (aanzienlijke) afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde bedrijf mogelijk zijn. Ter ondervanging van eventuele onvolkomenheden van de gekozen systematiek en om op eenvoudige wijze te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, is hieromtrent een afwijkingsbevoegdheid voor burgemeester en wethouders opgenomen. Hierdoor kunnen bedrijven worden toegelaten die naar de aard van de bedrijvigheid alsmede qua bedrijfsomvang vergelijkbaar zijn met de bedrijven, die in de betreffende categorieën zijn genoemd. Voorwaarde is wel dat deze bedrijven qua hinder en/of gevaar geen onevenredige afbreuk doen aan het woon-/leefmilieu. Raadpleging van een milieudeskundige wordt hierbij aanbevolen.

Ten aanzien van bedrijven als genoemd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen is een verbod opgenomen. Hetzelfde geldt voor vuurwerkbedrijven en Wgh-inrichtingen (wat niet geldt ter plaatse van de aanduiding 'industrieterrein wgh'). Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het toelaten van een Bevi-inrichting. Aan deze wijziging is een aantal voorwaarden verbonden. Zo dient bijvoorbeeld de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico te zijn gelegen binnen het bouwperceel van de Bevi-inrichting of op gronden met de bestemming "Verkeer", "Groen" en/of "Water"'. Daarnaast dient de 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico op de plankaart te worden weergegeven als "veiligheidszone-bevi". Belangrijk is dat er binnen deze veiligheidszone geen toename mag plaatsvinden van kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten in deze zone tenzij ze behoren tot de Bevi-inrichting waaraan de veiligheidszone is gerelateerd. Daarnaast mag het gebruik van de gronden niet in die zin worden gewijzigd, dat de aangegeven veiligheidszone wordt vergroot. Burgemeester en wethouder kunnen het wijzigingsplan wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de "veiligheidszone-bevi" indien sprake is van bedrijfsbeëindiging of -verplaatsing. Tot slot dient een verantwoording te worden gegeven van het groepsrisico in het invloedgebied van de inrichting en mag er geen toename plaatsvinden van het groepsrisico in woongebieden (maar dat zal in het voorliggende geval niet/nauwelijks aan de orde zijn).

Op het bedrijfsterrein mogen geen nieuwe bedrijfswoningen worden gerealiseerd. Deze terughoudendheid bestaat vanwege de belemmerende werking die hiervan uit kan gaan richting omringende bedrijven. Om toch nog enige mogelijkheden te bieden, is op de verbeelding een gebied aangegeven, waar nog wel een bedrijfswoning mogelijk is.

Zelfstandige kantoren zijn eveneens niet toegestaan. Ondergeschikte kantoorruimten die deel uitmaken van de bedrijfsvoering zijn uiteraard wel toegestaan.

Detailhandel is in beginsel niet toegestaan, waarbij geldt dat de bestaande detailhandel positief is geregeld door middel van het opnemen op de "lijst afwijkende functies".

Daarnaast kan detailhandel worden mogelijk gemaakt als wordt voldaan aan diverse criteria, De planregels bevatten de criteria waaraan wordt getoetst. Zij zijn afgeleid uit het gemeentelijk beleid zoals weergegeven in de beleidsregel detailhandel op bedrijventerreinen.

Een specifieke vorm van detailhandel is de verkoop van motorbrandstoffen. Deze is alleen toegestaan waar dit op de verbeelding is aangegeven. Voor de verkoop van lpg gelden veiligheidszones; deze zijn op de verbeelding aangegeven en in een afzonderlijk artikel geregeld.

Verder is het van belang dat nieuwe Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan. Het wel toestaan zou leiden tot de plicht een (nieuwe) geluidszone te bepalen, hetgeen dus niet aan de orde is. Ook vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan.

Voor wat betreft het parkeren zal aansluiting moeten worden gezocht bij de gemeentelijke parkeernormen.

Groen

Deze bestemming betreft openbaar groen. Daarnaast is ook het clubgebouw van de hengelsportvereniging positief geregeld.

Horeca

Voor wat betreft de toelaatbaarheid van de horecabedrijven is een koppeling gemaakt met een horecalijst. Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

Kantoren

Dit betreft zelfstandige kantoren die geen ondergeschikt onderdeel uitmaken van de bedrijfsvoering van een bedrijf.

Maatschappelijk

De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke voorzieningen. In artikel 1 zijn deze gedefinieerd als educatieve, sociale, medische, culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie - met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van gemotoriseerde en gemechaniseerde sporten en sporten met dieren - en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening.

Wonen is niet toegestaan.

Tuin

De bestemming "Tuin" is dienstbaar aan de bestemming van de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. Bij de bestemmingsregeling voor de tuinen is uitgegaan van het principe die gebieden te bestemmen die uit ruimtelijke overwegingen onbebouwd moeten blijven en ook als zodanig in gebruik zijn. Over het algemeen betreft het gronden ten dienste van de nabij gelegen woningen. Bij de meeste woningen betreft het de ruimte vóór de woningen.

Verkeer

Behalve voor wegen zijn ook mogelijkheden opgenomen voor een (bestaande) laad- en losplaats, alsmede voor tuinen en aanlegsteigers bij aangrenzende woonschepen.

Water

In het water zijn ligplaatsen voor woonschepen toegestaan. Dit geldt alleen waar dit op de verbeelding is aangegeven. Verder is nog het aanwezige ponton positief geregeld.

Wonen

De woningen in het plangebied zijn bestemd tot "Wonen". De opzet van de bestemmingsplankaart in combinatie met de planregels gaat er vanuit dat de bestaande situatie en de verschijningsvorm (bepaald door de goothoogte en kap) in principe gehandhaafd zal worden.

Ten aanzien van het gebruik van bijgebouwen is van belang dat in bijgebouwen geen primaire woonfuncties zijn toegestaan, zoals wonen, slapen, keuken, badkamer. Hobbyruimtes zijn wél mogelijk in bijgebouwen. Genoemde beperkingen gelden dus niet voor aanbouwen en uitbouwen. Voor wat betreft de maatvoeringen kent het plan geen onderscheid meer tussen aan-, uit- en bijgebouwen. In het kader van de Wabo wordt gesproken van 'bijbehorende bouwwerken'.

Bij woningen zijn, onder voorwaarden, niet-woonactiviteiten aan huis mogelijk.

Leiding - gas

Deze bestemmingen is een dubbelbestemming. De onderliggende bestemmingen blijven van kracht, maar worden wel ingeperkt door deze bovengeschikte dubbelbestemming. Als aan de regels van de dubbelbestemming wordt voldaan, kan gewoon worden gebouwd en gebruikt conform de onderliggende bestemming.

Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 2 , Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 3, Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog

Deze dubbelbestemmingen zijn gebaseerd op het archeologiebeleid in de gemeente Nijkerk. Wat wel of niet is toegestaan wordt in de regels aangegeven.

Voor de bestemming 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 2' geldt dat voor het bouwen over een oppervlakte van meer dan 100 m2 in principe een onderzoeksrapport nodig is, dan wel andere informatie omtrent de archeologische situatie ter plekke moet worden overgelegd. Voor de toelaatbaarheid van de vergunning is een advies van de archeoloog vereist. Verder kunnen aan de vergunning voorwaarden worden verbonden ter bescherming van de archeologische waarden.

Verder geldt voor diverse werkzaamheden nog een vergunningplicht. Ook hiervoor geldt dat een onderzoeksrapport dan wel andere goedbevonden informatie is vereist ter beoordeling van de toelaatbaarheid. De archeoloog wordt ook hier gehoord zodat het bevoegd gezag zich een goed beeld kan vormen ten aanzien van de toelaatbaarheid van de ingreep. Ook aan deze vergunning kunnen voorwaarden worden verbonden ter bescherming van de archeologische waarden .

Voor de bestemmingenWaarde - Archeologische verwachtingswaarde 3 en Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog gelden iets minder strenge regels. De regels verschillen voor wat betreft de toegestane oppervlakte van de gebouwen en werkzaamheden waarvoor geen vergunning is vereist.

Hoofdstuk 3 Algemene regels:

Anti-dubbeltelregel

Deze regel is opgenomen om een ongewenste verdichting van de bebouwing te voorkomen. Deze zou zich kunnen voordoen indien een deel van een bouwperceel dat al bij de berekening van een maximaal bebouwingspercentage was betrokken wederom bij een dergelijke berekening, doch nu ten behoeve van een ander bouwperceel wordt betrokken.

Algemene gebruiksregels

Voor de redactie van dit artikel is de algemene formulering aangehouden. Deze gaat uit van de gedachte dat het gebruik uitsluitend mag plaatsvinden in overeenstemming met de bestemming. In beginsel is de bestemmingsomschrijving van de betreffende bestemming bepalend.

In verband met het schrappen van het bordeelverbod is expliciet opgenomen dat onder strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening in ieder geval wordt verstaan het (laten) gebruiken van gebouwen ten behoeve van een seksinrichting. Voor veel bestemmingen is dit evident, maar omdat dat in casu voor alle bestemmingen geldt is het om discussie te voorkomen expliciet opgenomen. Met deze regeling wordt aangesloten bij het beleid van de gemeente Nijkerk op dit gebied.

Algemene aanduidingsregels

In dit artikel worden de aanduidingen opgenomen die voor meerdere bestemmingen gelden.

Verder kent het plan de aanduiding "geluidzone - industrie". Deze aanduiding betreft de zone die om het industrieterrein in de zin van de Wgh heen gelegen is. Hier mag geen toename van geluidgevoelige functies plaatsvinden, tenzij wordt voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van de Wet geluidhinder dan wel een afwijking hogere grenswaarde is verleend.

Een uitgebreide regeling is opgenomen voor de gronden zijn aangeduid met "industrieterrein wgh". Dit betreft de gronden die moeten worden aangemerkt als industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder. Het artikel bevat een geluidverkavelingsstelsel ter verdeling van de geluidsruimte. Het verruimen van geluidsruimte is mogelijk als daardoor de geluidszone niet wordt vergroot en de maximaal toegestane geluidsbelasting van woningen niet wordt overschreden. Er kan dan worden afgeweken van het plan waarbij een grotere geluidsruimte wordt toegestaan.

Ook de uitruil van geluidsruimte is mogelijk. Dat is het geval wanneer vergroting van de geluidsruimte van het ene bedrijf gepaard dient te gaan met verkleining van de geluidsruimte van het andere bedrijf, zodat per saldo de geluidsproductie gelijk blijft. Omdat het andere bedrijf in zijn rechten zal worden beperkt, kan dit niet worden geregeld door middel van een afwijkingsbevoegdheid, maar zal planwijziging noodzakelijk zijn waarbij de verkleining wordt vastgelegd.

Binnen deze zone mogen bouwwerken niet zomaar worden gesloopt. Van de bouwwerken gaat immers een afschermende akoestische werking uit. Pas als duidelijk is dan de afschermende werking door nieuwe bebouwing in stand zal blijven, mag een vergunning hiervoor worden verleend.

Daarnaast is een regeling opgenomen voor de "veiligheidszone-lpg", die voortvloeit uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen, en voor de aanwezige Bevi-inrichtingen.

Algemene afwijkingsregels

Aan burgemeester en wethouders wordt hier de bevoegdheid gegeven om af te wijken van de bestemmingsregels. Evident is dat niet alle afwijkingsregels op alle bestemmingen van toepassing zijn. Voorts is van belang dat het bestaan van de bevoegdheid niet mag leiden tot een automatisme in het afwijken: conform de Algemene wet bestuursrecht moeten burgemeester en wethouders de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afwegen. Overigens is de bevoegdheid beperkt in die zin dat geen omgevingsvergunning voor afwijken mag worden verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een aantal met name genoemde belangen.

Algemene wijzigingsregels

Er is een algemene wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het verwijderen of aangeven van nadere aanduidingen en grenzen van bestemmings- en bouwvlakken.

Hoofdstuk IV Overgangs- en slotregels:

Overgangsrecht

Bij het overgangsrecht wordt onderscheid gemaakt naar bouwwerken en gebruik.

Bij bouwwerken gaat het er om of ze op de peildatum in enigerlei opzicht afwijken van het plan. Doorgaans betreffen die afwijkingen de bouwregels. Ze mogen gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd of na een calamiteit worden herbouwd, mits de bestaande afwijkingen naar hun aard niet worden vergroot. Bij de vraag of de afwijking wordt vergroot kan ook het gebruik relevant zijn. Van de mogelijkheid tot gedeeltelijke vernieuwing of verandering zijn uitgesloten de illegale bouwwerken. Daaronder worden verstaan de bouwwerken die zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning - voor zover vereist - zijn gebouwd in strijd met het toen geldende bestemmingsplan.

Voor een vergroting van de inhoud van een bouwwerk met niet meer dan 10% kan met een omgevingsvergunning eenmalig worden afgeweken. Peildatum voor bouwwerken is het tijdstip van de terinzagelegging van het bestemmingsplan.

Ten aanzien van het gebruik is bepaald dat bestaand, met het plan strijdig gebruik mag worden voortgezet. Een uitsluitingsclausule is opgenomen voor gebruik dat al in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. Deze regel laat de wrakingsjurisprudentie onverlet.